Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Actueel Nieuws Nieuwsarchief

Rianne Herregodts en Heinrich Winter werken mee aan onderzoek tuchtrecht voor bankmedewerkers

17 september 2024
-
dr. Rianne Herregodts en prof. Heinrich Winter

Sinds 1 april 2015 kent de Wet op het financieel toezicht (Wft) de verplichting voor banken om hun medewerkers te onderwerpen aan tuchtrecht. Inmiddels is er meer dan negen jaar verstreken sinds de invoering van het tuchtrecht. Het bestuur van Stichting Tuchtrecht Banken (STB) heeft daarom de Rijksuniversiteit Groningen en Pro Facto gevraagd het tuchtrecht te evalueren. Dr. Rianne Herregodts en prof. Heinrich Winter hebben een bijdrage aan het project geleverd.

Over het tuchtrecht

Het tuchtrecht zou het vertrouwen van consumenten in de bankensector moeten herstellen dat door de financiële crisis was geschaad. De wetgever heeft de inrichting van het tuchtrecht overgelaten aan de sector, die via zelfregulering het consumentenvertrouwen terug zou moeten winnen. Het bankentuchtrecht is dus via het publiekrecht afgedwongen en op private wijze door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) vormgegeven.

Doel en werking van het tuchtrecht

Het is niet eenvoudig de werking van het tuchtrecht vast te stellen. Dat komt in de eerste plaats doordat de wetgever en de NVB geen scherpe doelstelling van het tuchtrecht hebben geformuleerd. Ten tweede is dit lastig omdat er sinds de financiële crisis veel is veranderd op het gebied van wet- en regelgeving voor banken en het toezicht daarop. De visies op het doel van het tuchtrecht lopen daardoor uiteen. De ene visie grijpt terug op de oorzaken van de financiële crisis en stelt dat het tuchtrecht gericht moet zijn op de weging van de belangen van klanten in de besluitvorming. Volgens de tweede visie wordt de meerwaarde van het tuchtrecht bepaald door het weren van mensen uit de sector die hebben laten zien zich niet te kunnen of willen gedragen zoals van een bankmedewerker mag worden verwacht.

Uit het onderzoek blijkt dat de werking van het tuchtrecht op dit moment vooral aansluit bij de tweede visie. Klachten gaan vaak over evidente misdragingen van medewerkers, zoals bijvoorbeeld rekeninggluren, die vaak – al dan niet na het treffen van arbeidsrechtelijke maatregelen – niet meer werkzaam zijn bij de betrokken bank en die doorgaans geen invloedrijke posities binnen de bank vervullen. Het zijn niet de zaken die gaan over risicovolle bankproducten, lastige afwegingen van betrokken belangen en andere dilemma’s die aan de bankencrisis ten grondslag hebben gelegen.

Gelet op de conclusies van het onderzoek menen de onderzoekers dat de huidige inrichting ten minste op een aantal onderdelen bijstelling verdient. Het onderzoek schetst drie scenario’s voor de toekomst van het tuchtrecht. Het is aan de STB, de banken en de Minister van Financiën een keuze te maken tussen deze scenario’s.

Drie scenario's

Het eerste scenario is het bijschaven van het tuchtrecht als instrument om misdragingen van individuele medewerkers vast te stellen en te sanctioneren en werkgevers in de sector hierover via het tuchtrechtelijke register te informeren. Het tweede scenario vereist een grondige hervorming van het tuchtrecht, dat nadrukkelijker moet gaan over de manier waarop de belangen van klanten worden betrokken in de besluitvorming en over de wijze waarop die belangen worden afgewogen tegen andere belangen.

Het derde scenario stelt voor het tuchtrecht af te schaffen omdat het inmiddels is vervangen door nieuwe wet- en regelgeving, zoals de ‘fit and proper’ toets van bestuurders en toezichthouders en door interne toezichtsmechanismen bij de banken. In het sterk veranderde bankenlandschap zijn andere instrumenten beter geschikt voor het agenderen en bewaken van normen over beroepsethiek.

Het rapport waaraan Herregodts en Winter hebben bijgedragen, is te downloaden en te lezen via de link hieronder:


Dit bericht is geplaatst door de Faculteit Rechtsgeleerdheid.

Laatst gewijzigd:25 september 2024 11:10
View this page in: English

Meer nieuws