Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Actueel Agenda Promoties Rechtsgeleerdheid

De functionele waarde van het lokale enquêterecht

Een onderzoek naar de bijdrage van dit instrument aan de controlerende rol van de gemeenteraad
Promotie:Mw. I. (Ilse) de Haan
Wanneer:25 maart 2021
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. mr. A. (Albertjan) Tollenaar, prof. dr. H.B. (Heinrich) Winter
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Rechtsgeleerdheid
De functionele waarde van het lokale enquêterecht

Lokale enquêterecht gemeenteraad functioneert niet goed

Het lokale enquêterecht voldoet niet aan de verwachting van de wetgever dat de gemeenteraad met het gebruik van het controle-instrument alle feitelijke informatie kan achterhalen over het door het college en de burgemeester gevoerde bestuur. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Ilse de Haan. Ook wordt het lokale enquêterecht maar zelden proportioneel gebruikt. Het versterkt dus niet de controlerende rol van de gemeenteraad op de manier die de wetgever voor ogen had. Wel levert het lokale enquêterecht een bijdrage aan het politieke verantwoordingsproces, al is het daar niet voor bedoeld. Dit brengt De Haan tot de conclusie dat nadere regulering van het lokale enquêterecht en handreikingen voor raadsleden over het gebruik ervan noodzakelijk zijn voor de versterking van de controlerende rol van de raad.

Sinds de dualisering van het gemeentebestuur in 2002 heeft de gemeenteraad de beschikking over het lokale enquêterecht. Dit controle-instrument geeft de gemeenteraad vergaande bevoegdheden, zoals de mogelijkheid getuigen onder ede te horen. Die bevoegdheden moeten de gemeenteraad verzekeren van het verkrijgen van alle feitelijke informatie over het door het college en de burgemeester gevoerde bestuur. De zwaarte van het instrument vergt proportioneel gebruik, waarbij het lokale enquêterecht alleen wordt ingezet wanneer de informatie niet op een andere manier kan worden verkregen.

De Haan onderzocht in hoeverre de lokale enquête bijdraagt aan de controlerende rol van de gemeenteraad. Voor het antwoord op deze vraag heeft ze de regelgeving van het lokale enquêterecht vergeleken met de verwachtingen van de wetgever en de regulering van de parlementaire enquête. Vervolgens heeft ze alle raadsvoorstellen waarin werd overwogen een lokale enquête te houden en alle gehouden lokale enquêtes onderzocht. Ten slotte is door middel van een casestudy van drie lokale enquêtes in detail nagegaan hoe het instrument in de praktijk wordt gebruikt.

De Haan concludeert dat de regulering van het lokale enquêterecht onvoldoende duidelijkheid biedt over de wijze waarop het instrument moet worden gebruikt. Bovendien blijkt dat het houden van een lokale enquête vaak niet nodig is voor de informatieverzameling. Dikwijls wordt het lokale enquêterecht voor een politiek doel gebruikt. Dat was echter niet de bedoeling van de wetgever. Nadere regulering van het lokale enquêterecht en handreikingen voor raadsleden over het gebruik van het controle-instrument zijn daarom noodzakelijk voor de versterking van de controlerende rol van de raad.