Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen NIDA Geschiedenis

Partijgeschiedenis

NIDA (Arabisch voor ‘oproep’ of ‘stem’) begon in 2013 als lokale partij in Rotterdam. De partij verkondigt een ‘door islam geïnspireerde alomvattende, samenhangende visie’, maar staat in principe open voor niet-moslims. Zij nam in maart 2021 deel aan de Tweede Kamerverkiezingen maar bleef steken op 0,3% van de stemmen, niet genoeg voor een zetel.

Partijgeschiedenis

Partijleider Nourdin el Ouali was in 2010 in de Rotterdamse gemeenteraad gekozen als lid van GroenLinks, maar in 2013 uit de partij en de raad getreden. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 won de door hem aangevoerde lijst van NIDA met 4,8% van de stemmen twee raadszetels in Rotterdam. In 2018 won de partij nog iets meer stemmen maar evenveel zetels in de Maasstad, en één zetel in Den Haag. In Almere sloot het van de PvdA-fractie afgescheiden raadslid Hassan Buyatui zich in 2019 aan bij NIDA. Bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 nam de partij deel in Noord- en Zuid-Holland en haalde daar 0,4% respectievelijk 0,5%, te weinig voor een zetel.

NIDA besloot via een ledenraadpleging op 5 juli 2020 om deel te nemen aan de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Partijleider El Ouali beschreef de partij als ‘een progressief kosmopolitische emancipatiebeweging van een nieuwe generatie zonen en dochters van Nederland’ (NRC Handelsblad, 6 juli 2020). Hij gaf toe dat NIDA zich op hetzelfde electoraat richtte als DENK en ook grotendeels dezelfde prioriteiten stelde – racismebestrijding en diversiteit bijvoorbeeld – maar met een andere manier van politiek bedrijven: ‘minder populistisch, meer ethisch gedreven’ en constructiever (NRC Handelsblad, 6 juli 2020). DENK verwijst niet expliciet naar de islam. Pogingen tot samenwerking waren mislukt.

In november 2020 werd El Ouali tot lijsttrekker gekozen. Op de tweede plaats kwam de advocate Elsa de Loo, op de derde Nurullah Gerdan, tot die tijd voorzitter van de partij. De kandidatenlijst telde 19 mannen en 12 vrouwen. Twee hadden een Surinaamse, niet-islamitische achtergrond en vier droegen Hollandse namen.

Verkiezingsprogramma

In haar verkiezingsprogramma ‘Bij de tijd. Voor geloofwaardige politiek’ noemde NIDA zichzelf ‘geen moslimpartij’ want open voor niet-moslims, maar wel ‘geïnspireerd door islam’; echter ook geïnspireerd door niet-islamitische (progressieve) denkers als de Franse econoom Thomas Piketty, de Britse econoom Kate Raworth en de Nederlandse historicus en publicist Rutger Bregman. Centraal stonden de erkenning en versterking van etnische en religieuze diversiteit en de bestrijding van racisme en islamofobie in Nederland. Daartoe wilde NIDA een apart Ministerie voor Mens en Geloofwaardigheid instellen dat toezicht op de mensenrechten zou houden met name bij de overheid en de andere ministeries. Bovendien zou een parlementaire commissie moslimhaat en islamofobie in het parlement moeten onderzoeken. NIDA pleitte voorts voor wederinvoering van het verbod op godslastering, nationale erkenning van religieuze feestdagen en religieuze huwelijken, en acceptatie van religieuze symbolen bij geuniformeerde ambtenaren. De partij wilde meer aandacht voor diversiteit met name bij politie en justitie, in de zorg, de arbeidsmarkt, in het onderwijs, het cultuurbeleid en het openbaar bestuur. Haar religieuze achtergrond leek ook zichtbaar bij medisch-ethische kwesties; zo wees ze abortus van levensvatbare ongeboren kinderen af. Op sociaaleconomisch gebied nam de partij over het algemeen linkse, zo men wil sociaaldemocratische standpunten in. Ze uitte kritiek op ‘neoliberaal kapitalisme’ en ‘genadeloze marktwerking’, met name in de zorg en het openbaar vervoer. NIDA pleitte dan ook voor een Nationaal Zorgfonds en voor nationalisatie van energiebedrijven en het openbaar vervoer, dat op feestdagen voor iedereen en voor minima altijd gratis zou moeten worden. Ze wilde minimumloon en AOW verhogen (met 30%) en experimenteren met een basisinkomen. Mede geïnspireerd door het islamitisch principe van zakaatpleitte NIDA voor een drastische verschuiving van inkomstenbelasting naar vermogensbelasting. Daarnaast ijverde ze voor een liberaler migratiebeleid, met meer rechten voor migranten, en voor verhoging van ontwikkelingshulp tot 2,5% van de begroting. Bij het buitenlands beleid zouden mensenrechten meer gewicht moeten krijgen. Palestina en Israel zouden één staat moeten worden met recht op terugkeer voor alle Palestijnen. De Europese Unie zou geen ‘fort Europa’ moeten zijn en meer ruimte laten voor de autonomie van de lidstaten.

Hoewel de meeste oprichters van NIDA nog jong waren, besloot men toch ook in 2018 een jongerenorganisatie in het leven te roepen, NIYA genaamd: NIDA’s Young Adults. In het Arabisch van de Koran staat niyavoor ‘intentie’. Daarnaast werd in 2016 het NIDA Instituut Voor Onderzoek en Opleiding opgericht, afgekort NIVOO.

Laatst gewijzigd:21 februari 2023 12:01