Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Democraten 66 (D66) Geschiedenis

D66 jaaroverzicht 1992

Uit: P. Lucardie, I. Noomen en G. Voerman, 'Kroniek 1992. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 1992' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1992 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1993), 13-52, aldaar 27-30.

Inleiding

'Het aftreden door D66-bestuurders lijkt nu toch symptomatisch te worden', zo oordeelde oud-minister Henk Zeevalking in mei (NRC Han­delsblad, 29 mei 1992). Na zijn opmerking deden zich nog enkele gevallen voor, waarmee 1992 voor D66 vooral het jaar van de afgetreden wethouders werd. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 1990 leverden de Democraten circa 75 wethouders. Twee jaar later waren er al twaalf om uiteenlopende redenen teruggetreden. Deze ontwikkeling leidde tot de nodige onrust binnen de partijtop. Het Politiek Scholings- en Vormingsinstituut (PSVI) van D66 organi­eerde een aantal bijeenkomsten om aspirantkandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 voor te bereiden op de praktijk van het raadswerk.

Deze perikelen hadden geen invloed op de electorale positie van de Democraten. In de opiniepeilingen schommelde D66 gedurende het gehele jaar zo rond de dertig zetels, meer dan twee maal het aantal zetels waarover de partij momenteel in de Tweede Kamer beschikt.

Partijbijeenkomsten

Op 27 en 28 maart hield D66 een algemene ledenvergade­ring over 'duurzame ontwikkeling'. In het discussiestuk getiteld 'Het milieu: ge­prijsd en geprezen' werd ge­pleit voor herstel van het evenwicht tussen menselijke activiteiten en natuurbehoud. Economische groei zou derhalve slechts mogelijk zijn binnen door natuur en milieu gestelde grenzen. De 'verbruikerseconomie' moest worden omgevormd tot een 'kringloopeconomie'. Een adequaat milieubeleid zou zelfs ten koste mogen gaan van de koopkracht, maar de minima zouden buiten schot moeten blijven. Het congres onderschreef in grote lijnen deze voorstellen.

In zijn toespraak tot het congres hield Hans van Mierlo weer zijn traditionele pleidooi voor een coalitie van PvdA, VVD en D66. Ook partijvoorzit­ter Ries Jansen bepleitte zo'n coalitie. Om zijn betoog kracht bij te zetten verwees hij naar het 'paarse' regeerakkoord dat de jongerenorganisaties van D66, VVD en PvdA enkele dagen eerder hadden gepresenteerd. Het verzoek van zijn PvdA-collega Felix Rottenberg om informele contacten tussen D66 en de sociaaldemocraten aan te gaan, wees hij evenwel van de hand. Het zou voor de kiezer ombegrijpelijk zijn wanneer een rege­rings- en een oppositiepartij met elkaar zouden flirten. Begin april nam Jansen in een interview in HP/De Tijd scherp stel­ling tegen PvdA-leider Wim Kok. Volgens de D66-voorzitter zou Kok de sociale ver­nieuwing hebben verkwanseld. Om die reden was Kok niet welkom in een toekomstige coalitie met D66. Na kri­tiek vanuit zijn partij trok Jansen deze woorden snel weer in.

In het najaar, op 28 november, kwam de algemene leden­vergade­ring opnieuw bijeen. Dit keer werd de sociale zekerheid be­spro­ken, aan de hand van een rapport 'Arbeid, sociale zeker­heid en inkomen'. Deze nota was voorbereid door een commissie onder leiding van oud-fractievoorzit­ter in de Tweede Kamer Maarten Engwirda en verscheen onder auspiciën van de Stichting Weten­schappe­lijk Bureau (SWB) van D66. Uitgangs­punt van het rapport was dat te weinig perso­nen de kosten van levensonder­houd moes­ten opbren­gen voor te veel niet(-be­taald) werken­den. Ten­einde de werkge­le­gen­heid te bevorderen en het stel­sel van sociale zekerheid op ter­mijn betaalbaar te houden, koos de com­missie onder andere voor waar­devaste in plaats van wel­vaartsvas­te uitkerin­gen en mini­mumlo­nen (met uitzondering van de AOW). Het congres stemde in met deze verbreking van de koppeling tussen sociale uitke­ringen en lonen in het bedrijfs­le­ven. De uitspra­ken op het gebied van de sociale zekerheid zouden de basis vor­men voor de betreffende para­graaf in het komende verkie­zings­pro­gram.

Op deze algemene ledenvergadering werd Wim Vrijhoef tot par­tijvoorzitter gekozen. Vrijhoef, als enige kandidaat ge­steld, was wethou­der van Nijmegen van 1978 tot 1986. Hij volgde Jansen op, die zich niet voor een tweede termijn be­schikbaar stelde. In zijn toespraak nam Vrijhoef zich voor 'D66 als produkt' beter aan de man te brengen. Dit zou onder andere moeten leiden tot een verdubbeling van het ledental in vier jaar. Op het congres werd voorts een motie ingebracht, die strikte milieu-eisen stelde aan de toekomstige ont­wikke­ling van Schiphol. Het Tweede Kamerlid Dick Tommel vond deze uitspraak veel te ver gaan. Uitein­delijk werd besloten later een spe­ciale stu­diebijeenkomst te organi­seren over de nationa­le luchthaven.

Statuten en huishoudelijk reglement

Op de agenda van beide algemene vergaderingen stonden ook voor­stellen tot wijziging van de statuten en het huishou­delijk reglement. De voorbereidingen hier­toe waren al in 1990 begon­nen. Tot op het laatst verzette de Ad­viesraad (die ge­vraagd en ongevraagd advies uitbrengt aan de fracties in de Eerste en Tweede Kamer en het Europees Par­lement en aan het hoofdbe­stuur) zich tegen het voor­nemen van het hoofdbestuur om het aantal leden van de raad te halveren. De algemene leden­ver­gade­ring van eind maart wees dit voorstel van het hoofdbestuur af. Ook zijn voor­stel­len om de reglemen­taire positie van be­sturen op de diverse niveau's in de partij te versterken ten koste van de ledenver­gade­ringen (met name wat betreft het opstellen van de verkie­zingsprogram­ma's en de kandidaatstel­ling), werden verwor­pen. Besloten werd de kandi­datenlijst voor de Tweede-Ka­merver­kiezingen in twee ronden vast te stellen: in de eerste, al­gemene ron­de konden kandidaten worden voorgedra­gen die geen deel uitmaakten van de kamerfractie; in de tweede ronde konden ook zittende kamer­leden zich als kandidaat opwer­pen.

Na deze 'richtinggevende besluiten' werden de gewijzigde arti­kelen van de statuten en het huishoudelijk reglement defini­tief vastgesteld door de algemene ledenvergadering van novem­ber.

'Politiek in Uitvoering'

Begin september maakte D66 tussentijds de balans op van twee jaar raadswerk. De bedoeling was de kie­zers te laten zien wat er was gebeurd, en van hen te verne­men wat er de ko­mende jaren nog gedaan zou moeten worden. Leden van de Kamer­fracties en het hoofdbe­stuur trokken door het land om lokale bestuur­ders bij te staan. Zo'n tweehonderd afde­lingen namen deel aan deze actie. Tegelij­kertijd orga­niseerde D66 opnieuw een leden­werf­campagne. Op 8 oktober had het partijbureau zestienhonderd nieuwe leden inge­schreven, waarmee deze actie veel succesvol­ler was dan de vorige die na de leden­verga­dering van eind maart van start was ge­gaan. Vóór 1 juni (dat wil zeggen binnen 66 dagen) moesten tweeduizend nieuwe leden worden gewonnen. Van deze doel­stel­ling kwam toen weinig te­recht: slechts twee­honderd nieuwko­mers konden worden in­ge­schreven.

Tweede Kamerverkiezingen 1994

Om het nieu­we programma voor de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer voor te bereiden, werd een stuur­groep gevormd on­der voorzit­terschap van Marijke Auguste­ijn-Esser. Deze werk­groep kreeg tot taak de hoofdlijnen van het program uit te zet­ten. Daartoe werd overleg gevoerd met onder andere de Eer­ste en Tweede Kamerfractie en het hoofdbe­stuur. Uit de ge­dachten­wisseling kwamen hoofdthema's naar voren als interna­tionalise­ring, de relatie burger-samenleving en duurza­me ont­wikkeling. De reeds bestaande programmacommis­sie moet deze punten vervol­gens in een concept uitwerken, dat dan aan een parijcon­gres zal worden voorge­legd.

Interview G.J. Wolffensperger

Eind november baarde het Tweede Kamerlid Gerrit Jan Wolffensperger opzien met een inter­view in het weekblad Elsevier (28 novem­ber 1992). Wolffen­sper­ger, die samen met zijn collega Jacob Kohnstamm in de media getipt wordt als op­volger van Van Mier­lo, meende dat de schijnwerpers te veel op Van Mierlo zouden zijn ge­richt. 'De continuïteit van D66 komt in gevaar als de partij niet duide­lijk wordt neergezet, en de mensen om Van Mierlo heen niet méér aandacht krijgen', aldus Wolffen­sperger. Hij vroeg zich af 'of het wel zo goed is dat Van Mierlo zó zeer het gezicht van de partij be­paalt'. Later zou Wolffen­sperger meedelen dat deze uitlatingen in het geheel geen kri­tiek op Van Mierlo behels­den.

Verwante instellingen en publikaties

Aan het einde van 1991 maakte het Gemeentelijk Provinciaal Overleg (GPO) plaats voor de Bestuurdersvereniging, een orga­nisatie die de activiteiten van gekozen en benoemde bestuur­ders van D66-huize profes­sioneel moest gaan ondersteunen. Aan het begin van 1992 waren al zo'n zeshonderd raads- en Staten­leden lid. De algemene vergadering van eind maart besloot dat de Bestuurdersvereniging niet buiten de partij zou blij­ven staan, maar een bijzonder orgaan van de partij moest worden. Op 13 juni werd de Bestuurdersvereniging formeel opgericht. Op het con­gres van 26 september werd Sander Brugman - burge­meester van Bodegraven - tot voorzitter geko­zen.

De SWB publiceerde in februari het ca­hier Niet-huwelijkse re­laties. Hierin werd afstand genomen van de gedachte dat het huwelijk uitslui­tend aan heteroseksuele relaties zou zijn voor­behouden. In mei organiseerde de SWB enkele conferenties; één over de toekomst van de sociale zekerheid en één over de rol van het recht in verhouding tot burgerschap en politiek be­stuur. Op 19 septem­ber werd een bijeenkomst belegd over de ge­volgen van de Euro­pese integratie voor het Nederlandse staat­kundige bestel. Op 12 december volgde een conferentie over 'Duurzame ontwik­ke­ling, economie en milieu'. Bij deze laatste bijeenkomst ver­scheen een brochu­re met de­zelfde titel.

Het Politiek Emancipatie en Activerings Centrum (PEAC) hield op 9 mei een symposium over het probleem dat zo weinig vrou­wen doordringen tot maatschappelijke topposi­ties. Het PSVI organi­seerde onder andere op 17 oktober een symposium over de min­derhedenproblematiek.

Op 25 en 26 april hielden de Jonge Democraten hun half­jaarlijkse algemene verga­dering. Op de agenda stonden onder andere voor­stellen tot wij­ziging van het huishoudelijk regle­ment en de resolutie 'Duur­zame ontwik­keling: solidariteit en schuld'. Het congres kwam voor de tweede keer in 1992 bijeen op 7 en 8 novem­ber. Dit keer werd over de Europese integratie gesproken.

Op 4 oktober trad voorzitter Mark van Barschot van de Jonge De­mocraten tussentijds af na pro­blemen in het hoofdbestuur. R. van den Brink werd als waarnemend voorzitter aangewezen tot het eerstvol­gende con­gres in 1993.

Laatst gewijzigd:31 maart 2023 12:12