Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Algemeen Ouderen Verbond (AOV) Geschiedenis

AOV jaaroverzicht 1994

Uit: J. Hippe, P. Lucardie en G. Voerman, 'Kroniek 1994. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 1994' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1994 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1995), 14-91, aldaar 27-28.

Inleiding

Het Algemeen Ouderenverbond (AOV) werd op 1 december 1993 op­gericht op initiatief van M.C. Batenburg, gepensioneerd perso­neelschef van Philips in Eindhoven. De aanleiding lag in de be­zuinigingen op de bejaardenoorden, die minister d'Ancona van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur aange­kondigd had. De jonge partij maakte een stormachtige ontwikkeling door: in mei be­haalde zij bij de kamerverkiezingen zes zetels.

Verkiezingen

Deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen in Eindhoven leverde de AOV meteen 14% van de stemmen en vijf zetels op. A.J.A. Rennenberg zou namens de partij in het college van burgemees­ter en wethouders plaats nemen. Na dit succes, dat in de pers vrij veel aandacht kreeg, besloot het bestuur van het AOV om ook aan de Tweede-Kamerverkiezingen deel te gaan nemen. De oud-hoogleraar bedrijfseconomie N. Tiemstra schreef een pro­gram dat de belangen van ouderen centraal stelde, maar ook een visie op andere beleidsterreinen bevatte. De secretaris van het AOV, L.E.C. Boo­gaard, stelde een ontwerp-kandidaten­lijst op, die door het bestuur definitief vastgesteld werd.

Hoewel de nieuwe partij geen steun kreeg van de gevestigde ouderenbonden, kreeg zij wel de gelegenheid aanhang te verwer­ven op de protestbijeenkomst tegen de met name door het CDA voorge­stelde bevriezing van de AOW op 13 april in het PSV-stadion te Eindhoven. Een belangrijk deel van de aanhang kwam uit christen-democratische kring; onder meer de toekomstige kamer­leden E.G. Aiking-Van Wageningen en Th. Hendriks. In april sloot het Brabantse Statenlid F.C. Geenen zich bij het AOV aan. Hij werd kort daarna tot vice-voorzitter geko­zen. In mei trad het Limburgse Statenlid P. Veugen toe. Beiden waren eveneens afkom­stig uit het CDA.

Bij de kamerverkie­zingen in mei behaalde het AOV 3,6% van de stemmen. De meeste aanhang verkreeg het Verbond in het Zuiden des lands, veelal ten koste van het CDA; in mindere mate echter ook ten koste van de PvdA en andere par­tijen. De lijst werd aangevoerd door H.M. Nijpels-Heze­mans, die na de verkie­zingen fractie­voorzitter in de Tweede Kamer werd. Zij was van 1986 tot 1993 raadslid voor de VVD in Eindhoven ge­weest en had na een con­flict met haar fractie eind 1993 die partij verla­ten.

Opbouw partijorganisatie

Na de triomfantelijke intocht in de Tweede Kamer begon de partij haar organisatie verder op te bouwen; in de zomer werden opgericht de Stichting AOV Midden- en Oost-Europa, het wetenschappelijk bureau - de Martin Batenburg Stichting - en een scholings- en vormingsinstelling, de Dr.Ir.F.J. Philips Stich­ting. F.J. Philips, oud-directeur van het gelijknamige be­drijf, had door middel van een genereuze lening deelna­me aan de Tweede-Kamer­verkiezingen mogelijk gemaakt. In sep­tember richtte een kleindochter van partijvoorzitter Baten­burg met enkele anderen een jongerenorganisatie binnen het AOV op. De algemene leden­vergadering besprak op 29 oktober in Eindho­ven nieuwe statu­ten, maar haalde niet het quorum (tweederde van het aantal leden) om die ook goed te keuren. Die goedkeuring vond wel plaats op de algemene ledenver­gade­ring van 19 novem­ber, opnieuw in Eindhoven.

Interne problemen en groeistuipen

In oktober kwam het kamerlid Hendriks in aanvaring met zijn fractievoorzit­ter. Zij verweet hem, zich niet aan afspraken te houden en solistisch op te treden. Op 8 oktober besloot het partijbestuur hem te royeren. De algemene leden­vergadering bekrachtigde het royement op 29 oktober. Hendriks wilde de vergadering bijwonen, maar hem werd de toegang ontzegd. Hierin zag hij aanleiding om zijn partijlidmaatschap op te zeggen. Hendriks bleef echter als onafhanke­lij­ke lid van de Tweede Kamer.

Tegelijkertijd brak een conflict uit binnen de AOV-afdeling Limburg. De provinciale afdeling zou statuten hebben aangeno­men die in strijd waren met de landelijke partijstatuten. Het partijbestuur wees in oktober een nieuw afdelingsbestuur aan, maar het oude bestuur weigerde vooralsnog af te treden.

Een lid van het partijbestuur, C.J. van Zwet, was het met deze gang van zaken niet eens en legde zijn functie als bestuurslid en campagneleider voor de Statenverkiezingen neer. Hij nam die stap mede vanwege bezwaren bij andere bestuursleden tegen de professioneel op te zetten ledenwerfcampagne die hij had voorgesteld.

Samenwerking met Politieke Unie 55+?

In de Tweede Kamer werkte het AOV meteen nauw samen met de Politieke Unie 55+, vertegenwoordigd door H. Leerkes. Buiten het parlement lukte dat aanvankelijk nog niet. Tussen de par­tijbesturen bestond de nodige frictie. Een gesprek tussen beide besturen op 29 november in Zwolle leek echter de weg te bereiden voor verdergaande toenadering in 1995. Voor de Sta­tenver­kiezingen in dat jaar werd gestreefd naar een combinatie van lijsten dan wel naar een lijstverbinding.

Laatst gewijzigd:06 februari 2023 15:07