Tegenwoordig delen veel ouders berichten, foto’s of video’s, ook wel content genoemd, van hun kinderen op verschillende sociale media. Dit artikel richt zich specifiek op de rechten van het kind ten opzichte van haar ouders bij het delen van zulke content. Het door ouders delen van content over hun kinderen wordt ook wel aangeduid met de term sharenting . Het delen van dergelijke content heeft tot gevolg dat er een digitale voetafdruk van het kind ontstaat.

Een digitale voetafdruk is een dataspoor op het internet waarmee een persoon geïdentificeerd kan worden. Deze scriptie beoogt de vraag te beantwoorden of een kind de mogelijkheid heeft om op latere leeftijd de online identiteit die door de ouders gecreëerd is te laten verwijderen. Voor beantwoording van de vraag is kwalitatief onderzoek verricht aan de hand van literatuuronderzoek. De positie van het kind wordt bekeken in het licht van fundamentele mensenrechten en rechten die voortvloeien uit de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG).

AVG

Sharenting valt binnen het toepassingsbereik van de AVG, omdat doorgaans sprake is van verwerking van persoonsgegevens bij het delen van content over het kind op sociale media. Verwerking van persoonsgegevens is enkel rechtmatig wanneer sprake is van een rechtmatige verwerkingsgrondslag. Het geven van toestemming door de ouder, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 sub a AVG is een rechtmatige verwerkingsgrondslag. Uit artikel 5 lid 1 Uitvoeringswet AVG volgt dat de wettelijk vertegenwoordiger van het kind onder de zestien jaar deze toestemming dient te verlenen. De ouder dient zichzelf dan toestemming te geven voor de verwerking van persoonsgegevens van het kind. Een kind kan pas wanneer zij de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt zelf beslissen over het al dan niet verlenen van toestemming voor de verwerking van haar persoonsgegevens.

Digitale voetafdruk

Door het overmatig delen van content over het kind is de digitale voetafdruk van veel kinderen is op jonge leeftijd al gemaakt. Het recht om vergeten te worden, zoals bedoeld in artikel 17 AVG, geeft het kind de mogelijkheid om haar online identiteit (gedeeltelijk) te laten verwijderen. Een kind kan op grond van artikel 17 AVG de door haar ouder gegeven toestemming intrekken zodra zij de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Vervolgens dient gekeken te worden of een ouder een belang heeft dat het behoudt van de content rechtvaardigt. Het belang van privacy van het kind dient dus afgewogen te worden tegen het belang van de ouder. De belangenafweging die moet plaatsvinden zal mijns inziens in het voordeel van het kind uitvallen, met name gelet op de kwetsbare positie waarin een kind zich bevindt. De ouder zou het kind immers moeten beschermen voor gevaren van buitenaf. In de praktijk lijkt het mijns inziens, gelet op de verhouding tussen de ouder en het kind, niet aannemelijk dat een kind van zestien jaar of ouder daadwerkelijk tegen haar ouders zal optreden. Hoe een dergelijke situatie zich in de praktijk daadwerkelijk zal uiten is momenteel nog niet bekend en zal nog moeten blijken in de toekomst. Naar mijn mening staat het kind in haar recht.

Voor de volledige scriptie zie: https://papers.ssrn.com/abstract=4342512