Frits Bolkestein (1933)
Frits Bolkestein domineerde in het laatste decennium van de twintigste eeuw als leider van de vvd het politieke debat in Nederland. In 1994 bracht hij met Wim Kok en Hans van Mierlo het eerste paarse kabinet tot stand, waardoor voor het eerst in driekwart eeuw de christendemocratie werd verdreven uit het centrum van de macht. Hijzelf bleef Tweede Kamerlid, waardoor hij de vrijheid hield het onverdunde liberale geluid te laten klinken. Dat droeg bij aan electorale successen. Na een periode van verkiezingsnederlagen boekte de VVD onder Bolkesteins leiding weer winst. Bij de Statenverkiezingen van 1995 werd ze zelfs voor het eerst de grootste partij.
Na zijn vertrek in 1998 volgde voor de vvd een crisisperiode. Aan de rechterzijde van het politieke spectrum ontstond een vacuüm waarvan Pim Fortuyn en later Bolkesteins leerling Geert Wilders profiteerden. De VVD leed aan ideeënarmoede, zakte bij de verkiezingen van 2002 terug van 38 naar 24 zetels en werd net als vóór de periode-Bolkestein junior partner in kabinetten met het CDA.
Een biografie van Bolkestein draagt bij aan de kennis van de Nederlandse politieke geschiedenis aan het eind van de twintigste eeuw en van de politieke ideeënvorming in die periode. In deze biografie wordt beschreven hoe Bolkestein tot zijn ideeën kwam en hoe hij erin slaagde leider van de VVD te worden en het politieke debat te domineren. Ook wordt de vraag beantwoord wat de betekenis is geweest van Bolkestein voor de VVD en voor de Nederlandse politiek.
Frits Bolkestein groeide op in een ontwikkeld en welgesteld milieu in Amsterdam-Zuid. Na een studie wijsbegeerte trad hij in 1960 in dienst van Shell, waarvoor hij zestien jaar in het buitenland werkte. In 1976 nam hij, 43 jaar oud, ontslag om zich te richten op een politieke carrière.
Daarmee nam hij een persoonlijk risico, want na zestien jaar afwezigheid had hij geen netwerk in Nederland. Hij werd lid van de VVD, zonder dat hij iemand in die partij kende. Maar hij was gedreven de strijd aan te gaan met de culturele revolutie van de jaren zestig en de ideeën van de sociaaldemocratie onder Den Uyl. Na een opmerkelijke campagne verwierf hij met geluk een Kamerzetel. In de Tweede Kamer was hij aanvankelijk een merkwaardige eenling, maar hij verwierf ook gezag door zijn eruditie, zijn visie en zijn schrijfvaardigheid.
Nadat hij vier jaar staatssecretaris was geweest, maakte hij na de verkiezingen van 1986 met een snoeiharde aanval een eind aan het partijleiderschap van Ed Nijpels. Als ‘koningsmoordenaar’ werd hij niet zelf de nieuwe ‘koning’, maar moest hij genoegen nemen met een plaats in de fractie onder de nieuwe fractieleider Joris Voorhoeve.
Toen Voorhoeve vier jaar later opstapte, werd Bolkestein bij gebrek aan andere kandidaten zijn opvolger. Aanvankelijk werd hij gezien als tussenpaus, omdat hij door zijn elitaire, arrogante en intellectuele uitstraling niet geschikt zou zijn als boegbeeld van een volkspartij. Na een moeizame start ontwikkelde hij zich echter tot de nationale debatleider en onbetwiste VVD-leider. Vooral na de vorming van het kabinet-Kok bereikte zijn ster grote hoogten. Hij werd gezien als mogelijk toekomstige premier, een functie waar hij zelf weinig zin in had. Nadat de PvdA bij de verkiezingen van 1998 de grootste partij was gebleven en de formatie van het tweede kabinet-Kok bijna was voltooid, droeg hij de leiding van de fractie onverwacht over aan Hans Dijkstal. Een jaar later werd hij eurocommissaris voor de Interne Markt en Belastingen. Dat werkte verbazing omdat hij gold als euroscepticus en ongeschikt leek voor de Brusselse bureaucratie.
Hij functioneerde goed genoeg om in aanmerking te komen voor een tweede termijn, maar daar zag hij vanaf. Hij werd benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘intellectuele achtergronden van politieke ontwikkelingen’ en publiceerde in 2011 zijn opus magnum De intellectuele verleiding, over ‘gevaarlijke ideeën in de politiek’. In de laatste fase van zijn leven bleef hij als publiekintellectueel de ontwikkelingen in de politiek en de wereld becommentariëren.
In deze biografie wordt Bolkestein geïnterpreteerd tegen het decor van het naoorlogse Amsterdamse scholieren- en studentenleven en van het culturele klimaat en de politieke mores in de jaren zestig en zeventig en de decennia daaropvolgend.
Het promotieonderzoek wordt begeleid door prof. Gerrit Voerman en prof. Hans Renders.
Dik Verkuil is historicus, schreef geschiedenisboeken voor het voortgezet onderwijs en werkt als eindredacteur Nieuws bij de NOS. Hij gaf een interview over zijn onderzoek aan Biografieportaal.nl In 2019 publiceerde hij de biografie De Gedrevene. Joop den Uyl 1919-1987. Email: Dik.Verkuil nos.nl
Laatst gewijzigd: | 10 december 2022 17:12 |