Verantwoordelijkheden voor goede zorg van bestuur, stafconvent en afdelingshoofden in een UMC
| Promotie: | mr. P. van der Hart-Zwart |
| Wanneer: | 14 maart 2024 |
| Aanvang: | 12:45 |
| Promotors: | prof. mr. dr. H.E. (Herman) Broring, prof. dr. J.H.A.M. Hubben |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Rechtsgeleerdheid |
Verantwoordelijkheden voor goede zorg
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, afgekort WHW, is voor de UMC’s en thematische centra daarbinnen verouderd. Dat stelt Petra van der Hart-Zwart. De wet laat onbedoeld teveel ruimte voor de samenstelling van het stafconvent. Het stafconvent behoort te bestaan uit alle afdelingshoofden die hoogleraar zijn en eventueel andere hoogleraren belast met patiëntenzorg. In de wet of in het bestuursreglement kan dit expliciet worden opgenomen.
De betekenis van de wettelijke term dat het stafconvent ‘medewerkt’ aan het bestuur is onduidelijk, schrijft Van der Hart-Zwart. Wat hieronder wordt verstaan wordt in het bestuursreglement uitgewerkt, dat kan door een opsomming van bestuurlijke besluiten die de zorgverlening raken en in ieder geval met het stafconvent moeten worden afgestemd, een kwaliteitsoverleg van raad van bestuur met het stafconvent voor te schrijven en het door de raad van bestuur enkel gemotiveerd mogen afwijken van initiatieven van het stafconvent hierin op te nemen.
Het is volgens Van der Hart-Zwart raadzaam om de gedeelde verantwoordelijkheid van de raad van bestuur en het afdelingshoofd als shared governance uit te werken. UMC’s kunnen lokaal bepalen welke aanbevolen regelingen in het bestuursreglement worden opgenomen.