Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen GroenLinks (GL) Geschiedenis

GroenLinks jaaroverzicht 1990

Uit: P. Lucardie, M. Nieboer en I. Noomen, ‘Kroniek 1990. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1990’ in: G. Voerman (red.), Jaarboek 1990 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1991), 14-57, aldaar 33-38.

Inleiding

Geschraagd door de succesvol verlopen gemeenteraadsverkiezingen nam de samenwerking tussen PPR, PSP, CPN en EVP binnen Groen Links in 1990 vastere vormen aan. Uiteindelijk resulteerde deze in de officiële oprichting van Groen Links op 24 november.

Gemeenteraadsverkiezingen

Over het algemeen leverden de afspraken om gezamenlijk aan de raadsverkiezingen deel te nemen weinig problemen op tussen de betreffende partijen. In enkele plaatsen echter ontstond commotie over de samenstelling van de kandidatenlijst, zoals in Groningen. PPR, PSP en EVP wilden niet ingaan op de eis van de CPN om twee communistische kandidaten te leveren voor de eerste zes plaatsen, waarna de CPN besloot om onder haar eigen naam zelfstandig de verkiezingen in te gaan. De CPN won weliswaar één zetel, maar besloot aan het eind van het jaar toch op te gaan in de fractie van Groen Links.

De gemeenteraadsverkiezingen verliepen zeer succesvol voor Groen Links. Het aantal raadszetels dat in 1986 door (combinaties van) CPN, PPR, PSP en EVP was behaald, nam met bijna de helft toe. Ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen van 1989 boekte Groen Links ook winst, die hoogstwaarschijnlijk ten koste van de PvdA was gegaan. In de gemeenteraad van Den Haag nam de Surinaamse schrijfster Astrid Roemer zitting, alhoewel zij niet direct was verkozen. Om tegenwicht te bieden aan de verkiezing van drie vertegenwoordigers van extreem-rechtse partijen had V. Wijnker, die als derde op de lijst van Groen Links was verkozen, haar zetel aan Roemer afgestaan. Groen Links in Amsterdam was sterk verdeeld over de vraag of de partij zitting moest nemen in het college van B en W, samen met PvdA, D66 en de VVD. De achterban had grote moeite met de concessies die Groen Links had moeten doen in de onderhandelingen.

Het begin van de toekomst

Door het Groen Links Bestuur was in december 1989 een ‘schrijfgroep’ ingesteld die als opdracht kreeg de politieke uitgangspunten en doelstellingen van Groen Links in kaart te brengen. In april verscheen het stuk onder de titel ‘Het begin van de toekomst’. Volgens het manifest moest Groen Links het alternatief van de ‘maakbare’ samenleving uit­dragen en zich keren tegen de ‘heersende ideologie van het realisme’. De partij moest echter niet in oude fouten vervallen door te pretenderen over een alomvattende blauwdruk voor de ideale maatschappij te beschikken. Vanwege de vele heilige huisjes die er in werden omgehaald had de begeleidende ‘klankbordgroep’ van enkele vooraanstaande Groen Linkse leden de status van het manifest wat afgezwakt door het als ‘discussiestuk’ te presenteren. Inderdaad was het onthaal binnen Groen Links niet gunstig. Op de eerste landelijke bijeenkomst van Groen Links op 10 maart die aan ‘Het begin’ was gewijd, bleek de kritiek niet van de lucht. Ook binnen de Groen Linkse Raad (de partijraad) van 24 maart bleek men overwegend afwijzend.

Vanwege de vele kritiek - ook uit de afdelingen - zag het Groen Links Bestuur ervan af om op basis van ‘Het begin’ aan het eerste congres van Groen Links een concept-beginselprogram voor te leggen. Besloten werd het manifest volledig te laten herschrijven en in 1991 opnieuw te bespreken.

Groen of links?

Op 28 maart verklaarde het Groen Linkse Kamerlid P. Lankhorst in een interview in Trouw dat zijn partij ten behoeve van een grondige aanpak van de milieuproblematiek een verlaging van àlle inkomens moest accepteren. De belofte in het verkiezingsprogramma van Groen Links, waarin de minima nog 15 procent extra koopkracht in het vooruitzicht werd gesteld, kon volgens Lankhorst beter worden ingetrokken. Naar aanleiding van de uitlatingen van Lankhorst kwam er een discussie binnen Groen Links op gang over het dilemma tussen de bescherming van het milieu (groen) en een eerlijker verdeling van de welvaart (links). Partijvoorzitter L. Platvoet was niet bereid afstand te nemen van het in het verkiezingsprogram vastgelegde uitgangspunt. Groen Links had volgens Platvoet een ‘drastische politieke keuze’ gemaakt voor inkomensgroei van de minima en het verlagen van de hoogste inkomens. De Tweede Kamerfractie van Groen Links nam eveneens afstand van het optreden van Lankhorst. Mevr. I. Brouwer verweet Lankhorst een ‘slordige redenering’; het redden van het milieu was van groot belang, maar mocht niet ten koste gaan van de mensen met de allerlaagste inkomens. In juni zouden Brouwer en Lankhorst in een debat in ‘Diligentia’ in Den Haag over het dilemma ‘milieu of minima’ de degens kruisen.

Vanuit de achterban werd na het vraaggesprek hier en daar om het aftreden van Lankhorst geroepen. ‘Links Rotterdam’ - de gezamenlijke gemeenteraadsfractie van Groen Links en de SAP - vroeg de fractiegenoten van Lankhorst ‘een beetje beter op hem te passen’. Openlijke bijval kreeg Lankhorst daarentegen van het geestverwante Eerste Kamerlid B. de Gaay Fortman. Op het congres van de PPR in april verklaarde de senator dat de Groen Linkse verkiezingsbelofte eenvoudig niet te betalen was zonder dat het milieubeleid daaronder zou leiden.

In november sprak de Tweede Kamerfractie het laatste woord door aan het milieu een hogere prioriteit te verlenen dan aan het inkomen. ‘Mil­ieubeleid is van levensbelang, ook voor de minima. Daaraan mogen geen concessies worden gedaan’, zo verklaarde het fractielid W. Willems tegenover Trouw (10 november 1990).

Verdere integratie

Ondanks deze onenigheid over de politieke koers ging de organisatorische integratie van Groen Links gewoon door. De Groen Linkse Raad, een soort partijraad die de parlementsfracties en het Groen Links Bestuur diende te controleren, vergaderde voor het eerst op 27 januari en kwam sindsdien één keer in de twee maanden bijeen. Begin maart verscheen het eerste nummer van Groen Links. Politiek maandblad, waarmee aan de uitgave van de Vergezicht en de organen van PPR, CPN, PSP en EVP een einde kwam. De redactie van het partijblad was onafhankelijk van het Groen Links Bestuur. Op 1 april was de integratie van de wetenschappelijke activiteiten en van het vormings- en scholingswerk voltooid. Het wetenschappelijk bureau van Groen Links nam de uitgave van De Helling over. Naast het Groen Links Vrouwenbureau werd op 13 januari het Groen Links Vrouwenoverleg opgericht; een bundeling van vrouwen uit de betrokken partijen ‘en andere vrouwen die zich betrokken voelen bij Groen Links’, met als doel ‘het feminisme in Groen Links gestalte te geven en te waken … dat het een continue factor blijft in de partij’ (de Vergezicht, jan. 1990, blz.2) De homo- en lesbische groepen sloten zich aaneen in het Groen Links Homo/Lesbisch Platform. Wat betreft de jongerenorganisaties verliep de ineenschuiving stroever. Met name de Pacifistisch Socialistische Jongeren Groepen (PSJG) toonden weinig haast. Uiteindelijk werd toch overeenstemming bereikt en kon op 16 december de Groen Linkse jongerenorganisatie ‘Dwars’ van start gaan.

Links Forum

In maart werd door het uit ‘oppositionele’ PSP-kringen voortgekomen Links Forum een vereniging gevormd, die als linkervleugel van Groen Links kan worden beschouwd. Dat in het recentelijk verschenen manifest ‘Het begin van de toekomst’ de term socialisme amper werd gebruikt was voor velen van deze groepering een steen des aanstoots.

Oprichtingscongres 24 november 1990

Nadat CPN, PPR, PSP en EVP alle akkoord waren gegaan met de invoering van het dubbellidmaatschap, waardoor hun leden met ingang van 1 juli tevens lid werden van de Vereniging Groen Links - tenzij men hiervoor nadrukkelijk toestemming had geweigerd -, had op 24 november in Den Haag de formele oprichting van Groen Links plaats (zie hierover ook het artikel ‘De oprichters van Groen Links’ van A.P.M. Lucardie, W.H. van Schuur en G. Voerman in Jaarboek DNPP 1990). In de eerste plaats stelde het congres de statuten en het huishoudelijk reglement vast. Opvallend daarbij was dat de optie van het ‘ledenkongres’ - waarbij elk lid in beginsel stemrecht had - het aflegde tegen het principe van het ‘afgevaardigdenkongres’, waarbij het stemrecht uitsluitend berust bij afgevaardigden van de afdelingen. Het congres volgde de wens van het Groen Links Vrouwenoverleg niet om in de statuten vast te leggen dat minstens de helft van de functies in alle geledingen van de partij diende te worden gereserveerd voor vrouwen. Wel sprak het uit dat gelijke deelname van mannen en vrouwen aan alle partijfuncties uitgangspunt is en dat daarover op een volgend congres bindende afspraken in de partijreglementen worden gemaakt. Het congres koos verder een nieuw Groen Links Bestuur, waarvan M. Vos de nieuwe voorzitter werd als opvolger van Platvoet. Ook werd de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer opgesteld. Mevr. F. Bolding (CPN), aanvankelijk op de eerste plaats gezet door een commissie onder leiding van het vertrekkende Eerste Kamerlid J. Vogt, werd ten gunste van W. de Boer (PPR) terugverwezen naar de tweede plaats. Deze degradatie kwam voort uit de wrevel die haar officiële bezoek aan de veertigjarige DDR in 1989 - juist op het moment dat het Oostduitse volk daar in verzet kwam - had gewekt. T. Pitstra (PSP) en mevr. H. van Wijngaarden (PSP) kwamen op de verkiesbare derde en vierde plaats terecht, W. Herstel (EVP) werd op de vijfde plaats gekozen.

De scheidende voorzitter Platvoet riep op het congres de PvdA, D66 en vredesorganisaties als het IKV en Pax Christi op om mee te doen aan een demonstratie die Groen Links samen met het Anti-Golfoorlog Komité organiseerde. De bedoeling was ‘een tegenwicht bieden tegen de oorlogstemmingmakerij die ook in Nederland doorsijpelde’. Ook mevr. R. Beckers, voorzitter van de Tweede Kamerfractie, wijdde een groot deel van haar toespraak aan de dreigende oorlog met Irak en hekelde daarbij het oorlogsdenken in de westerse wereld. Groen Links sprak zich hiermee als eerste en enige partij in de Tweede Kamer uit tegen elke vorm van geweld om aan de crisis in de Golf een einde te maken.

Kwestie Verbeek

De Groen Linkse Europarlementariër H. Verbeek (PPR) raakte in de zomer in opspraak toen hij openlijk te kennen gaf dat hij niet bereid was om - zoals van tevoren was afgesproken - in 1991 tussentijds af te treden ten gunste van de uit de PSP afkomstige J. Hontelez. Volgens Verbeek belemmerde deze regeling de continuïteit van de parlementaire werkzaamheden. Groen Links-voorzitter Platvoet stelde dat Verbeek zich aan de afspraak diende te houden. Ook de partijraad van de PPR kantte zich tegen Verbeeks voornemen.

Personalia

In november nam mevr. A. van Es afscheid van de Tweede Kamer, waarvan zij sinds 1981 lid was geweest - tot 1989 namens de PSP, daarna namens Groen Links. In 1975 was zij al bij de Tweede Kamer komen werken als medewerkster van de PSP-fractie. Ze werd in de Kamer opgevolgd door mevr. L. Sipkes, eveneens afkomstig uit de PSP, en medewerkster van het Centrum voor Vredesvraagstukken aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen.

Verwante instellingen en publikaties

Op 28 en 29 september vond de Groen Links conferentie ‘Gedeelde Veiligheid 2000’ plaats; over de mogelijkheden en beperkingen van een nieuw, wereldwijd veiligheidssysteem. De werkgroep Studie-financiering van Groen Links schreef een notitie onder de titel ‘Valt er nog wat te ritselen…’. Hierin werd onder meer door M. van Poelgeest - voormalig voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond - voorgesteld dat de overheid elk jaar met de studentenbeweging een CAO zou afsluiten over de hoogte van de beurzen.

In de notitie De Europese integratie op sociaal en ecologisch spoor stelde Groen Links dat de Europese eenwording moest worden opgeschort. Voltooiing van de interne markt zou vooralsnog een onverantwoorde hoeveelheid negatieve effecten voor het milieu met zich mee brengen.

Evangelische Volkspartij

In het voorjaar besloot het bestuur van de EVP de mening van de partijachterban te peilen ten aanzien van verdergaande samenwerking in Groen Links. Uiteindelijk toonde 92% zich voorstander van integratie van de EVP in Groen Links. Op 12 mei stemde vervolgens het partijcongres in met het dubbellidmaatschap. Door het partijbestuur werd de oprichting overwogen van een ‘Evangelisch Radikaal Forum’, dat als ‘categorale groep’ binnen Groen Links zich zou moeten gaan bezinnen op de politieke betekenis van het evangelie. Op 1 december werd het Forum opgericht.

Op 3 november besloot het congres de partij in 1991 te zullen opheffen - mits in een referendum driekwart van de reacties instemmend zou zijn.

Op 24 november overleed Ch. von Meyenfeldt, generaal b.d. en één van de oprichters van de EVP. Von Meyenfeldt was afkomstig uit de ARP, maar had geen vertrouwen in de politiek van het CDA.

Laatst gewijzigd:04 april 2023 16:52