Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP) Geschiedenis

PSP jaaroverzicht 1987

Uit: L. Koeneman, P. Lucardie en G. Voerman, 'Kroniek 1987. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1987' in: R.A. Koole (red.), Jaarboek 1987. Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1988), 16-57, aldaar 42-45.

Inleiding

In 1987 bestond de PSP dertig jaar. Al te veel reden om dit feit uitbundig te vieren was er niet. Door de dalende inkomsten ten gevolge van ledenverlies en de teruglopende overheidssubsidies (door de terugval in Kamerzetels) moest de tering naar de nering worden gezet. De uitgave van het kaderblad On(s)genoegen moest met ingang van 1 januari worden gestaakt. In maart verscheen het laatste nummer van het theoretische tijdschrift Socialistisch Perspektief. Het werd aan het einde van het jaar tot op zekere hoogte vervangen door het blad De Helling. Het initiatief tot de oprichting van dit onafhankelijke 'tijdschrift voor linkse politiek' was geboren bij de wetenschappelijke bureaus van PSP, PPR en CPN (deze partij had na de opheffing van Komma in 1986 immers ook niet meer de beschikking over een wetenschappelijk orgaan). Het aan de gemeentelijke en provinciale politiek gewijde blad De Rode Draad werd vanaf mei in samenwerking met de PPR uitgegeven. Ook het partijapparaat ontkwam niet aan bezuinigingen: zowel het partijbureau als aan de PSP verwante instellingen moesten inkrimpen.

De malaise heerste niet alleen in financieel opzicht. De partijtop verkeerde in mineur door verdeeldheid en gebrek aan initiatief. In zijn jaarverslag erkende het partijbestuur "niet uitgegroeid te zijn tot een hecht en sterk geheel. De sfeer is meermalen bedorven geweest. Delen van het partijbestuur hebben elkaar meermalen in de weg gestaan" (Kongreskrant, no. 2, p. 6). Het verloop van bestuursleden was aanzienlijk. Het Kamerlid Van Es leverde in haar jaarverslag namens de Kamerfracties eveneens kritiek op het functioneren van de PSP. Men zou in het parlement te veel in het luchtledige verkeren. Uit de partij kwamen "nauwelijks aanvragen voor spreekbeurten, of suggesties voor kameraktiviteiten" (Kongreskrant, no. 2, p. 8). Het partijbestuur werd verweten de fracties op het politiek-inhoudelijke vlak geen enkele ondersteuning te hebben verleend.

Verkiezingen

Aan de Statenverkiezingen van 18 maart deed de PSP in drie provincies zelfstandig mee, in vijf samen met de CPN en in vier gezamenlijk met CPN en PPR. Onder de leus 'doorgaan met verzet' ging de PSP de verkiezingen in. De campagne richtte zich niet alleen tegen het beleid van het kabinet Lubbers; ook de veel te redelijk en constructief geachte oppositie van de PvdA was tot doelwit verklaard. De PSP had er wel enige moeite mee om de provinciale verkiezingen zo in het landelijke vlak te trekken, aldus partijvoorzitter Mazeland bij het startschot van de campagne. De rechtvaardiging school echter in de directe link tussen de Staten- en de Eerste Kamerverkiezingen.

De uitslag van de Statenverkiezingen werd door het partijbestuur als "niet ongunstig" beoordeeld. Vergeleken met de Kamerverkiezingen van 1986 leek klein links uit het dal te zijn gekropen. Toch kon men weinig reden tot optimisme bespeuren. Analyse van de uitslagen leerde dat van de PSP weinig werfkracht was uitgegaan. Bij de Eerste Kamerverkiezingen ging één van de twee zetels voor de PSP verloren.

'Half NAVO-lidmaatschap'

Begin mei, aan de vooravond van de viering van het dertigjarig bestaan van de partij, verraste het Kamerlid Van Es vriend en vijand met de mededeling dat de PSP in ruil voor deelname aan een linkse meerderheidsregering bereid zou zijn tijdelijk een "half NAVO- lidmaatschap" te accepteren. In het interview in het blad In Vredesnaam waarin zij deze uitspraken deed, verklaarde Van Es dat zo'n lidmaatschap in haar optiek inhield dat Nederland uitsluitend nog aan de politieke en niet langer aan de militaire samenwerking binnen het bondgenootschap zou deelnemen. Aan een dergelijk lidmaatschap verbond zij de voorwaarde dat het een "eerste stap tot daadwerkelijke uittreding uit de NAVO" moest zijn. De uitlatingen van Van Es brachten binnen eigen gelederen enige onrust teweeg. In haar rede op het jubileumfeest van de PSP, enkele dagen later, ging Van Es niet nader op de kwestie in, maar volstond zij met de mededeling dat de PSP niet was gaan schuiven met haar anti-NAVO-standpunt. Later zou Van Es echter haar uitspraken betreuren.

Dertig jaar PSP

In 1987 werd door de PSP herdacht dat dertig jaar geleden, op 27 januari 1957, de partij was opgericht. Ter gelegenheid van dit feit had in 1987 het boek Onstuimig maar geduldig moeten uitkomen, waarin PSP-leden aan het woord werden gelaten over hun ervaringen in de partij. Dit boek zou echter aan het begin van 1988 verschijnen. Om het dertigjarig bestaan te vieren waren er op 9 mei in Amsterdam enkele bijeenkomsten georganiseerd. 's Middags werd er gediscussieerd over het manifest 'Pacifisme, van idee tot strategie', dat op persoonlijke titel was geschreven door H. Branderhorst, I. Megens en L. Thesingh. Een dissonant op het feest dat 's avonds plaatsvond was de verspreiding van pamfletten waarin de PSP-aanhang werd opgewekt zich aan te sluiten bij de nog op te richten 'Revolutionair Socialistische Partij'. De opkomst van de leden op de jubileumbijeenkomsten liet met zo'n 200 overigens wat te wensen over. Ook het gehoopte wervende effect op nieuwe leden bleef uit. Om de kosten van de festiviteiten te dekken werden door de partij tweehonderd exclusieve, door Jan Wolkers ontworpen en gesigneerde affiches tegen het bedrag van f65,- per stuk verkocht.

Socialisme-discussie

In november 1986 was door het partijcongres besloten dat de PSP zich de komende twee jaar op het socialisme zou gaan bezinnen. Op locaal en nationaal niveau diende een discussie te worden georganiseerd over de "socialistische doelstellingen en een sociaal-ekonomisch aktieprogramma voor de korte en lange termijn" (Bevrijding, no. 1, p. 10). In 1988 moest het partijcongres zich dan weer buigen over de uitkomsten van het debat. Andere 'radikaal-linkse' partijen en bewegingen werden uitgenodigd deel te nemen aan de gedachtenwisseling. In februari stelde het partijbestuur de commissie in die de socialisme-discussie moest organiseren. De commissie, die een "werkbaar socialistisch alternatief" wilde formuleren dat ook buiten de PSP weerklank zou vinden, besloot de discussie toe te spitsen op een viertal thema's: sociaal-cultureel, arbeid, macro-economie en internationaal. Subgroepen dienden de discussie over deze hoofdonderwerpen voor te bereiden en uit te werken. De eerste resultaten werden in september in het SVS-Bulletin (no. 121) gepubliceerd. In het najaar kwam de discussie langzaam in de afdelingen op gang.

Partijcongres

Het PSP-congres dat op 28 november in Dordrecht werd gehouden kende - in afwijking van het beeld dat deze congressen de laatste jaren te zien hadden gegeven - een tamelijk rustig verloop. Eén van de hoogtepunten vormde de verkiezing van een nieuwe partijvoorzitter. Het partijbestuur had de in 1983 tot voorzitter verkozen M. Mazeland opnieuw voor deze functie kandidaat gesteld. Door een aantal vrouwen in de PSP, die twee weken vóór het congres een bijeenkomst hadden belegd, werd Saar Boerlage naar voren geschoven. In deze voordracht werden zij gesteund door de PSP-jongeren. Men verwachtte van Boerlage dat zij de PSP weer een nieuw elan zou kunnen geven. Boerlage, die landelijke bekendheid had gekregen met haar acties tegen de mogelijke komst van de Olympische Spelen naar Amsterdam, was in de partij een betrekkelijke nieuwkomer. Nadat zij in de jaren zestig de PSP enige tijd in de gemeenteraad van Amsterdam had vertegenwoordigd, bedankte zij in 1969 als lid. Pas in februari 1987 trad zij weer toe tot de PSP. Het congres sprak zich met een kleine meerderheid uit vóór Boerlage. De verkiezing van een in het partijwerk onervaren voorzitter vormde voor H. Branderhorst, een oudgediende die gekandideerd was voor het vice-voorzitterschap, aanleiding om zich terug te trekken.

Op het congres gloeide de discussie over de 'feminisering' van de partij even op. Vastgesteld was dat de vrouwelijke leden in allerlei functies waren ondervertegenwoordigd. Het partijbestuur kwam met voorstellen om een quoteringsregeling in te voeren die de bestuursfuncties in de PSP evenredig aan de man-vrouw-verhouding in het ledenbestand moest verdelen. Deze voorstellen werden alle door het congres weggestemd. Met het oog op de naderende Europese verkiezingen in 1989 sprak het congres zich wèl uit vóór voortzetting van de samenwerking met PPR en CPN.

Laatst gewijzigd:29 november 2023 15:36