Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Centrumdemocraten (CD) Geschiedenis

CD jaaroverzicht 1990

Uit: P. Lucardie, M. Nieboer en I. Noomen, ‘Kroniek 1990. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1990’ in: G. Voerman (red.), Jaarboek 1990 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1991), 14-57, aldaar 20-21.

Inleiding

De Centrumdemocraten zetten in 1990 hun gestage opmars voort. De partij behaalde bij de raadsverkiezingen meer stemmen dan bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1989 en bereidde zich vol optimisme voor op de verkiezingen van Provinciale Staten en Eerste Kamer van 1991.

Raadsverkiezingen

Met de Centrumpartij’86, die 4 zetels won, waren voor de verkiezingen opnieuw besprekingen over een fusie gevoerd, zij het zonder enig succes. De CD had ook vergeefs bij de Raad van State aanhangig gemaakt dat zij evengoed als opvolger van de Centrumpartij behandeld zou moeten worden als de Centrumpartij‘86.

In negen steden nam de CD deel aan de gemeenteraadsverkiezingen. Alleen in Tilburg was haar gooi naar een zetel tevergeefs; wellicht mede door het plotselinge aftreden van de lijsttrekker. Volgens de partij had deze zich teruggetrokken naar aanleiding van telefonische pesterijen door tegenstanders. Enkele andere kandidaten op de lijst trokken zich terug omdat zij tegen hun zin kandidaat gesteld zouden zijn.

In de acht andere steden - Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Schiedam, Dordrecht, Purmerend en Almere - wonnen de Centrumdemocraten totaal 11 zetels. De installatie van de raadsleden ging vaak gepaard met demonstraties en protesten. Een groep advocaten trachtte tevergeefs hun beëdiging te verhinderen door die als meineed aan te klagen: de Centrumdemocraten zouden de eed op de Grondwet niet af mogen leggen omdat zij discriminatie niet afwezen en de Grondwet dat wel doet.

De raadsleden in Haarlem en Utrecht, W. Elsthout en W. Vreeswijk, waren overigens al eerder beschuldigd van discriminatie; eerstgenoemde was ook daarvoor veroordeeld. In oktober werden in de woning van het raadslid in Purmerend niet alleen discriminerende literatuur over etnische minderheden en joden maar ook (verboden) wapens gevonden. Door een fout van de officier van justitie werd het raadslid echter niet vervolgd. F. Hofman, centrumdemocratisch raadslid in Amsterdam, werd in mei gearresteerd wegens dronkenschap en verstoring van de openbare orde. Zijn alcoholgebruik leidde ook tot spanningen in de twee man sterke raadsfractie. In december besloot de fractievoorzitter, W.J. Bruyn, uit de fractie te treden en als onafhankelijk lid van de raad te blijven. Hij verliet bovendien de partij, omdat die - bij monde van voorzitter J.G.H. Janmaat - geld van de gemeente voor de raadsfractie op zou eisen.

Andere ontwikkelingen

De CD kwam ook op andere wijze veelal negatief in het nieuws - wat haar beter leek dan doodgezwegen te worden. ‘Als je niet in de pers komt, besta je niet’, hield partijvoorzitter Janmaat de kringvoorzitters van de CD voor op een bijeenkomst in februari. Als geslaagd voorbeeld van gezochte publiciteit noemde hij de aankondiging een Dr. W. Drees Stichting te gaan oprichten die zich met Oost-Europa zou bezig houden. De naam van de voormalige minister-president werd gekozen omdat deze evenals de Centrumdemocraten kritiek geleverd zou hebben op de toevloed van vreemdelingen naar Nederland. De nabestaanden van Drees maakten ernstig bezwaar tegen deze naamgeving.

In maart kwam de CD in de pers vanwege de toekenning van de Andreas Hofer Prijs aan mevr. W.B. Schuurman, de secretaris van de partij die bij de brand in Kedichem een been verloren had (zie de Kroniek in het Jaarboek 1986 DNPP, blz. 25). Deze prijs werd door de leider van de extreem-rechtse Deutsche Volksunion ter beschikking gesteld aan mensen die zich vaderlandslievend gedragen zouden hebben. In mei werd overigens één van de geweldplegers tegen de CD in Kedichem veroordeeld tot een half jaar gevangenisstraf.

In oktober vorderde het ministerie van Binnenlandse Zaken een bedrag van f 65.000 terug dat zij in 1986 aan het wetenschappelijk bureau van de CD had overgemaakt. Het geld zou grotendeels niet aan wetenschappelijk onderzoek maar aan propaganda-activiteiten besteed zijn. De Raad van State wees in december het beroep af dat de partij tegen de vordering had ingesteld.

Laatst gewijzigd:06 februari 2023 15:28