GroenLinks jaaroverzicht 2003
Uit: J. Hippe, P. Lucardie en G. Voerman, 'Kroniek 2003. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2003', in: G. Voerman (red.), Jaarboek 2003 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2004), 15-137, aldaar 70-77.
Inleiding
Voor GroenLinks zou men 2003 een jaar van verlies èn winst kunnen noemen. Electoraal zette de dalende trend van 2002 zich voort – zowel bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer als voor de Provinciale Staten. Het ledental van de partij bleef echter groeien: van 18.500 in januari naar 20.500 in december.
Programma Tweede-Kamerverkiezingen
Het programma en de kandidatenlijst voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 22 januari 2003 had GroenLinks al snel na de val van het eerste kabinet-Balkenende vastgesteld (zie Jaaroverzicht 2002). Op 3 januari opende lijsttrekker mevr. F. Halsema de verkiezingscampagne op een nieuwjaarsbijeenkomst in Utrecht met de presentatie van een aangepaste versie van het verkiezingsprogramma. Met het oog op het door het Centraal Planbureau voorspelde tekort op de begroting van tien miljard wilde GroenLinks de belastingen voor hogere inkomens en bedrijven verhogen met vijf miljard euro. Daarnaast zouden besparingen op infrastructuur en defensie het tekort moeten verminderen. De bezuinigingen die de VVD voorstelde, noemde Halsema asociaal en bovendien slecht onderbouwd.
Campagne Tweede-Kamerverkiezingen
In de verkiezingscampagne profileerde GroenLinks zich als sociaal, ethisch en groen, met als motto: “knokken voor wat kwetsbaar is”. De partij legde nadruk op openbaar vervoer, waar zij één miljard extra aan wilde besteden, en voerde geregeld campagne in of bij een trein of tram. Voorts wilde ze meer geld uittrekken voor betaalbare (huur)woningen. Een ander thema was de dreigende oorlog in Irak, die GroenLinks zonder meer afwees (zie hieronder). De partij zou niet aan een kabinet willen deelnemen dat een dergelijke oorlog zou steunen. Halsema speelde de hoofdrol in de campagne, niet alleen in debatten op televisie of radio maar ook in diverse folderacties op straat of in stations. In de ogen van waarnemers miste ze echter soms agressiviteit. Bovendien moest zij oppositie voeren tegen de tijdgeest, zo meende campagneleider T. van der Lee (de Volkskrant, 17 januari 2003). Veiligheid en integratie, geliefde onderwerpen bij andere partijen, kwamen bij GroenLinks weinig ter sprake.
Uitslag Tweede-Kamerverkiezingen
In het slotdebat deed Halsema het volgens de meeste kijkers beter dan alle anderen. Misschien kon zij zodoende het verlies nog beperken, dat de peilingen hadden voorspeld. GroenLinks verloor twee zetels en niet drie of vier, zoals verwacht. Mevr. N. Azough, die op de negende plaats stond, moest derhalve haar zetel opgeven. Zonder lijstverbinding met de SP was de achtste zetel ook verloren gegaan.
GroenLinks verloor vooral zetels aan de PvdA, die profiteerde van de concurrentie om de eerste plaats met het CDA en de populariteit van lijsttrekker Bos. Maar GroenLinks had het verlies ook aan zichzelf te wijten, zo werd regelmatig opgemerkt op de zes regionale bijeenkomsten in januari en februari waar de verkiezingsuitslag werd besproken. Ook de partijraad van 1 februari was voor een belangrijk deel gewijd aan de evaluatie van de verkiezingscampagne en de uitslag. De partij had wellicht scherper oppositie moeten voeren en zich meer moeten profileren ten opzichte van PvdA en SP. Ze zou zich ook meer op allochtone kiezers kunnen richten en minder de indruk wekken een partij van de Randstad te zijn. Van kritiek op de lijsttrekker wilden de deelnemers van de bijeenkomsten echter weinig weten, wel was er commentaar op de activiteiten van andere kopstukken, op de huis-aan-huiskrant en op het ingehuurde plakbureau dat nogal slordig was omgesprongen met de verkiezingsaffiches. Een enkeling pleitte voor fusie met de SP.
Partijvoorzitterschap
In 2003 liep de termijn van mevr. M. de Rijk als partijvoorzitter af. Aangezien zij zich niet herkiesbaar had gesteld, was de kandidatencommissie van GroenLinks nog in 2002 op zoek gegaan naar mogelijke opvolgers. Op 16 januari droeg zij twee kandidaten voor, de Rotterdamse oud-wethouder H. Meijer en de Amsterdamse oud-wethouder F. Köhler.
Het congres koos op 15 februari in Amsterdam in de tweede ronde Meijer met 209 stemmen als opvolger van de Rijk, tegen 180 stemmen voor Köhler. Aan de eerste ronde hadden nog drie kandidaten meegedaan die niet de zegen van de kandidatencommissie hadden gekregen: de Dordtse wethouder mevr. G. Bosdriesz, het Diemense raadslid I. Leeuwin en de voorzitter van de afdeling Den Haag, D. Rietveld. Zij kregen slechts weinig stemmen. Meijer had zichzelf als ‘een beetje een moederlijk figuur’ aangeprezen (de Volkskrant, 17 februari 2003).
Provinciale Statenverkiezingen
In de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen presenteerde Halsema samen met het Tweede-Kamerlid A.J.W. Duyvendak op 3 maart de notitie Eén Schiphol is genoeg. Hierin stelde GroenLinks sluiting of aanzienlijke beperkingen voor de meeste regionale vliegvelden in Nederland voor. Het Platform Nederlandse Luchtvaart noemde dit ‘goedkope verkiezingsretoriek’ (Trouw, 4 maart 2003). Ook de voor de luchtvaart verantwoordelijke staatssecretaris mevr. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus wees de plannen meteen af, mede met het oog op de werkgelegenheid. Zelfs binnen GroenLinks stuitte de notitie op weerstand – niet alleen in Noord-Brabant, waar de milieubeweging nog in 2000 een convenant met gemeenten en provincie had gesloten over beperkte groei van Eindhoven Airport, maar ook in Groningen, waar GroenLinks-Statenlid W. van der Ploeg de chartervluchten van Eelde niet wilde verbieden.
De uitslag van de Statenverkiezingen betekende een teleurstelling voor GroenLinks. De partij bleef de vierde in grootte (zie tabel 2), maar verloor zetels in elke provincie; relatief het meest in Zeeland (van vier naar twee zetels) en het minst in Groningen en Drenthe (van zes naar vijf zetels). Voor het eerst sinds haar oprichting in 1990 leed de partij verlies bij provinciale verkiezingen. Over het algemeen werd dit toegeschreven aan de invloed van de PvdA – die onder meer had opgeroepen in de Eerste Kamer een meerderheid voor een mogelijke coalitie van CDA en PvdA te verzekeren.
In Noord-Holland besloot GroenLinks deel te nemen aan een college met CDA, VVD en D66, omdat de PvdA zich feitelijk zelf buiten spel had geplaatst. Ondanks enige twijfel sprak de provinciale ledenvergadering op 29 maart geen veto uit.
Eerste-Kamerverkiezingen
Het congres stelde op 15 februari de kandidatenlijst voor de in mei opnieuw te kiezen Eerste Kamer vast. Enkele dagen vóór het congres had het Noord-Hollandse Statenlid C.H. Koetsier een klacht ingediend bij de Commissie Gelijke Behandeling wegens leeftijdsdiscriminatie door zijn eigen partij. Zijn afdeling had hem voorgedragen voor de Eerste Kamer, maar de door oud-senator B. de Gaay Fortman voorgezeten kandidatencommissie achtte de 69-jarige te oud daarvoor. Om dezelfde reden wees de commissie ook de kandidatuur van de 72-jarige oud-staatssecretaris M. van Hulten en van voormalig partijbestuurder C. Tilanus af.
Het congres stemde hiermee in, al klonk er ook wel kritiek op de commissie en volgde men de aanbevelingen niet helemaal. Zo kreeg oud-partijvoorzitter De Rijk niet de tweede maar de derde plaats op de lijst, achter oud-fractievoorzitter L.H.G. Platvoet. Laatstgenoemde legde het echter af tegen fractiegenote mevr. D.J.B. de Wolff bij de verkiezing van een nieuwe lijstaanvoerder/fractievoorzitter. Deze functie was vacant geraakt doordat W. de Boer – die vanaf 1991 de fractie van GroenLinks in de senaat had voorgezeten – zich had teruggetrokken. Ter gelegenheid van zijn vertrek werd op 13 juni een symposium gehouden over media en politiek.
Kandidatenlijst Europese verkiezingen 2004
De partijraad stelde op 12 april een kandidatencommissie in, voorgezeten door De Boer – op dat moment nog Eerste-Kamerlid –, die in januari 2004 haar advies openbaar zou maken. Op 21 juni besprak de partijraad het profiel voor de kandidaten. Het partijcongres in februari 2004 zou de definitieve volgorde vaststellen.
Programma Europese verkiezingen 2004
Op 5 juli werd het eerste concept voor het verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen – geschreven door een commissie onder leiding van mevr. S. Voogd – gepresenteerd en besproken op een bijeenkomst in Utrecht. Hierin steunde GroenLinks in beginsel het ontwerp voor een Europese grondwet, maar wilde die wel voorleggen aan de kiezers in een referendum – een voorstel dat uiteindelijk door de Tweede Kamer overgenomen werd. Het conceptprogram bevatte voorstellen voor verdergaande integratie, zoals de invoering van Engels als werktaal in de Europese instellingen, een handvest voor dierenrechten, en een moratorium op nationale beperkingen van het asielrecht. Het concept werd in een herziene versie op 1 november gepresenteerd op het GroenLinks Forum. Vervolgens zou het in februari 2004 aan het congres voorgelegd worden.
De Raad van de Europese Federatie van Groene Partijen stelde op 8 november in Luxemburg een kort verkiezingsmanifest vast, dat als aanvulling diende op de verkiezingsprogramma’s van de aangesloten partijen. Hoofdpunten waren milieubescherming, sociaal beleid, democratie, vredesbeleid en ‘globalisering van onderop’.
In december bereikten de partijbesturen van GroenLinks en de PvdA overeenstemming over een lijstverbinding bij de Europese verkiezingen.
In 2003 nam GroenLinks ook actief deel aan de voorbereiding van een Europese Groene Partij, die in 2004 formeel opgericht zou worden.
Oorlog in Irak
Zoals hierboven reeds vermeld had partijleider Halsema in januari verklaard dat GroenLinks ingrijpen in Irak door de Verenigde Staten te allen tijde afwees – zelfs al zou de Verenigde Naties een dergelijke aanval steunen. Zij voegde eraan toe dat haar partij niet aan een kabinet zou deelnemen dat een dergelijke oorlog zou steunen. GroenLinks nam verder actief deel aan demonstraties tegen de oorlog in Irak in Amsterdam op 15 februari en 22 maart. Het partijcongres was op 15 februari speciaal in de hoofdstad gehouden om deelname van de aanwezige partijleden aan deze demonstratie mogelijk te maken.
Op 12 april sprak de partijraad over de oorlog in Irak. De oorlog werd unaniem afgekeurd. Ook het standpunt van het kabinet – geen militaire maar wel politieke steun – vond weinig waardering. De discussie ging vooral over de rol van de Verenigde Naties bij een Amerikaanse bezetting en over humanitaire hulp.
Op 22 mei organiseerde het landelijk bureau van GroenLinks een discussiebijeenkomst over Irak, oorlog en vrede en democratie in het Midden-Oosten, met bijdragen van de Midden-Oosten-specialist P. Aarts en de Tweede-Kamerleden mevr. F. Karimi en Halsema.
Activisme
Naast de campagne tegen de oorlog in Irak was GroenLinks ook betrokken bij acties tegen de bezuinigingsplannen van het tweede kabinet-Balkenende. Op 20 september nam de partij deel aan een manifestatie die was opgezet door het platform ‘Keer het tij’ in Amsterdam, waarbij zij was aangesloten. Ook deed GroenLinks mee aan acties die ‘Keer het tij’ op 18 december in meer dan twintig steden voerde.
In de loop van 2003 kwamen enkele actievoerende leden in opspraak vanwege hun steun aan illegale en gewelddadige acties, in heden of verleden. Het Tweede-Kamerlid Duyvendak zou als redacteur van het activistenblad Bluf! in de jaren tachtig gewelddadige acties hebben verdedigd en bovendien contacten met de terroristische RaRa-groep onderhouden hebben. De publicist P. Siebelt onthulde dit in zijn kritische biografie Rara, wie ben ik? die in november verscheen. De Revolutionaire Anti-Racistische Aktie (RaRa) pleegde in de jaren tachtig aanslagen op bedrijven die investeerden in Zuid-Afrika. Duyvendak maakte zelf geen geheim van zijn verleden als radicaal actievoerder in de milieubeweging, kraakbeweging en de antimilitaristische groep Onkruit, maar ontkende ooit geweld aangeprezen of toegepast te hebben. Siebelt had eerder in 2003 enig opzien gebaard met zijn boek Econostra. Het netwerk achter Volkert van der Graaf. Hierin vergeleek hij de milieubeweging met de Italiaanse maffia: een netwerk van legale en illegale organisaties waarin ook GroenLinks een belangrijke rol zou spelen.
De algemeen coördinator van de jongerenorganisatie Dwars, R. van den Dool, trad in december af nadat hij in een interview gewelddadige acties tegen nertsenfokkers openlijk had gesteund (NRC Handelsblad, 5 december 2003). Dwars nam in een persbericht afstand van geweld bij dierenactivisme; GroenLinksvoorzitter Meijer deed dat eveneens.
Partijbijeenkomsten
Op 1 november hield het GroenLinks Forum zich in Utrecht bezig met het thema ‘emancipatie doe je niet alleen’. In workshops kwamen verschillende aspecten en doelgroepen van emancipatie aan de orde, waarbij vooral de sessies over emancipatie van moslims (ook moslimhomo’s en moslimvrouwen) veel belangstelling trokken. Dit vormde het voorlopige slot van een serie discussiebijeenkomsten in de regio en binnen neveninstellingen over emancipatie.
Verwante instellingen en publicaties
Ten behoeve van de afdelingsbesturen publiceerde het partijbureau in april een Handleiding lokale ledenbinding. Hierin waren adviezen opgenomen hoe de binding van oude en nieuwe leden aan de partij te versterken.
Het Tweede-Kamerlid mevr. E.H. Tonkens publiceerde in augustus Mondige burgers, getemde professionals. Marktwerking, vraagsturing en professionaliteit in de publieke sector, een kritische studie over de invloed van de markteconomie in de zorg- en welzijnssector.
Het Wetenschappelijk Bureau presenteerde op een conferentie voor afdelingsbestuurders – getiteld ‘Groeiend GroenLinks’ – in Utrecht op 14 juni Het lokale Antwoord. GroenLinkse ervaringen in multiculturele steden en lessen uit de praktijk, van de hand van mevr. L. Michon, medewerker van het bureau. Zij schetste een genuanceerd beeld van het minderhedenbeleid in Dordrecht en Rotterdam. Twee dagen later bood partijvoorzitter Meijer het rapport aan de parlementaire enquêtecommissie aan die het integratiebeleid onderzocht. In september verscheen Handelsverdragen versus milieuverdragen. Een progressieve agenda voor duurzame ontwikkeling, van de hand van W. Verhaak, eveneens medewerker van het bureau. De Wereldhandelsorganisatie bleek volgens deze analyse minder milieuonvriendelijk dan critici in de zogeheten ‘andersglobaliseringsbeweging’ doorgaans beweerden. Niettemin viel er veel te verbeteren aan deze organisatie en aan de naleving van internationale milieuverdragen. Op 5 september publiceerde het Wetenschappelijk Bureau Regulering van drugs voor een veiliger samenleving: maak van drugs geen strafzaak, geschreven door negen deskundigen en geredigeerd door de directeur van het bureau, mevr. C. van Dullemen. De auteurs toonden zich bezorgd over de roep om een repressief drugsbeleid, die zij voor een deel toeschreven aan Amerikaanse druk. Nederland zou juist verder moeten gaan op de weg van legalisering en regulering van drugs.
Het Wetenschappelijk Bureau organiseerde op 27 september in Utrecht een Economiedag met als thema: ‘stagnatie in de polder’. Het Tweede-Kamerlid C.C.M. Vendrik hield een inleiding over het sociaal-economisch beleid van het tweede kabinet-Balkenende. Naast wethouders en Tweede-Kamerleden namen hieraan verschillende deskundigen uit de vakbeweging, de overheid en de universiteiten deel. Op 17 oktober belegde het bureau in Utrecht een bijeenkomst over lokaal minderhedenbeleid, waarbij de directeur van Forum, S. Harchaoui, in debat ging met een aantal wethouders van GroenLinks.
De Linker Wang, het platform voor geloof en politiek verbonden met GroenLinks, stelde begin 2003 de Ab Harrewijn prijs in, ter nagedachtenis van het op 13 mei 2002 onverwacht overleden Tweede-Kamerlid (zie Jaaroverzicht 2002). Op zijn sterfdag werd deze prijs in Den Haag uitgereikt aan mevr. A. Disbudak, oprichter van het Migranten Platform Gehandicapten in de regio Amsterdam. Op 15 november belegde De Linker Wang in Utrecht een landelijke vergadering over de bevrijdende rol van de godsdienst, waaraan onder meer de oud-voorzitter van het CNV A. Westerlaken en partijvoorzitter Meijer deelnamen.
Het feministisch netwerk (FemNet) van GroenLinks hield op 28 juni een netwerkmiddag over emancipatie in Utrecht. Over hetzelfde onderwerp organiseerde het GroenLinks platform voor seksuele diversiteit RozeLinks een bijeenkomst in Utrecht op 13 september.
Op 22 april (internationaal bekend als ‘Earth Day’) organiseerde de aan GroenLinks verbonden Stichting Duurzame Solidariteit een bijeenkomst in Utrecht over duurzame ontwikkeling. Onder anderen mevr. H. French, onderzoeker bij het Amerikaanse Worldwatch Instituut hield een lezing. Op 25 oktober verzorgde de Stichting een bijeenkomst in Groningen over globalisering en de Wereldhandelsorganisatie, onder de titel ‘Werk aan de wereld’. Globalisering kwam opnieuw aan de orde op een conferentie in Amsterdam op 15 november, nu met het oog op de internationale rechtsorde.
De jongerenorganisatie Dwars ontplooide veel activiteiten in 2003. Op 26 april vond in Utrecht een congres plaats over de Europese Unie, en op 15 en 16 november een congres over milieu en duurzaamheid. Op 27 juni organiseerde Dwars samen met studentenvakbonden een ‘onderwijsfeestdag’ in Den Haag, en aansluitend een congres over onderwijs in Amsterdam dat tot 29 juni zou duren, onder het motto ‘leren is kunst’. Algemene vergaderingen (van huishoudelijke aard) vonden plaats op 26 januari, 18 mei en 23 november. In november werd een nieuw coördinerend overleg (bestuur) gekozen. Drie van de zes bestuursposten bleven (tot januari) onbezet, bij gebrek aan kandidaten. Van den Dool werd herkozen als algemeen coördinator, maar zou (zoals al vermeld) in december aftreden na omstreden uitspraken over dierenactivisme. R. Dalhuisen nam zijn functie waar.
De adviesgroep raads- en statenwerk belegde op 5 april in Utrecht een kaderbijeenkomst over het terugkeerbeleid van asielzoekers. Op 22 november vond eveneens in Utrecht de jaarlijkse conferentie voor raads- en statenleden plaats, onder het motto ‘wie is de baas?’. Europarlementariër J. Lagendijk verzorgde een inleiding.
GroenLinks in de Europese Unie organiseerde op 28 februari een discussie over de richtlijnen voor natuurbescherming (de habitat- en vogelrichtlijn) met europarlementariër A. de Roo. Op 16 mei belegde de organisatie in Utrecht samen met de Gehandicapten GroenLinks een bijeenkomst over arbeidsdiscriminatie van mensen met een functiebeperking, onder de titel ‘prettig werken zonder drempels’.
Het ambtenarennetwerk van GroenLinks, genaamd Ambtonetwerk, hield op 4 juni een debat in den Haag over de rol van de overheid. Sprekers waren onder meer de hoogleraren bestuurskunde P.H.A. Frissen en R. in’t Veld en het Tweede-Kamerlid Vendrik.
Personalia
De Wageningse oud-wethouder J. Bogers had op 6 mei 2002 de naam van de (vermoedelijke) moordenaar van W.S.P. Fortuyn uit laten lekken (zie Jaaroverzicht 2002). Op 6 mei 2003 werd hij wegens schending van het ambtsgeheim veroordeeld tot een boete van 500 euro.
Op 20 oktober presenteerde de in 2002 afgetreden politiek leider van GroenLinks P. Rosenmöller in Den Haag zijn memoires getiteld Een mooie hondenbaan. Daarbij vond een debat plaats met zijn vroegere politieke concurrenten De Graaf (D66), De Hoop Scheffer (CDA) en mevr. J. van Nieuwenhoven (PvdA) over de politieke veranderingen veroorzaakt door het optreden van Fortuyn. Rosenmöller was intussen overigens aan een nieuwe loopbaan als televisiepresentator begonnen.
In november nam A. van den Brand afscheid van de Tweede Kamer nadat hij een hartinfarct had gehad. Hij was pas in januari gekozen.
Laatst gewijzigd: | 31 maart 2023 16:19 |