D66 jaaroverzicht 2007
Uit: P. Lucardie en G. Voerman, 'Kroniek 2007. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2007' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 2007 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2009), 3-71, aldaar 27-31.
Inleiding
‘Uithuilen en opnieuw beginnen’, zo zou men 2007 voor D66 kunnen samenvatten. In de opiniepeilingen bleef de partij rond de drie zetels schommelen – het aantal dat zij in november 2006 bij de Tweede Kamerverkiezingen had behaald. De partij probeerde te achterhalen waaraan de voortdurende electorale neergang sinds 1994 te wijten was. Politiek leider Alexander Pechtold onderscheidde zich in de Tweede Kamer door zijn welsprekende kritiek op het nieuwe kabinet en werd door de parlementaire pers in december dan ook tot politicus van het jaar gekozen.
De crisis van 2006 en de nasleep
Aan het begin van het jaar leek D66 in een zware crisis te verkeren. Oud-Tweede Kamerlid Bert Bakker onthulde in een interview dat zijn partij in 2006 bijna ten onder was gegaan aan een ‘knalhard machtspel’ tussen de fractie en de bewindslieden (de Volkskrant, 27 januari 2007). Oud-partijleider Hans van Mierlo zou op de achtergrond ook een belangrijke rol hebben gespeeld om het leiderschap van Tweede Kamerfractievoorzitter Boris Dittrich te ondermijnen, nadat deze in maart 2005 had geweigerd minister Thom de Graaf te steunen bij de hervorming van het kiesstelsel (zie Jaaroverzicht 2005). Toenmalig minister Laurens Jan Brinkhorst zou in januari 2006 gedreigd hebben zijn partijlidmaatschap op te zeggen als de fractie het kabinet liet vallen vanwege zijn besluit om deel te nemen aan een militaire missie in Afghanistan (zie Jaaroverzicht 2006). Het landelijk bestuur stond volgens Bakker achter de bewindslieden die het kabinet trouw wilden blijven (zijn lezing wijkt hiermee af van wat eerder werd vermeld; zie Jaaroverzicht 2006). Brinkhorst ontkende dat hij in januari met zijn partijlidmaatschap ‘gewapperd’ zou hebben, maar gaf toe dat hij het spel ‘heel hard’ gespeeld had (de Volkskrant, 27 januari 2007). Hij zou overigens over voortzetting van de missie in Afghanistan met de Tweede Kamerfractie van zijn partij van mening blijven verschillen, zo bleek uit een interview dat hij in december gaf (NRC Handelsblad, 14 december 2007). Ook in juni 2006 had Brinkhorst een kabinetscrisis willen voorkomen, maar dit keer slaagde hij daar niet in (zie Jaaroverzicht 2006).
Bezinning en vernieuwing
Waarnemend partijvoorzitter Gerard Schouw presenteerde op 16 maart een notitie van het landelijk bestuur, Klaar voor de klim, waarin men de crisis en interne onrust grotendeels toeschreef aan de deelname van de partij aan de regering. Daarnaast zouden bestuurders en (oud-)volksvertegenwoordigers te veel op de persoon spelen in interne discussies. Veel afdelingen hadden te weinig kader om nog effectief te kunnen functioneren, al wisten sommige ‘parels aan de basis’ door opvallende voorstellen en actief optreden naar buiten hun vitaliteit te herwinnen.
Het bestuur meende dat D66 in de oppositie zijn profiel weer zou kunnen versterken. Daartoe stelde het een vijftal projecten voor die de komende drie jaar gerealiseerd zouden moeten worden: ‘Debat Centraal’ (meer relevante debatten, via expertpanels, peilingen, de Permanente Programmacommissie en het Kenniscentrum); ‘Parels aan de basis’ (actieve volksvertegenwoordigers en goed lopende afdelingen adopteren minder actieve afdelingen voor een bepaalde periode); een D66 Academie met ‘masterclasses’ voor potentiële gemeenteraadsleden en afdelingsbestuurders; een ledenwerfcampagne; en herziening van de (te ingewikkelde) reglementen van de partij. Op 30 maart bespraken provinciale lijsttrekkers, kandidaten en Statenleden de notitie. Het partijcongres keurde de voorstellen op 12 mei in Rotterdam goed. In zijn toespraak stelde Pechtold dat D66 wat hem betreft inhoudelijk niet hoefde te veranderen, maar zich vanuit de afdelingen zou moeten herstellen.
Herziening statuten en reglementen
Op het najaarscongres, dat op 17 november in Nijmegen plaatsvond, werden de projecten die in mei waren goedgekeurd nader uitgewerkt, en de statuten en reglementen herzien. Enkele artikelen werden ingekort en vereenvoudigd. Nieuw waren het stemadvies dat de voorzitter van het landelijk bestuur en de lijsttrekker uit zouden brengen bij de interne verkiezing van kandidaten voor vertegenwoordigende lichamen, en de mogelijkheid om de lijsttrekker niet op het congres maar door middel van een poststemming door de leden te laten kiezen.
Verkiezingsanalyse 1994-2006
Het voorjaarscongres had in een motie het landelijk bestuur verzocht om een structurele analyse van de verkiezingsnederlagen van 1994 (toen D66 24 Kamerzetels behaalde) tot 2006 (drie zetels). Daartoe stelde het bestuur in juli een commissie in onder leiding van oud-Tweede Kamerlid Louise Groenman. De commissie presenteerde haar bevindingen, getiteld Verloren vertrouwen en de weg naar herstel, op het najaarscongres. Ook zij weet de electorale neergang in de eerste plaats aan de wijze waarop D66 regeringsverantwoordelijkheid had gedragen: teveel als deel van het systeem, dat men juist wilde veranderen. Daarnaast was de partij vaak naïef in onderhandelingen, miste zij een consistente electorale strategie en straalde zij vaak te weinig eenheid en daadkracht uit. D66 zou zich inhoudelijk opnieuw moeten oriënteren, met name rond nieuwe kwesties als integratie en immigratie. Ze zou de democratiseringsgedachte breed moeten (blijven) uitdragen en meer contacten leggen met maatschappelijke organisaties zoals het Humanistisch Verbond en de Consumentenbond. Regie en communicatie binnen de partij zouden verbeterd dienen te worden.
Najaarscongres
Op het najaarscongres in november hekelde partijleider Pechtold in zijn rede het gebrek aan hervormingsijver bij het vierde kabinet Balkenende, volgens hem vooral gemotiveerd door vrees voor maatschappelijke weerstand. Hij pleitte voor een ‘participatiestaat’ in plaats van een verzorgingsstaat. Ook immigranten zouden aangemoedigd moeten worden om te participeren, niet om te assimileren. Voorts drong hij opnieuw aan op een parlementair onderzoek naar de deelname van Nederland aan de oorlog in Irak. De voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, Alexander Rinnooy Kan, hield een toespraak over problemen in het onderwijs.
Partijvoorzitter
Partijvoorzitter Frank Dales had in december 2006 in een brief aan de leden zijn vertrek op 2 maart 2007 aangekondigd. Hij combineerde het voorzitterschap met het burgemeesterschap van Breukelen. Beide functies deden een toenemend beroep op zijn inzet, wat hem noopte een keuze te maken. Overigens zou hij in juni het burgemeestersambt ook neerleggen en directeur van de Dierenbescherming worden.
Schouw, fractievoorzitter in de Eerste Kamer en partijvoorzitter van 1999 tot 2002, nam het partijvoorzitterschap waar tot het voorjaarscongres, dat op 12 mei een nieuwe voorzitter zou aanwijzen. Met 271 van de 458 uitgebrachte stemmen koos het congres Ingrid van Engelshoven, directeur van de Stichting Verantwoord Alcoholgebruik (STIVA) en oud-secretaris van Tweede Kamerfractievoorzitter De Graaf. Ze kondigde in haar toespraak aan, de verbindingen tussen de diverse partijgeledingen te willen verbeteren, meer inhoudelijk debat te willen bevorderen en het gesprek met sociaal-liberalen buiten D66 aan te gaan.
Provinciale Statenverkiezingen
In februari en maart maakten de fractievoorzitters in Eerste en Tweede Kamer, Schouw en Pechtold, samen met de provinciale lijsttrekkers een ‘D66 Grande Tour 2007’ door de twaalf provincies. Schouw trad op als campagneleider bij de Statenverkiezingen. D66 legde in de campagne onder meer nadruk op haar plan om provincies samen te voegen in landsdelen. Zo zouden Gelderland en Overijssel het Landsdeel Oost moeten vormen, ook om tegenwicht te bieden aan de Randstad (die eveneens een landsdeel zou worden).
Bij de Statenverkiezingen op 7 maart ging D66 terug van 31 naar negen zetels (zie tabel 1). De partij verloor in alle provincies kiezers. In Drenthe, Flevoland, Friesland, Overijssel en Zeeland verdween ze uit de Staten, in Groningen en Limburg wist ze haar zetel te behouden, elders verloor ze wel zetels maar hield er nog wel één of twee over. Ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 boekte D66 echter lichte vooruitgang.
Eerste Kamerverkiezingen
In oktober 2006 had het partijcongres Schouw tot lijsttrekker gekozen voor de Eerste Kamerverkiezingen (zie Jaaroverzicht 2006). De stemadviescommissie, voorgezeten door A. van Vliet, maakte in december haar aanbevelingen voor de rest van de lijst bekend. Voor de eerste ‘tranche’ – de plaatsen drie, vier en vijf – noemde ze (in alfabetische volgorde) Joris Backer, voorzitter van de commissie die het verkiezingsprogram had ontworpen en juridisch directeur van de luchthaven Schiphol; Hans Engels, docent staatsrecht aan de Rijksuniverseit Groningen; en Boele Staal, commissaris van de koningin in Utrecht (tot 7 juni 2007). De leden stelden via een poststemming tussen 23 januari en 15 februari 2007 de volgorde vast. Op de tweede plaats kwam Staal; op de derde de door de stemadviescommissie voor een lagere ‘tranche’ aanbevolen Johanna Boogerd-Quaak, van 1994 tot 1999 en van 2003 tot 2004 lid van het Europees Parlement; en op de vierde Engels.
D66 had een lijstverbinding met de OSF en de VVD gesloten. Bij de senaatsverkiezingen van 29 mei verloren de Democraten één zetel (zie tabel 2). Naast Schouw werd niet nummer twee maar nummer vier op de lijst gekozen, dankzij voorkeurstemmen. Hierbij speelde de regionale afkomst en de staatsrechtelijke kennis van Engels een rol. Het landelijk bestuur betreurde dat sommige Statenleden de door de leden vastgestelde volgorde van de lijst niet respecteerden.
Personalia
Op 8 november overleed Aad Nuis, die staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in het eerste kabinet Kok (1994-1998), lid van de Eerste Kamer (1983-1986) en van de Tweede Kamer (1981-1982 en 1986-1994) was geweest. Hij was eerder bekend geworden als publicist en literair criticus.
Laatst gewijzigd: | 31 maart 2023 11:01 |