Biografie C.O. Jellema
C.O. Jellema (1936-2003) studeerde theologie en Duits, en doceerde Duitse literatuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was een gerespecteerd dichter: zijn werk is vertaald in het Engels, Duits en Frans, en werd bekroond met een paar belangrijke prijzen. Hij nam deel aan Poetry International, zat in literaire jury’s en besturen, en recenseerde jarenlang literatuur voor verschillende dagbladen. Daarnaast was hij actief als essayist en vertaler. Bij dit onderzoek staan twee invalshoeken centraal: (1) het spanningsveld rond de autonomie van de literatuur en (2) de rol van de homoseksualiteit in de constructie van Jellema´s persoonlijke en poëtische identiteit. Op het punt van de autonomie zal een aantal samenhangende vragen het onderzoek sturen. Bijvoorbeeld: hoe verliep het moeizaam verkrijgen van literaire erkenning? Jellema’s werk en poëticale opvattingen sloten niet of slechts ten dele aan bij werk en opvattingen van dan beeldbepalende dichters en leidende critici. Daarom is het interessant om na te gaan welke ontwikkeling zijn literaire werk en literatuuropvatting hebben doorgemaakt. Hierbij is aandacht voor het werk van door hem vertaalde Duitse mystici van belang. Vanaf zijn debuut in 1961 is in zijn werk namelijk een religieuze thematiek aanwezig. Wat betekende die aandacht voor deze thematiek in een tijd waarin het ongebruikelijk was religieus-metafysische kwesties aan de orde te stellen? Homoseksualiteit maakte in de tweede helft van de 20e eeuw een belangrijke ontwikkeling door van taboe naar maatschappelijke acceptatie. Vragen hierbij zijn: hoe verliep Jellema’s aanvaarding van zijn homoseksualiteit? Welke betekenis had de ontmoeting op zesjarige leeftijd met een Duitse soldaat – een vroege inwijding in de homo-erotiek – voor zijn leven en werk? In hoeverre is de erotiek in zijn poëzie homo-erotisch? Hoe verhoudt zich een en ander tot de kenmerken van leven en werk van andere auteurs uit dezelfde periode, waarin homoseksualiteit en homo-emancipatie volop in de belangstelling stonden? Schrijven was voor Jellema een zoeken naar een identiteit, een bevestiging van eigenwaarde. Tot de factoren die hierbij bepalend zijn geweest behoren onder meer de anderhalf jaar dat hij als jonge jongen moest kuren in verband met tuberculose, de worsteling met zijn homoseksualiteit, de standbewuste opvoeding en zijn afgebroken theologiestudie – de gekozen methodiek maakt het mogelijk deze en andere factoren nader te onderzoeken en boven het particuliere uit te tillen, zodat uitspraken gedaan kunnen worden over het literaire en cultuur-maatschappelijke klimaat waarin Jellema werkte.
Gerben Wynia was per 1 augustus 2014 aangesteld als biograaf van de dichter C.O. Jellema (1936-2003). De verdediging van zijn proefschrift vond plaats op 10 maart 2022; in december verscheen de handelseditie van zin proefschrift onder de titel Aan rozen denk ik in de winter. C.O. Jellema (1936-2003). Het onderzoek werd gefinancierd via het NWO-programma Promotiebeurs voor leraren. De begeleidingscommissie bestond uit prof.dr. G.J. Dorleijn en prof.dr. J.W. Renders.
Met Wynia verscheen een interview in de Ommerlander Courant. Een recensie van Aan rozen denk ik in de winter stond in de volgende media:
E-mail: gerbenwynia@gmail.com
Laatst gewijzigd: | 13 oktober 2023 10:52 |