CPN jaaroverzicht 1987
Uit: L. Koeneman, P. Lucardie en G. Voerman, 'Kroniek 1987. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1987' in: R.A. Koole (red.), Jaarboek 1987. Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1988), 16-57, aldaar 25-28.
Inleiding
In 1987 waren maar zelden de schijnwerpers van de publiciteit op de CPN gericht. Enerzijds hing dit samen met de rust die ogenschijnlijk in de partij was teruggekeerd na een woelige periode van interne troebelen. Anderzijds bezat de CPN na het verlies van haar zetels in de Tweede Kamer voor de landelijke media kennelijk weinig nieuwswaarde. "De verbinding media-Binnenhof is heel sterk", erkende vice-voorzitter en oud-Kamerlid Marius Ernsting tegenover Trouw (13 maart 1987). "lk merk nu wat een voordeel het is als je in de Tweede Kamer aanwezig bent".
Verkiezingen
Bij de Statenverkiezingen van 18 maart had de CPN in vijf provincies met de PSP en in vier met de PPR en de PSP een gezamenlijke kandidatenlijst ingediend. In Groningen en Noord-Holland, waar de CPN van oudsher electoraal sterk was, kwam zij met een eigen lijst uit. De verkiezingen stonden voor de CPN in het teken van de landelijke politiek; hoofdpunt in de campagne was "een dam opwerpen tegen het afbraakbeleid van Lubbers II". Handicap voor de CPN bij de campagnevoering was de reeds geconstateerde geringe aandacht van de landelijke media. De stembusuitslag werd mede daarom als hoopvol beschouwd. Hoewel de CPN vergeleken met de Statenverkiezingen van 1982 verlies leed, herstelde zij zich enigszins van de klap die zij bij de Kamerverkiezingen van 1986 had moeten incasseren. In haar commentaar op het resultaat zei partijvoorzitter Izeboud: "We zijn op de weg terug. Dit is de basis voor verder herstel" (de Volkskrant, 19 maart 1987). Bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer moest de CPN één zetel inleveren, waarmee zij er nog één overhield, die werd bezet door F. Bolding. C.A. IJmkers, die bijna 19 jaar de CPN in de senaat had vertegenwoordigd, keerde niet meer terug.
CPN-manifestatie
Op 27 September organiseerde de CPN in Amsterdam een landelijke manifestatie "voor vrede, sociale rechten, democratie en Internationale solidariteit". De bedoeling van de partij was om vlak na Prinsjesdag, de troonrede en de Miljoenennota "haar zelfbewustzijn en strijdbaarheid" te demonstreren. Eén van de sprekers op de bijeenkomst was Klaas de Jonge, de onlangs naar Nederland teruggekeerde cultureel-anthropoloog die lange tijd op de Nederlandse ambassade in Pretoria had 'vast'gezeten, omdat hij wegens hulp aan het ANC door de Zuid- Afrikaanse politie werd gezocht.
De Waarheid
Ook in 1987 leidde De Waarheid een kwakkelend bestaan. In april deed het partijbestuur een beroep op de partijleden om De Waarheid financieel te steunen. Het appèl leverde zo'n 80.000 gulden op. De werving van nieuwe abonnees, waartoe het partijbestuur ook had opgeroepen, was onvoldoende om de terugloop van het aantal abonnementen op te vangen. In hot najaar ging opnieuw een campagne van start om abonnees te winnen. 'Veel succes hebben we nog niet met deze acties", aldus R. Schurink in het Nieuwsblad van het Noorden (12 december 1987). Volgens Schurink, die per 1 oktober G. Pothoven als directeur van De Waarheid was opgevolgd, verkeerde zijn dagblad in een penibele financiële situatie.
Viering Oktoberrevolutie
Bij de 70ste verjaardag van de Oktoberrevolutie in Rusland stond de CPN uitgebreid stil. Een dubbelnummer van Politiek en Cultuur was aan het thema '70 jaar Oktoberrevolutie' gewijd. In dit nummer werd ook ingegaan op de recente ontwikkelingen in de Sovjet-Unie. De 'perestroika' en 'glasnost' die door Gorbatsjov waren geïnitieerd, werden door de CPN met instemming begroet. Op uitnodiging van het partijbestuur bracht een delegatie van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU) een bezoek aan Nederland. Begin november werden door een aantal afdelingen vergaderingen belegd, waarop één der vertegenwoordigers van de CPSU aanwezig was. Hoogtepunt van de viering was de landelijke bijeenkomst op 7 november in de Oosterkerk te Amsterdam.
De CPN was op haar beurt bij de viering van de Oktoberrevolutie in Moskou aanwezig. Partijvoorzitter E. Izeboud en J. de Boo, eveneens lid van het partijbestuur, waren aanwezig bij zittingen van het Centraal Comité van de CPSU en van de Opperste Sovjet, het parlement van de Sovjet-Unie, die in het teken van de revolutieherdenking stonden.
Landelijke marxismisme-werkgroep
De 'landelijke marxisme-werkgroep' bleef ook in 1987 binnen de CPN actief, tot ongenoegen van het partijbestuur. Volgens partijvoorzitter Izeboud bouwde deze werkgroep door de uitgave van een eigen blad en het beleggen van bijeenkomsten een "afzonderlijk organisatorisch verband" op. "Onbegrijpelijk en onaanvaardbaar", aldus Izeboud, die echter geen maatregelen tegen de werkgroep in het vooruitzicht stelde (CPN-ledenkrant, no. 3, p. 2). Het partijbestuur ging niet in op een uitnodiging van de werkgroep om zijn landelijk beraad bij te wonen. Het VCN, dat in deze, landelijke marxisme-werkgroep medestanders zag in zijn streven om te komen tot hereniging van het Nederlandse communisme op marxistisch-leninistische basis, onderhield contacten met de groep.
VCN
Op het tweede partijcongres dat het VCN op 30 en 31 mei hield werd nog eens vastgesteld dat er in Nederland "maar één communistische partij is: het VCN" (Manifest, no. 22, p. 1). De CPN kwam voor dit predikaat niet in aanmerking omdat zij het marxisme-leninisme zou hebben afgezworen. Niettemin besloot het congres dat het VCN het herstel van de eenheid van de Nederlandse communisten moest nastreven, zij het dat deze eenwording uitsluitend op marxistisch-leninistische grondslag kon plaatshebben. De CPN reageerde koel op dit congresbesluit. "Wij wachten af", zo verklaarde vice-voorzitter Ernsting. "Als zij zich weer willen aansluiten, moeten zij zich meer aan ons aanpassen in plaats van andersom" (de Volkskrant, 2 juni 1987). Binnen het streven van het VCN om de eenheid weer te herstellen paste het initiatief van zo'n honderd communisten om de 70ste verjaardag van de Oktoberrevolutie gemeenschappelijk te vieren. Zowel leden van het VCN als van de CPN alsmede ongeorganiseerde communisten werden opgeroepen aan deze viering deel te nemen. Op de bijeenkomst op 7 november in Amsterdam waren naar schatting ongeveer duizend mensen aanwezig; velen van hen waren met een tiental 'revolutiebussen' naar de hoofdstad gekomen. Naast vele VCN-ers waren ook CPN-leden op komen dagen, waaronder leden van de landelijke marxisme-werkgroep. Het woord werd gevoerd door onder andere René Dammen, algemeen secretaris van het VCN, Roel Walraven, voormalig wethouder van Amsterdam en CPN-lid, en door een vertegenwoordiger van de ambassade van de Sovjet-Unie. In een verklaring die na de bijeenkomst werd uitgegeven, werd opnieuw gehamerd op de noodzaak van het herstel van de eenheid van het Nederlandse communisme.
Laatst gewijzigd: | 29 januari 2024 14:55 |