Partijgeschiedenis
De Nieuwe Communistische Partij (NCPN) ontstond in 1992 uit een fusie tussen het Verbond van Communisten in Nederland (VCN) – die was afgescheiden van de Communistische Partij van Nederland (CPN) in 1985, toen die partij afstand had genomen van het marxisme-leninisme – en andere groepen afkomstig uit de CPN, die niet hadden willen opgaan in GroenLinks. De NCPN baseerde zich op het ‘wetenschappelijk socialisme, de wetenschappelijke wereldbeschouwing waarvan Marx en Engels de grondleggers zijn en die door Lenin en anderen verder ontwikkeld is’, aldus de ‘Grondslag’ (Manifest, 15 september 1992). Over de interpretatie van dit socialisme verschilde men aanvankelijk nogal van mening, waarbij de meerderheid van de redactie van partijkrant Manifest en een minderheid van het partijbestuur een ‘rekkelijker’ opvatting voorstond dan de meerderheid van het partijbestuur. De redactieleden – die in 1995 het onderspit dolven – wilden het communisme ‘moderniseren’ en daarbij enige afstand nemen van het systeem van de Sovjet-Unie, dat in hun ogen te weinig democratie had gekend. De ‘precieze’ meerderheid van het partijbestuur hield daarentegen vast aan het oorspronkelijke model van de Sovjet-Unie, dat volgens haar niet zozeer te weinig democratisch als wel te weinig marxistisch-leninistisch was geworden. Deze opvatting werd overigens al tegen het einde van de jaren zestig verkondigd door de Chinese leider Mao Zedong en zijn marxistisch-leninistische of maoïstische geestverwanten in Europa. Het wekt dan ook geen verbazing dat de NCPN toenadering heeft gezocht tot deze geestverwanten van Mao, zoals de Belgische Partij van de Arbeid.
De Socialistische Partij (SP), van oorsprong ook een maoïstische partij, heeft in de ogen van de NCPN niet alleen het marxisme-leninisme overboord gezet maar ook het socialisme onherkenbaar verwaterd (interview met Engel Modderman, lijsttrekker van de NCPN, 18 juni 1998). De NCPN hield onomwonden vast aan het socialisme, dat wil zeggen: socialisatie van alle belangrijke productiemiddelen en planning van de productie. In haar ogen vormde dat het enige alternatief voor het kapitalisme, dat zijn eigen problemen niet meer kan oplossen. Als belangrijkste problemen noemde Modderman, de lijstaanvoerder van de partij in 1998 en raadslid in Scheemda, de groeiende kloof tussen arm en rijk, de geldverslindende bewapening en de bureaucratie, in het bijzonder op fiscaal gebied. In haar verkiezingsprogram stelde de NCPN voor, fors te bezuinigen op defensie en de afdrachten aan de Europese Unie, en om meer uit te kunnen geven voor uitkeringen, gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer. Sociale en collectieve voorzieningen moesten beter en goedkoper worden, terwijl privatisering plaats diende te maken voor socialisering – bijvoorbeeld in de vorm van gemeentelijk woningbezit.
Deelname aan Tweede Kamerverkiezingen in 1994 en 1998 leverde de NCPN geen zetels op; in 1994 kreeg ze 11.701 stemmen, in 1998 5620. Wel won de partij in beide verkiezingsjaren tien respectievelijk negen zetels in de gemeenteraden van Lemsterland, Reiderland en Scheemda.
In 1999 splitste een groot deel van de NCPN-afdeling Scheemda zich af, naar aanleiding van een conflict over de aanleg van ‘de Blauwe Stad’, een aantal luxe woningen aan een nieuw meer in Oost-Groningen. De naburige afdeling Reiderland had vóór de aanleg gestemd, de meerderheid van Scheemda was tegen. Op de achtergrond speelde echter ook onvrede mee over de ‘commandostructuur’ van de NCPN en de koers van het partijbestuur, die men in Scheemda te sektarisch en anti-parlementaristisch vond. Modderman, in 1998 nog lijstaanvoerder van de NCPN, richtte met zijn medestanders de Verenigde Communistische Partij (VCP) op. Bij de gemeenteraadsverkiezingen won de VCP in 2002 bijna 15 procent van de stemmen in Scheemda, genoeg voor twee zetels. De NCPN kreeg nog slechts 1,5 procent in deze gemeente.
Elders ging het de NCPN beter af: in Lemsterland boekte ze in 2002 lichte stemmenwinst, in Reiderland leed ze licht verlies, maar in beide gemeenten handhaafde ze haar zeteltal. Bovendien wist ze in het Noord-Hollandse Heiloo een zetel in de wacht te slepen. De partij bereidde zich aan het begin van het jaar wel voor op de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei, door een ontwerpprogram te schrijven, een kandidatenlijst op te stellen en ruim 10.000 euro in te zamelen, maar het partijbestuur besloot in maart toch van deelname af te zien (Manifest, 28 maart 2002). Met het oog op het rechtse klimaat achtte men de kans op electoraal succes onvoldoende.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 januari 2003 zou de NCPN wel weer van de partij zijn. Op een verkiezingsconferentie op 16 november in Amsterdam werd het verkiezingsprogram op enkele punten aangepast en vastgesteld. Lijstaanvoerder werd de welzijnswerker Alejandro de Mello, die begin jaren zeventig met zijn ouders uit Chili naar Nederland was gevlucht. De NCPN wilde naast de SP een echt communistisch geluid laten horen. In het verkiezingsprogramma beschreef de partij zich als ‘tribune… voor die delen van de werkende bevolking die strijden voor een beter bestaan’ in een socialistisch perspectief. In concrete termen ijverde ze voor wederopbouw van de sociale zekerheid en tegen privatisering en commercialisering van overheidstaken, meer zeggenschap voor bewoners over voorzieningen in hun wijken, en voor personeel en reizigers van openbaar vervoer. De partij steunde ook in het voorjaar van 2003 actief het verzet tegen de oorlog in Irak.
Met 4854 stemmen (0,05%) viel het resultaat bij de Kamerverkiezingen in januari 2003 iets lager uit dan in 1998. De campagne had ongeveer 10.000 euro gekost (in 1998 50.000 gulden, dus omgerekend ongeveer 22.500 euro).
Uit deze cijfers zou men kunnen afleiden dat het aantal (betalende) leden is gedaald. De rede van partijvoorzitter Job Pruijser op het vierde partijcongres (op 19 en 20 mei 2001) duidde daar ook op: de oudere generatie viel langzaam weg, zo merkte hij op, de partij moest meer leden werven (Manifest, 28 juni 2001). Aan de andere kant scheen de partij wel een belangrijk aantal jongeren aan te trekken, al werden die niet meteen als lid ingeschreven. Volgens partijbestuurder en internationaal secretaris Wil van der Klift zou de NCPN begin 2003 een kleine 1000 leden tellen, maar exacte getallen werden niet gegeven (e-mail van 24 januari 2003).
In 2006 leed de NCPN verlies bij de gemeenteraadsverkiezingen; zij nam niet deel aan de Kamerverkiezingen.
Laatst gewijzigd: | 21 februari 2023 11:21 |