D66 jaaroverzicht 1993
Uit: P. Lucardie, I. Noomen en G. Voerman. 'Kroniek 1993. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1993' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1993 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1994), 14-74, aldaar 33-38.
Inleiding
Het electorale hoogtij voor D66 in de opiniepeilingen hield in 1993 aan. Ook het ledental nam toe: van 13.000 naar 14.000. Het verkiezingsjaar 1994 wierp zijn schaduw vooruit: in juli schreef de partij een prijsvraag uit voor het ontwerpen van een verkiezingsaffiche. Maar liefst 371 kunstenaars en ontwerpers reageerden. Het winnende affiche toonde de foto van een groot oor, symbool van een partij die door naar de mensen te luisteren de kloof tussen burger en bestuur wil overbruggen.
Gemeenteraadsverkiezingen
Op lokaal niveau nam D66 de voorbereiding voor de gemeenteraadsverkiezingen ter hand. In juni hield de partij een politieke actiemaand onder het motto 'D66 toetst contouren verkiezingsprogramma'. Ongeveer vijftig nieuwe afdelingen die nog geen raadsfractie hadden, deden aan de actie mee. Het doel ervan was enerzijds het betrekken van plaatselijke bevolking en organisaties bij de totstandkoming van het verkiezingsprogramma. Anderzijds konden de nieuwe afdelingen zo ervaring opdoen in het organiseren van politieke activiteiten.
In de Rotterdamse deelgemeente Hoogvliet ging D66 een zeer nauwe samenwerking aan met de PvdA. Niet alleen zouden ze bij de gemeenteraadsverkiezingen met een gecombineerde lijst uitkomen, maar ook de ledenvergaderingen van beide partijen zouden voortaan gezamenlijk gehouden worden. Hans van Mierlo en PvdA-voorzitter Felix Rottenberg lieten in een reactie weten dat aan de samenwerking geen enkele landelijke betekenis mocht worden gehecht.
Ledenonderzoek
Begin juli werd de uitslag bekend van een groot onderzoek naar de achterban van D66, uitgevoerd door de VNU-dagbladengroep in samenwerking met de partij. Circa 3.500 van de 14.000 leden deden er aan mee. Enkele opvallende resultaten: een meerderheid van 66% was ervoor dat Tweede Kamerlid Gerrit Jan Wolffensperger Van Mierlo als partijleider op zou volgen (tegen 14% voor Tweede Kamerlid Jacob Kohnstamm); 41% was na 1989 lid geworden en maar liefst 57% ambieerde de functie van volksvertegenwoordiger. Het milieu was het belangrijkste politieke item voor de leden. Opvallend was dat niet veel meer dan 11% bestuurlijke vernieuwing - een typisch D66-onderwerp - het belangrijkste probleem vond. Driekwart van de leden toonde zich voorstander van een paarse coalitie (met PvdA en VVD).
Verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiezingen
Begin oktober publiceerde D66 Ruimte voor de toekomst, het ontwerpverkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen. In het ontwerp werd voorgesteld om in totaal tien miljard gulden te bezuinigen en het financieringstekort verder te verlagen. Voorts dienden er milieuheffingen te worden ingevoerd; deze lastenverzwaring zou gecompenseerd kunnen worden door een lagere inkomstenbelasting. Het minimumloon mocht volgens het ontwerp-program niet verlaagd worden; de koppeling tussen lonen en uitkeringen moest deels gehandhaafd blijven. De Betuwelijn zou gedeeltelijk ondergronds moeten worden aangelegd en uitbreiding van Schiphol kon slechts plaatsvinden na het toetsen aan milieu-eisen. Behalve voor de van D66 bekende staatsrechtelijke hervormingen pleitte het programma ook voor meer invloed van het maatschappelijk middenveld. Hierbij werd meer gedacht aan kritische consumentenorganisaties dan aan instellingen op levensbeschouwelijke grondslag.
Volgens Van Mierlo was het programma opgesteld met een mogelijke deelname aan een volgend kabinet in het achterhoofd. Het leverde de partij de vrij algemene kritiek op dat het weinig vernieuwend en 'zo vlak was als het Nederlandse landschap', aldus FNV-voorzitter Johan Stekelenburg. Van Mierlo reageerde getergd: 'Wij moeten voortdurend amuseren. Wij moeten fris zijn en altijd met nieuwe dingen komen. Waarom?' (Volkskrant, 14 oktober).
Verkiezingsprogramma Europese verkiezingen
De algemene ledenvergadering van 30 en 31 oktober boog zich over het ontwerp-verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen. In het programma met als titel 'D66 voor een duurzaam, democratisch en open Europa' koos de partij voor 'meer en betere Europese samenwerking', hetgeen iets anders was dan 'eenheidsworst'. Culturele, politieke en sociale diversiteit vormden juist de 'kracht en aantrekkelijkheid' van Europa. Nationalisme als ideologie moest echter bestreden worden, aldus het program. Het werd zonder belangrijke wijzigingen vastgesteld.
Kandidaatstelling Tweede Kamerverkiezingen
Ook met de kandidaatstelling voor de Tweede Kamerverkiezingen werd in 1993 een begin gemaakt. Conform de een jaar eerder genomen besluiten van de algemene ledenvergadering had de vaststelling van de kandidatenlijst in twee ronden plaats (zie Jaaroverzicht 1992 ). In de eerste ronde konden alle stemgerechtigde leden zich schriftelijk uitspreken over de 147 kandidaten die zich aangemeld hadden (de zittende kamerleden waren hier niet bij). Tijdens drie presentatiebijeenkomsten in oktober en november kregen de nieuwe kandidaten de gelegenheid zich te profileren. In november werd de uitslag van de eerste ronde bekend. Als eerste eindigde de Utrechtse ex-wethouder Nicky van 't Riet. Opvallend waren de hoge plaatsen die de (ex)-journalistes Marijn de Koning (voormalig verslaggeefster van het NOS-journaal), M. Romme (vroeger redactrice van het NRC-Handelsblad), free-lance-journaliste P. van der Ven en Guikje Roethof, politiek redactrice bij het opinieweekblad HP/De Tijd, kregen toebedeeld. Deze laatste werd overigens vanwege haar politieke ambities door het weekblad ontslagen. Een stemadviescommissie - ingesteld door de algemene ledenvergadering van maart - moest vervolgens zorgen voor een evenwichtige samenstelling van de lijst. Begin december werd het advies van de commissie onder voorzitterschap van PTT-topman Wim Dik bekend: Van 't Riet kwam slechts in aanmerking voor een plaats tussen de 26 en 35. De journalistes waren op onverkiesbare plaatsen gezet of kwamen op de lijst niet meer voor. Aan de hand van het stemadvies konden de leden zich tijdens de tweede ronde schriftelijk uitspreken over zeventig uit de eerste ronde geselecteerde kandidaten aangevuld met twaalf herkiesbare kamerleden (elf uit de Tweede Kamer en één uit de Eerste Kamer).
De kandidatenlijst voor de Europese verkiezingen kwam in één ronde tot stand. Veertig kandidaten melden zich aan. Onenigheid ontstond er over de beoogde lijsttrekker. De stemadviescommissie onder leiding van Jan Terlouw, Commissaris der Koningin in Gelderland, plaatste Laurens Jan Brinkhorst - voormalig fractieleider en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken in het kabinet Den Uyl - bovenaan op de voordracht, nog voor de zittende europarlementariër Jan-Willem Bertens, die evenals Brinkhorst het lijsttrekkerschap ambieerde. Dit was tegen de reglementen, die bepaalden dat de commissie alleen een kopgroep van kandidaten in alfabetische volgorde mocht noemen. Nadat een geschillencommissie had ingegrepen gebeurde dit laatste alsnog. Beide kandidatenlijsten (voor de Tweede Kamer en het Europees Parlement) zouden in januari 1994 door een schriftelijke stemming onder de leden vastgesteld worden. De algemene ledenvergadering zou begin februari de lijsttrekkers kiezen.
Partijbijeenkomsten
Op 20 maart kwam de algemene ledenvergadering bijeen. Twee onderwerpen stonden er centraal. Het eerste betrof de reorganisatie van het binnenlands bestuur. In de nota van het hoofdbestuur die ter discussie stond, werd gepleit voor drie volwaardige bestuurslagen: nationaal, gemeentelijk en daartussenin een provincie (nieuwe stijl) of een regio. Een aantal fractievoorzitters uit de Provinciale Staten had hierop een aanvullende notitie geschreven, omdat naar hun mening in de bestuursnota enkele aspecten onderbelicht waren gebleven. De vergadering sprak zich vrijwel unaniem uit voor drie bestuurslagen, die een directe democratische legitimatie dienden te krijgen. De vorming van landsdelen werd conform de bestuursnota afgewezen; voor taken die de grenzen van de regio's overschreden kon gebruik gemaakt worden van interregionale samenwerking.
Het tweede thema van de ledenvergadering was Europa. De notitie Europa: quo vadis? van het wetenschappelijk bureau diende als basis voor de discussie. De vergadering sprak zich uit voor een verhoging van de Nederlandse hulp aan de Midden- en Oost-Europese landen. Bovendien moesten die landen vrije toegang tot de West-Europese markten krijgen. Ook het NAVO-lidmaatschap moest voor democratische rechtsstaten in Midden- en Oost-Europa openstaan.
Een belangrijke actuele politieke motie die aan de orde kwam betrof de mogelijke deelname van D66 aan de Liberaal Democratische Fractie in het Europees Parlement. De vergadering sprak haar voorkeur uit voor samenwerking met links-liberale partijen en burger-democratische-bewegingen. Indien dit niet mogelijk was, zou op een later tijdstip bekeken worden of aansluiting bij de Liberaal Democratische Fractie wenselijk was (zie ook de bijdrage van Paul Lucardie in Jaarboek DNPP 1993). De genomen besluiten vormden de basis van het Europese verkiezingsprogramma.
Op 8 mei hield D66 een studiedag in het informatiecentrum van Schiphol. Centraal stond de vraag of de uitbreiding van Schiphol tot 'mainport' (een luchthaven met veel intercontinentaal luchtverkeer) wel te verenigen was met het idee van duurzame ontwikkeling. De studiedag vormde het vervolg van een discussie die op de algemene ledenvergadering van 28 november 1992 gevoerd was (zie Jaaroverzicht 1992).
Op 30 en 31 oktober vond het eerste congres 'nieuwe stijl' plaats, met veel ruimte voor discussie en cultuur. Zo waren er forumdiscussies (fringe-meetings) over onder andere het basisinkomen, bestuurlijke vernieuwing, kerntaken van de overheid en de toekomst van de Nederlandse taal. Tevens verzorgde het Opleidingscentrum (het vormings- en scholingsinstituut van D66) masterclasses waarbij ervaren discussianten in debat gingen met jonge partijleden. De algemene ledenvergadering boog zich verder over het programma voor de Europese verkiezingen (zie hierboven) en over het migratiebeleid. Een partijcommissie onder leiding van Hans Jeekel had over dit onderwerp een congresstuk opgesteld, waarin migratie aanvaard werd als een normaal verschijnsel. De auteurs konden zich in beginsel verenigen met het huidige toelatingsbeleid, maar toonden zich voorstander van een stringenter integratiebeleid in fasen ten aanzien van de migranten die waren toegelaten. De vergadering nam het congresstuk zonder ingrijpende wijzigingen aan. Ook Van Mierlo sprak in zijn rede over het migratiebeleid. Hij pleitte voor een Europese aanpak van het asielprobleem.
Partijorganisatie
In november publiceerde de door het hoofdbestuur ingestelde werkgroep partijorganisatie (POR) een rapport voor intern gebruik getiteld Nieuwe lijnen. Aanleiding voor de nota was de gestaag groeiende aanhang van D66. De centrale vraag was hoe men met een organisatie bestaande uit vrijwilligers toch een grotere professionalisering kon bewerkstelligen. Een belangrijke conclusie was dat de communicatie tussen de verschillende partijorganen verbeterd en de afstand tussen partijtop en basis verkleind moest worden. Bovendien zou de partij zich meer op de buitenwereld, de kiezer, moeten gaan richten in plaats van op de leden.
Gruijters en het asielbeleid
Hans Gruijters, burgemeester van Lelystad en één van de oprichters van D66, kwam in oktober in opspraak door zijn pleidooi voor een toelatingsstop voor asielzoekers, omdat Nederland te vol zou worden. Ook stelde hij voor om vluchtelingen uit het voormalige Joegoslavië terug te sturen. Op hun najaarscongres leverden de Jonge Democraten scherpe kritiek op de uitspraken van Gruijters. Ook Van Mierlo nam in zijn rede op de algemene ledenvergadering van oktober in bedekte termen afstand van zijn partijgenoot. In tegenstelling tot Gruijters achtte hij Nederland niet te vol.
Verwante instellingen en publikaties
In mei bracht de SWB het rapport In goede banen over het migratievraagstuk uit. Het was geschreven door een projectgroep onder leiding van de Utrechtse hoogleraar multi-etnische studies Han Entzinger en zou gebruikt worden in de discussie over de migratieparagraaf van het nieuwe verkiezingsprogramma. Het rapport stelde dat het Nederlandse migratiebeleid ten onrechte gericht was op aanscherping van het toelatingsbeleid. De politiek zou zich veel meer moeten concentreren op de integratie van migranten in de samenleving, want op dat gebied dreigden de grootste problemen, aldus de projectgroep. Eveneens in mei verscheen bij de SWB Denken over democratie. Van forum naar partnerschap. Hierin werd een lans gebroken voor een 'partnerschapsdemocratie', waarin niet langer alleen de politiek de burger inschakelt, maar burgerlijke initiatiefgroepen ook de steun van de politiek inroepen. In juli publiceerde de SWB Op zoek naar publiek, over het omroepbestel. De nota pleitte ervoor dat nog slechts één publiek televisienet - met programma's van hoge kwaliteit - volledig bekostigd zou worden uit de omroepmiddelen. De twee overige netten zouden hun inkomsten vooral moeten verwerven door middel van reclame en sponsoring.
De Jonge Democraten kozen op hun congres van 25 april een nieuwe voorzitter: H. de Vos volgde voorzitter ad interim R. van den Brink op. Zij was de eerste vrouwelijke voorzitter van de jongerenorganisatie. Begin april hielden de Jonge Democraten een campagneweek om jongeren meer bij de politiek te betrekken. De campagne had als belangrijkste thema de paarse coalitie. In oktober publiceerden de Jonge Democraten een politiek manifest, getiteld Als het aan ons ligt. Het was een kritiek op en alternatief voor de verkiezingsprogramma's van de verschillende partijen (inclusief D66). De jongeren spraken zich in het manifest niet alleen uit voor de vorming van een paarse coalitie; ook een combinatie met GroenLinks moest tot de mogelijkheden behoren.
De Bestuurdersvereniging hield op 5 juni haar algemene ledenvergadering. Thema van de bijeenkomst was de bestuurlijke vernieuwing.
Het Politiek Scholings- en Vormingsinstituut (PSVI) kreeg in september een nieuwe naam en ging Opleidingscentrum D66 heten. De naamsverandering had geen inhoudelijke consequenties.
Laatst gewijzigd: | 04 oktober 2023 16:30 |