Een monetair infuus van $ 800 miljard
Auteur: O. Couwenberg
Het leek even rustig aan het crisisfront van de economie. Maar schijn bedriegt. Het is ook niet alleen een kredietcrisis meer. Duidelijk is dat een ingrijpende recessie gaande is dan wel zich aan het ontwikkelen is, ook in Nederland. De eerste bedrijven hebben bij Minister Donner al een aanvraag voor ‘gesubsidieerde’ werktijdverkorting ingediend. Maar voor het grote gebaar moet toch naar de Verenigde Staten worden gekeken.
Het systeem van centrale banken in de VS, de FED, heeft aangekondigd $ 800 miljard in diverse kredietmarkten te pompen - bovenop het al eerder ingestelde Troubled Asset Relief Plan (TARP) van $ 700 miljard. Daarnaast denkt president-elect Obama na over een fors stimuleringsplan voor de Amerikaanse economie. De Europese Commissie coördineert (of wil dat graag zo brengen) een Europa-breed stimuleringsinspanning van € 200 miljard, welke voornamelijk door individuele plannen van lidstaten moet worden ingevuld. Dit lijkt weinig in het perspectief van de Amerikaanse getallen, maar de recessie is in Amerika heftiger dan nu het geval is in Europa. Dit kan natuurlijk nog veranderen.
Belangrijk voor het aanpakken van de crisis blijft het aan de praat krijgen van het financiële systeem. Alhoewel menige lezer misschien het gevoel heeft dat we de financiële partijen maar moeten laten voor wat ze zijn, is dit helaas een vorm van wraak die de economie zich niet kan veroorloven. Bovendien is het rechtseconomisch gezien onzinnig. De enige zinnige reden om te straffen is het voorkomen van herhaling.
Het vlot trekken van de diverse kredietmarkten is noodzakelijk om de kredietstromen weer op gang te brengen. Dat dit niet lukt heeft alles te maken met de kern van de kredietcrisis: slechte leningen. Het afschrikwekkende voorbeeld is Japan dat met het uiteenspatten van de onroerend goed zeepbel eind jaren tachtig meer dan een decennium lang in een deflatoire dan wel nul-groei situatie heeft verkeerd. De oorzaak hiervoor lag in belangrijke mate in de portefeuille met slechte leningen van de Japanse banken. Deze leningen maakten het banken onmogelijk nieuw krediet uit te zetten, omdat het eigen vermogen geheel benodigd was voor het opvangen van de verliezen in de bestaande portefeuille.
FED voorzitter Bernanke wil voorkomen dat de VS een dergelijke lange periode van economische malaise ingaat. Het opkopen van deze slechte leningen bevrijdt banken van een loden last en maakt het kredietverkeer weer mogelijk. Bernanke doet dit niet alleen voor de subprime mortgages, maar ook voor andere kredietmarkten zoals credit card loans en student loans. Deze markten hebben een veel directer effect op de consumptie dan die van de mortgages. Dit is voor de in recessie verkerende Amerikaanse economie natuurlijk acuut nodig. Naast het herstel van het aanbod van krediet door Bernanke, wil Obama de vraaguitval in de Verenigde Staten keren door een stimuleringspakket neer te leggen vooral gericht op de middenklasse. Obama zit echter nog niet in het Witte Huis en zal ook zijn plan nog door het Congres moeten loodsen. Bernanke kan al beginnen met opkopen. Het combineren van de twee benaderingen is uiteraard effectiever dan een alleingang door één van beiden. Wat dat betreft komt de presidentswisseling voor de Amerikaanse economie uitermate slecht uit.
Het belangrijkste risico van deze ingrepen is inflatie. Bernanke laat de geldpers draaien om de slechte leningen op te kopen. Dit heeft een inflatoir effect. Op de korte termijn heeft dit het voordeel dat de deflatoire (dus neerwaartse) spiraal in prijzen mogelijk wordt doorbroken, zodat een langere periode van dalende prijzen kan worden voorkomen. In een situatie van dalende prijzen kan de consument immers beter wachten met uitgeven, want morgen zijn de goederen dan goedkoper. Dit effect zou desastreus zijn voor de Amerikaanse economie. Door de geldpers aan te zetten, wil Bernanke zo’n situatie voorkomen. Als deze monetaire stimulering werkt, zal de FED vrij vlot daarna de rentetarieven moeten verhogen om de ontstane inflatoire (dus opwaartse) tendens weer in te dammen.
Oscar Couwenberg
Hoogleraar rechtseconomie
Laatst gewijzigd: | 08 april 2016 10:02 |