Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Anti-Revolutionaire Partij (ARP) Geschiedenis

ARP jaaroverzicht 1980

Uit: L. Koeneman, 'Greep uit de politieke gebeurtenissen in Nederland gedurende het jaar 1980' in: I. Lipschits (red.), Jaarboek 1980 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1981), 117-131.

Uit een enquête van bureau-Lagendijk, gehouden in de week van 11 tot 19 januari, bleek dat slechts 38 procent van de ARP-aanhangers voor een definitieve fusie was van KVP, ARP en CHU op 11 oktober. De meeste voorstanders van een fusie zaten in de KVP-hoek (76%) en de CHU-hoek (58%). Naar aanleiding van deze uitslag heeft ARP-voorzitter H. de Boer zijn partij opgeroepen zich helemaal achter de CDA-fusie te stellen.

In mei heeft prof. Goudzwaard zich teruggetrokken uit de CDA-programcommissie. Ook wenste hij niet meer geplaatst te worden op de CDA-kandidatenlijst voor de verkiezingen in mei 1981. Hij gaf te kennen geen lid te zullen worden van het CDA, wanneer de fusie op 11 oktober een feit zou zijn. Goudzwaard gaf als reden van deze besluiten dat hij verwachtte dat het Program van Uitgangspunten en het Program van Aktie van het CDA met name inzake de kernwapen-problematiek voor hem niet aanvaardbaar zouden zijn. Bovendien vond Goudzwaard een brede coalitie met de PvdA na de verkiezingen noodzakelijk om de zware financieel-economische problemen te kunnen aanpakken. De kans op een dergelijke coalitie achtte hij gering wanneer premier Van Agt lijsttrekker zou worden van het CDA.

In mei heeft het partijbestuur van de ARP de kandidatenlijst opgesteld voor de verkiezingen in 1981. De hierop hooggeplaatste kandidaten, zoals partijvoorzitter Hans de Boer, kamerlid Jan van Houwelingen en kamerlid Jan Nico Scholten werden later door de kiesverenigingen lager geplaatst. Naar aanleiding hiervan gaf Hans de Boer op de ARP-partijraad op 7 juni te kennen, zich voor geen enkele bestuursfunctie in het CDA beschikbaar te zullen stellen. Op deze partijraad besloot een meerderheid ruimte te laten voor de mogelijkheid dat Nederland desnoods buiten de NAVO initiatieven zou gaan nemen om de bewapeningswedloop terug te dringen. Dit als amendement op het ontwerp-beginselprogramma van het CDA.

Ook in juni werd een manifest uitgebracht, afkomstig van het comité Anti-Revolutionaire Christen-Democraten ’80. Dit manifest keerde zich tegen de zogenaamde dissidenten in de Tweede-Kamerfractie. Het partijbestuur werd verweten geheel de kant van de dissidenten te kiezen. Het manifest was ondertekend door 35 ARP-leden, waaronder Maarten Schakel, vice-voorzitter van de Tweede Kamer. In september heeft het bestuur van de ARP besloten haar voormalige fractieleider, mr. W. Aantjes en het voormalig fractielid, mevrouw H. van Leeuwen, te plaatsen op twee van de zes regionale lijsten voor de verkiezingen. Via voorkeurstemmen kunnen ze een plaats in de Tweede Kamer verwerven.

Op 27 september hield de Anti-Revolutionaire Partij in Amsterdam haar laatste vergadering. De kiesverenigingen en de partijraad besloten met overgrote meerderheid vòòr opheffing van eigen partij en samengaan met KVP en CHU. Vòòr fusie was 94,92% en tegen 5,08%.

De Arjos-ledenraad ging op 25 oktober niet akkoord met het voorstel om de Arjos op te heffen en te fuseren met KVP- en CHU jongeren tot CDJA. De benodigde driekwart meerderheid voor dit voorstel werd op vier stemmen na niet gehaald. (De opheffing kwam wel tot stand op 17 januari 1981).

Laatst gewijzigd:08 januari 2024 13:54