Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen De Groenen Geschiedenis

De Groenen jaaroverzicht 1997

Uit: B. de Boer, P. Lucardie, I. Noomen en G. Voer­man, 'Kroniek 1997. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 1997' in: G. Voerman (red.), Jaarboek 1997, Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1998), 13-90, aldaar 49-52.

Inleiding

Voor De Groenen stond 1997 niet alleen in het teken van de naderen­de verkiezingen, maar ook van de vernieuwing: de par­tij­organi­satie werd aangepast en er trad een nieuw politiek leider aan. Boven­dien konden zij hun eerste wethouders­post vieren: op 24 juni trad namens de partij O. de Ronde toe tot het be­stuurs­college van het Amster­damse stadsdeel Buiten­vel­dert.

Reorganisatie en vernieuwing

Op 15 februari stelde het congres van De Groenen in Utrecht nieuwe statuten en reglementen vast. De partijorganisatie werd hierbij ver­een­voudigd: de regionale geleding verdween, terwijl plaatse­lijke afdelingen meer gewicht kregen. De afdelingen zouden afgevaardig­den kunnen kiezen in het algemeen partijbe­stuur, in verhouding tot het aantal leden van de afdeling. Deze verkiezing had op het eerstvol­gende congres plaats, dat op 28 juni in Utrecht gehouden werd. Op het volgende congres, op 25 oktober eveneens in Utrecht, werd daarnaast een nieuw dage­lijks be­stuur gekozen, waarvan de psycho­loog R. van Wonde­ren voor­zitter werd.

Zetelhoudersoverleg

De vertegenwoordigers van De Groenen in stadsdeelraden, ge­meente­raden, Provinciale Staten en de Eerste Kamer komen in beginsel vier keer per jaar bijeen in een zogeheten 'zetelhou­dersoverleg'. Op 18 januari luisterden ze in Amsterdam naar inleidingen over vrijwilli­gerswerk en over economische groei met minder energieverbruik. Op 19 april besprak men - op­nieuw in Amsterdam - de Eurotop in de hoofdstad. Op 31 mei kwamen de komende verkiezingen, de 'eu­ro', het volksinitiatief en het basisinkomen ter sprake. Op 6 september kwamen de ze­telhouders nog eens bijeen in Amsterdam om te praten over Schiphol, de nieuwe referendumwet en gratis openbaar vervoer. Men besloot bovendien om in 1998 als campagneteam op te treden voor de Tweede-Kamerverkiezingen.

Lijsttrekkerschap Tweede-Kamerverkiezingen

Op 28 juni moest het partijcongres een lijsttrekker aanwijzen voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 1998. Drie verkiezings­rondes bleken nodig om een keuze te maken uit de zes kandida­ten. Uiteindelijk won het Amster­damse raadslid R.H.G. van Duijn - die ook al lijsttrekker was geweest in 1989 - met der­tig stemmen. M. van Meurs, van 1982 tot 1990 wethouder voor de PvdA in Arnhem en vanaf 1994 lid van De Groenen, behaalde zes­tien stemmen. Van Duijn stond echter ook kandi­daat voor de Amsterdamse ge­meenteraad. Op het congres werd vervolgens enige druk op Van Duijn uitge­oe­fend om deze kandi­datuur in te trek­ken. Eind sep­tember koos de afdeling Amster­dam hem niette­min weer tot lijsttrekker voor de gemeen­teraads­ver­kie­zingen. Van Duijn verklaarde daarop op het volgende par­tijcongres van 25 oktober, dat hij afzag van het lande­lijk lijsttrekker­schap. Het congres gaf nu de voorkeur aan J. Dirkmaat boven Van Meurs als lijst­trek­ker, maar omdat de kwestie niet geagen­deerd was zou deze keuze in 1998 door een volgend con­gres nog bevestigd moeten worden. Dirkmaat was oprichter en voorzitter van de vereni­ging Das en Boom, maar beschikte niet over poli­tieke ervaring.

Ontwerpprogramma Tweede-Kamerverkiezingen

Het verkiezingsprogram, waarvan het ontwerp ook op 25 oktober werd gepresen­teerd, zou in januari 1998 definitief vastgesteld wor­den. Onder de titelNederland verdient beter leverden De Groenen in het ontwerpprogram felle kritiek op de paarse coa­litie, die niet alleen het milieu zou verwaarlo­zen maar ook een regenteske politiek in plaats van 'politiek van onder op' zou voeren. Het programma bevatte onder andere voorstellen voor een ander fiscaal stelsel, meer milieuheffingen en ver­plicht statiegeld, een individueel basisinkomen voor alle Ne­derlanders boven de achttien jaar van circa 1.000 gulden per maand, ecologische landbouw, gratis openbaar vervoer, een ver­gunningenstelsel voor autobe­zit en legalisering van de handel in soft drugs.

Samenwerking?

H. Verbeek, die in 1994 de lijst van De Groenen had aangevoerd bij de Europese verkiezin­gen en nu ook kandidaat was voor het lijsttrek­kerschap, pleit­te in de Volks­krant (5 juni 1997) voor nauwe samen­werking met SP en GroenLinks, maar vond weinig weerklank.

Op het congres in juni werd gesproken over samenwerking met andere niet in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen als de Partij voor Milieu en Recht (PMR), de Socia­listische Arbei­derspartij (SAP) en de Idealisten, die alle drie woord­voerders gestuurd hadden en al voor het congres met het par­tijbestuur gesproken hadden. Ook met de Vrouwenpartij en de Natuurwet­par­tij (NWP) had het partijbe­stuur gesprekken gehad. Een defini­tief besluit over samenwerking werd nog niet geno­men. Dat ge­beurde evenmin op het volgende partijcongres, in oktober, waar samenwerking opnieuw ter sprake kwam. Het partijbestuur kreeg van het congres de opdracht om samenwer­king met Groen­Links, SP, Idealisten en SAP nader te onderzoeken, terwijl de Eerste-Kamersteunfractie de vorming van een gemeenschappelijke lijst met regionale partijen mocht nagaan.

Partijbijeenkomsten

Op 24 mei hielden De Groenen een studiedag over een 'groen belas­tingstel­sel voor de 21ste eeuw'. De oud-medewerker van het Centraal Planbureau Th. Cool stelde een verhoging van de belastingvrije voet voor om zo de werkloosheid terug te drin­gen. Met hetzelfde doel voor ogen verdedigde de bedrijfs­eco­noom P. van Elswijk een plan voor belastinghef­fing op toege­voegde waarde in plaats van op ar­beid. Beide plannen kregen een plaats in het ontwerpverkiezingsprogram van De Groenen.

Marten Bierman Stichting

Per 1 januari 1997 kreeg de gezamenlijke Eerste-Kamerfractie van De Groenen en de zes in de Federatie Politieke Onafhanke­lijke Groepe­rin­gen (POG) verenigde provinciale partijen de­zelfde subsidiefacilitei­ten als Twee­de-Kamerfracties. Daarmee kon zij een politiek-weten­schappelijk instituut financieren dat de naam kreeg van haar senator, M. Bierman. Voor­zitter werd A.J.G. Zinken, lid van de Provinciale Staten van Limburg voor de Partij Nieuw Limburg (PNL). In septem­ber startte de Marten Bierman Stichting met de publica­tie van een blad, Loco­motie, waarin de verschillende partijen een eigen katern zou­den vullen.

Met het verschijnen van Loco­motie achtte een meer­derheid van De Groenen op het congres in juni het niet meer nodig, daar­naast nog het 'onaf­hankelijk eco/po­litiek blad' Gras te blij­ven uitgeven; wel zou vanaf 1998 een intern ledenblad onder de naam Gras Intern uitge­bracht worden. R. Visser nam daarop ontslag als hoofdre­dacteur van Gras.

Laatst gewijzigd:06 februari 2023 15:02