Biografie Nanne Ottema (1874-1955)
De vermogende Nanne Ottema, notaris, verzamelaar, kunsthistoricus, publicist, bestuurder, politicus, strijder voor natuur- en cultuurbehoud, museumstichter en filantroop, was voor Friesland en Nederland een belangrijke figuur, vooral op het gebied van roerend en onroerend cultureel erfgoed. Hij bouwde een grote kunstcollectie op (ca. 30.000 objecten), onder meer bestaande uit (Friese) kunst en kunstnijverheid en Aziatica, met een voorliefde voor Chinees porselein. Aan de hand van zijn collectie publiceerde hij in 1943 zijn door kenners over de hele wereld geroemde boek Chineesche Ceramiek. Ook bracht hij een grote, kwalitatief hoogwaardige bibliotheek bijeen. Zijn collectie, deels ondergebracht in het in 1917 door hem opgerichte Keramiekmuseum Princessehof, en zijn vermogen liet hij na aan de Ottema-Kingma Stichting.
Vandaag de dag is Nanne Ottema een onbekende figuur, wiens naam alleen door vakspecialisten wordt herkend en dan vooral in verband met het Keramiekmuseum Princessehof. Wat over Ottema werd geschreven is veelal terug te voeren op een nogal moraliserende, weinig evenwichtige biografie uit 1957 van J.J. Kalma. Los van de vraag of de negatieve teneur in de biografie juist is, valt op dat juist de verdiensten van Ottema naar de achtergrond zijn verdrongen. Ook bleven activiteiten op andere terreinen vrijwel onbenoemd.
In dit nieuwe onderzoek wordt het beeld van Nanne Ottema bijgesteld. Dat gebeurt door te bekijken of de negatieve karakterschets klopt en ook door Ottema’s bezigheden te onderzoeken die tot nu toe onderbelicht zijn gebleven. Hij was een veelzijdige en actieve persoonlijkheid, die in een tijdsgewricht waarin de samenleving ingrijpend veranderde, een belangrijk stempel heeft gedrukt op het culturele leven in Friesland tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw.Hij was maatschappelijk sterk gedreven om het welzijn van Friesland en Leeuwarden te bevorderen. Wat waren zijn drijfveren hiervoor? Wilde hij op de gebieden die zijn belangstelling hadden inderdaad de wereld verbeteren? Of hoopte hij hiermee aanzien te verwerven?
Over het privéleven van Ottema is weinig bekend. In 1900 trouwde hij met Grietje Kingma (1873-1950), dochter van een jong overleden rijk boerenechtpaar. Was het ware liefde, of een uit zakelijk oogpunt verstandig huwelijk? Om medische redenen verbleef ze een groot deel van haar tijd zonder haar man in Corsica en Zandvoort. De afwezigheid van zijn echtgenote bood Ottema wel gelegenheid om zich met hart en ziel te richten op zijn nevenactiviteiten.
Ottema vormde, samen met jeugdvriend Pieter C.J.A. Boeles, bijna veertig jaar de spil van het in 1827 opgerichte Fries Genootschap. Dit Genootschap ondersteunde vele initiatieven met betrekking tot het onderzoek naar de Friese geschiedenis en cultuur en was tevens oprichter en beheerder van het Fries Museum. Het onderzoek levert een bijdrage aan de kennis over de rol van Ottema vanuit het Genootschap op het cultuurbeleid in Friesland in het interbellum.
Als bestuurder van het Genootschap werd Nanne Ottema nadrukkelijk geconfronteerd met de Friese taal vanuit de Friese beweging, een stroming die onder meer het gebruik van het Fries nastreefde. Hoe stond Ottema hier tegenover?
Ook wordt aandacht geschonken aan de vriendschap tussen Ottema en de uit Bergum afkomstige Anne Tjibbes van der Meulen (1862-1934), een unieke, avontuurlijke figuur die Aziatische kunstnijverheid en etnografica verzamelde. Ottema nam zijn collectie over en zette daarmee de oprichting van museum het Princessehof in gang. Was Van der Meulen de vrijgevochten avonturier die Ottema graag had willen zijn?
Ottema was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief op terreinen die zijn houding jegens de bezetter op de proef stelden. Het onderzoek richt zich op zijn rollen als verzamelaar, notaris, tentoonstellingsmaker, lid van de directie van theater De Harmonie en liefhebber van volkskunst.
Het beeld bestaat dat Ottema een verzamelaar was die alles kocht dat los en vast zat. Er valt een onderscheid te maken tussen het verzamelen van enerzijds (Chinees) porselein, waar hij een beredeneerde collectie opbouwde en anderzijds het Friese erfgoed. Van Fries Erfgoed kocht hij inderdaad vaak aan als een bezetene, maar hij heeft ook enkele sterke deelcollecties opgebouwd. Was Ottema, geheel volgens de traditie van de Genootschappen, een verzamelaar van de negentiende-eeuwse stempel, of was hij met zijn wijze van verzamelen typisch een kind van zijn tijd omdat antiek toen in de mode was?
Ottema had het maatschappelijk gezien weliswaar ver geschopt, maar hij verliet de middelbare school zonder diploma. Op kunstgebied was hij een autodidact. Deze biografie spitst zich toe op de angst van Ottema om als dilettant te worden gezien en wat hij deed om deze beeldvorming te vermijden. Kijkend naar de verzamelactiviteiten van Ottema en zijn vele publicaties, spreekt daaruit een enorme geldingsdrang. Was dat genoeg om te bewijzen dat hij meer was dan een amateur die uit liefhebberij met kunst bezig was?
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Antoon Ott (1972). Hij studeerde kunstgeschiedenis en rechten in Leiden. Onder begeleiding prof.dr. Hans Renders en prof.dr. Goffe Jensma promoveerde Ott op 7 juli 2022 op deze biografie. De verdediging, die plaatsvond in de Grote Kerk van Leeuwarden, werd bezocht door meer dan 250 belangstellenden. Het Friesch Dagblad en Biografieportaal.nl publiceerden een uitgebreid interview met Ott. Het boek werd gerecenseerd in Historisch tijdschrift Fryslân (29ste jaargang, nr. 3, mei/juni 2023), op Biografieportaal.nl en in Vormen uit vuur, het blad van de Nederlandse vereniging voor vrienden van ceramiek en glas.
E-mail: info artilaw.nl
Tel. 020-6767637
Laatst gewijzigd: | 05 juni 2023 10:42 |