Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Organisatie Vakgroepen Transboundary Legal Studies Expertisegebieden IT-Recht
Header image IT-recht blog

Op welke bestelknop gaat de Hoge Raad drukken?

Datum:06 maart 2024
Auteur:Evert Neppelenbroek
Afbeelding: https://pixabay.com/
Afbeelding: https://pixabay.com/

Wie een webwinkel bezoekt, doorloopt heel herkenbare stappen. Je zoekt naar een product of een dienst, je klikt op een soort boodschappenmandje, je controleert de bestelling en je drukt op… Ja, waar druk je eigenlijk op? Je drukt op iets wat in het Europese consumentenrecht de meest gedetailleerd gereguleerde verwijzing op een website mag heten: de bestelknop. En deze bestelknop, op het eerste gezicht een toch een wat nietig onderwerp, staat op dit moment in het brandpunt van de juridische belangstelling.

Informatieplicht

Van de Europese wetgever moet de consument het in het gezicht gepeperd worden dat als deze online shopt, dat dat dan betaalverplichtingen met zich brengt. In de richtlijn consumentenrechten is de informatieplicht opgenomen dat de handelaar het bestelproces zo inricht dat de consument geen contract kan afsluiten zonder dat hem is duidelijk gemaakt dat de bestelling een betaalverplichting inhoudt. Deze informatieplicht geldt zelfs als het in de context waarbinnen de consument een bestelling doet volkomen helder is dat betaald zal moeten worden. Als de handelaar zich niet aan deze verplichting houdt, dan kan de consument de overeenkomst vernietigen.[1]

Een effectieve manier om aan deze verplichting te voldoen is het maken van een bestelknop waarop staat: ‘bestelling met betaalverplichting’. Als de consument de bestelling niet kan afronden dan nadat hij op deze bestelknop heeft gedrukt, dan weet de consument dat hij nu definitief een contract is aangegaan waarvoor hij moet betalen.

Onduidelijke knoppen

In de praktijk blijken niet alle bestelknoppen even duidelijk te verwijzen naar een betaalverplichting. In de zaak Fuhrmann 2 beoordeelde het Hof van Justitie een Duitse zaak waarbij de consument voor het reserveren van een hotelkamer moest klikken op een knop met de tekst: ‘Buchung abschließen’ (boeking voltooien).[2] Deze tekst is in de ogen van het hof voor de gemiddelde consument te dubbelzinnig om te kunnen gelden als een correcte verwijzing. De term ‘Buchung’ kan namelijk ook alleen op een reservering duiden. Een belangrijke aanwijzing van het hof is dat bij de beoordeling van de bestelknop alleen mag worden afgegaan op de bewoordingen op de bestelknop en niet op de context.

In Nederland bestaat onduidelijkheid over de enkele term ‘bestellen’ op de bestelknop. Is dat qua bewoording per se een verwijzing naar een betaalverplichting? De rechterlijke meningen kunnen hierover uiteenlopen.[3] Een bestelknop met de tekst ‘aanvraag versturen’ of alleen ‘versturen’ is in elk geval te onduidelijk. ‘Bestellen en betalen’ lijkt dan weer wel voldoende duidelijk.

De Hoge Raad

Vanwege deze onduidelijkheid heeft de Maastrichtse kantonrechter de volgende prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad.[4] De beantwoording ervan zal ook richting geven aan de sanctionering van de verplichting in art. 6:230v lid 3 BW.

“1. Voldoet een knop met daarop alleen de tekst ‘bestellen’, ‘bestelling plaatsen’ of ‘bestelling afronden’ aan artikel 6:230v lid 3 BW?

2. Moet de rechter in verstekzaken ambtshalve de overeenkomst volledig vernietigen als niet voldaan is aan art. 6:230v lid 3 BW?

3. Als de overeenkomst niet volledig wordt vernietigd, mag of moet de rechter de overeenkomst dan gedeeltelijk vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd als niet is voldaan aan artikel 6:230v lid 3 BW?”

Bent u ook zo benieuwd naar wat de Hoge Raad hierop te zeggen heeft (of zou behoren te zeggen)? Blijkens de vragen van de Maastrichtse rechter gaat het hier niet alleen om wat nou precies op die knop moet staan. Het gaat ook over de zwaarte van de sanctionering en de ambtshalve toepassing van deze Europese regels in het Nederlandse recht. Dat zijn kernkwesties binnen het gehele consumentenrecht. AG Drijber heeft zijn conclusie geschreven. Een uitspraak van de Hoge Raad hangt in de lucht.

Op 12 april 2024 kunt u de meningen van de grootste experts op dit gebied tot zich nemen tijdens het Groningse IT-recht congres, getiteld: AI en platformeconomie - contracteren in een veranderende online omgeving. Zoals de titel van het congres suggereert, komt er nog veel meer tijdens dit congres aan de orde. Daar moet u natuurlijk bij zijn. Meld u aan via:

https://www.rug.nl/rechten/congressen/archief/2024/it-recht/


[1] Zie art. 6:230v lid 3 BW.

[2] HvJ EU 7 april 2022, ECLI:EU:C:2022:269, C-249/21 (Fuhrmann 2).

[3] Voldoende duidelijk: Rb. Noord-Nederland 13 september 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:3318; onvoldoende duidelijk bijvoorbeeld: Rb. Amsterdam 4 augustus 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:4347.

[4] Rb. Rotterdam 12 mei 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:4048 en 4049.

Over de auteur

Evert Neppelenbroek
Evert Neppelenbroek

Mr. dr. E.D.C. (Evert) Neppelenbroek is Universitair Docent IT-Recht, in het bijzonder elektronisch contractenrecht, Auteursrecht & IT en Goederenrecht & IT.