Aansprakelijkheid van de bedrijfsmatige gebruiker
Promotie: | prof. mr. dr. A. (Arvin) Kolder |
Wanneer: | 31 mei 2018 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | prof. mr. dr. M.H. (Mark) Wissink, prof. mr. dr. F.T. (Fokko) Oldenhuis |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Rechtsgeleerdheid |
Wie draait op voor de schade veroorzaakt door een bijtende hond?
Wie is aansprakelijk als een fiets met weigerende remmen, een instortend gebouw, een ontsnapte giftige stof of een bijtende hond schade veroorzaakt? Als daardoor een goed is beschadigd, of zelfs een mens verwond of overleden is? Arvin Kolder heeft zich daar op gericht tijdens zijn promotieonderzoek. ‘Waar een claim tegen een bepaalde persoon voorheen geen kans van slagen had, zal dit nu anders zijn,’ duidt hij het belang van zijn onderzoek.
De zojuist genoemde 'bronnen van verhoogd gevaar’ brengen regelmatig schade toe; de wetgever heeft hiervoor bijzondere aansprakelijkheden in het leven geroepen (risicoaansprakelijkheden). De gedachte daarbij is dat wanneer schade ontstaat, voor alle betrokkenen duidelijk moet zijn wie daarvoor het aansprakelijkheidsrisico draagt: potentieel aansprakelijken moeten dit risico vooraf goed kunnen (in)calculeren en - desgewenst - verzekeren, terwijl getroffenen steeds vlot moeten weten bij wie zij voor schadevergoeding terecht kunnen. De praktijk van alledag wijst echter uit dat het in veel schadegevallen nog onduidelijk is waar de aansprakelijkheid precies ligt. Denk aan de fiets met een gebrek die wordt uitgeleend en door het gebrek ontstaat een ongeval: is de uitlener aansprakelijk, de lener of beiden? Denk aan een instortend dak van een bedrijfspand: is de verhuurder aansprakelijk? De huurder? Beiden? Of denk aan een paard dat is ondergebracht in een manege: rust de aansprakelijkheid voor het dier dan op de eigenaar, op de exploitant van de manege of op beiden?
Arvin Kolder gaat in zijn proefschrift in op veelvoorkomende schadegevallen met roerende zaken, opstallen, gevaarlijke stoffen en dieren. Vaak is onduidelijk wie aansprakelijk is en wie niet. Hiermee samen hangt de vraag wie er goed aan doet zich te verzekeren met het oog op te ontvangen schadeclaims. Potentieel aansprakelijken sluiten nu vaak 'voor de zekerheid' maar een verzekering af, zodat (onnodige) dubbele verzekeringslasten op de loer liggen. Aan de hand van veel relevante praktijkvoorbeelden creëert Kolder meer duidelijkheid over aspecten van aansprakelijkheid en verzekering. Het proefschrift is dan ook van belang voor eenieder die zich bezighoudt met het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht.