NILG jaarcongres Law & Governance, 29 november 2011
Op 29 november 2011 vond het 3de NILG jaarcongres plaats. De locatie was Wageningen. Gastheren waren de leerstoelgroepen Public Governance Law van de Universiteit Twente en Law and Governance van Wageningen Universiteit.
Het thema was ‘Law & Governance. Voorbij de tweedeling tussen publiek en privaat’. In verschillende sociale wetenschappen wordt het begrip ‘governance’ gebruikt als vehikel voor een blikverbreding op het vlak van maatschappelijke organisatie van government naar een veel ruimer palet aan acties en actoren; zeg maar van bestuur naar besturen. Centraal stond de vraag of een governance-benadering ook goede diensten kan bewijzen aan de rechtswetenschap. Deze vraag werd in verschillende onderdelen onderzocht in voordrachten, plenaire sessies en workshops – en ook nog tijdens de borrel.
De deelnemers aan de conferentie werden welkom geheten in Wageningen door Prof. dr. M.J. Kropff, Rector Magnificus van Wageningen Universiteit (WU). Hij benadrukte het belang van recht (ook) bezien vanuit de Wageningse missie een bijdrage te wereld aan gezonde voeding en een leefbare wereld en riep de grote namen (onder meer Bordewijk, Polak (Karel en Jimmy), Samkalden en Brussaard) in herinnering wier juridische loopbaan via Wageningen is gegaan. Voor WU betekent ‘governance’ een juridische bijdrage aan de levenswetenschappen en een Wageningse bijdrage aan het recht. Hij bracht de primeur dat met ingang van september 2012 Wageningen Universiteit een tweejarige master of science aanbiedt onder meer voor studenten met een juridische bachelors. Het betreft de master Food Safety Law die zich richt op alle aspecten van regulering van de levensmiddelensector.
De openingsrede was van ir. J.C. van der Poel, bestuurder van de Raad voor Accreditatie. Accreditatie is zonder twijfel één van de belangrijkste snijpunten van publiek en privaat bestuur. Privaat bestuur begrepen als normering via private standaarden en toezicht via audits en certificering. De Raad voor Accreditatie certificeert de certificeerders en houdt in die zin toezicht op de toezichthouders. Tot voor kort was deze activiteit georganiseerd binnen het privaat domein. Op grond van Europees recht (Verordening 765/2008) echter dienen de nationale overheden zich deze verantwoordelijkheid aan te trekken. Dit heeft de RvA de status van zelfstandig bestuursorgaan opgeleverd. Inmiddels wordt governance in de vorm van certificeringsschema’s geregeerd door internationale normen van publiekrechtelijke aard (WTO, EU), internationale normen van privaatrechtelijke aard (ISO) en nationale normen van privaatrechtelijke maar in toenemende mate ook publiekrechtelijke aard. Als ergens de tweedeling publiek-privaat in een nieuw daglicht komt te staan, dan is het hier.
In de plenaire discussie-sessies voor en na de parallelsessies was onderwerp van debat of een governance benadering gevolgen moet hebben voor de methoden van rechtsgeleerd onderzoek. In het bijzonder of deze benadering vraag om meer empirisch onderzoek. Deze vraag werd voorzichtig bevestigend beantwoord. Enerzijds werd governance vooral gezien als een verschuiving in object van onderzoek (van actor naar actie) ongeacht de gebezigde methode, anderzijds werd het gebruik van empirische methoden in de rechtsgeleerdheid, zoals we dat al langer kennen vanuit de rechtssociologie, de rechtsantropologie en de rechtseconomie, als verrijkend ervaren. Empirie kan de weg bereiden voor juridische analyse van governance door om te beginnen helder in beeld te brengen wat er nu eigenlijk precies gebeurt en hoe privaatrechtelijke vormen als eigendom, contract en rechtspersoon worden gebruikt om te doen wat in het verleden nagenoeg uitsluitend werd gedaan op basis van overheidsbevoegdheid.
De eerste sessie werd gemodereerd door prof. dr. A.L.B. Colombi Ciacchi (hoogleraar Law en Governance aan de Rijksuniversiteit Groningen) en prof.dr.mr.ir. J.A. Zevenbergen (hoogleraar landadministratiesystemen, faculteit ITC, Universiteit Twente), de tweede door prof. mr. dr. M.A. Heldeweg (hoogleraar Public Governance Law aan de Universiteit Twente). Prof. Colombi Ciacchi stelde zich resoluut op het standpunt dat de governance benadering een belichting betekent van de beleids- en belangen dimensies van het recht (zowel privaat als publiek) en dat dit betekent dat aan sociaal wetenschappelijke methoden een veel belangrijker plaats moet worden toegekend binnen de rechtswetenschap. In de tweede sessie bracht prof. Heldeweg de discussies uit de parallelsessies bijeen rondom de centrale stelling:
De opkomst van ‘Governance’ als benadering van maatschappelijk relevante wederkerige sturing en beïnvloeding van gedrag, dwingt tot fundamentele herziening van de uitgangspunten en de perspectieven van en voor rechtsgeleerd onderzoek.
De discussie in de parallelsessies was gegroepeerd langs drie thema’s.
Privatisering en Publicisering: de tweedeling voorbij?
Aan de hand van inleiding van prof. mr. dr. F.J. van Ommeren (VU) en prof. mr. dr. L.C.A. Verstappen (RUG) werd de stelling besproken:
In processen van privatisering en publicisering worden de verschillen tussen privaatrecht en publiekrecht ten onrechte uitvergroot.
Met de shift van government naar governance moeten we op zoek naar uitgangspunten en vormen van (nieuw) gemeen recht.
Recht en natuurwetenschap: de balans tussen recht en techniek
Prof. mr. J. Somsen (TILT: Tilburg Institute for Law, Technology and Society; UvT) en prof. mr. dr. B.R. Dorbeck-Jung (UT) leidden de parallelsessie in over de wederzijdse beïnvloeding van recht en techniek.
Ter bespreking stond de stelling:
De vervlechting van recht en techniek in regulering van technische processen en daarmee de relatie tussen rechtsgeleerdheid en natuurwetenschap, benadrukken de noodzaak van een multidisciplinaire benadering bij rechtsgeleerd onderzoek en de onvermijdelijkheid van meer (gebruik van) techniek (en technische expertise) in de vorming en vormen van het recht.
Hybride regulering, in het bijzonder door derde partijen
De derde parallelsessie werd ingeleid door prof.mr.dr. M.A. Heldeweg (UT) en mr.dr. A.R. Neerhof (VU).
De discussie was georganiseerd rondom de stelling:
Legitimiteit en effectiviteit van alom aanwezige dynamiek en vormen van hybride regulering behoeven, een normatief perspectief dat, voorbij de rechtsstaat en het onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht, duurzame uitgangspunten biedt voor een toepasselijke ‘rule of law’.
De afsluitende rede was aan prof. dr. J.A. Knottnerus, voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over het thema governance. De missie van de WRR is de kwaliteit van het regeringsbeleid te ondersteunen met wetenschappelijke inzichten. In de loop der jaren, maar ook heel recent zijn diverse aspecten van (good) governance in WRR rapporten aan de orde gekomen. De heer Knottnerus onderstreepte het belang van de rechtsgeleerdheid voor het werk van de WRR en voor de kwaliteit van het beleid van de regering.
Het bijeenkomst werd gesloten door de dagvoorzitter, prof. mr. dr. B.M.J. van der Meulen (hoogleraar Law and Governance aan Wageningen Universiteit). Uit de debatten van de middag maakte hij de gevolgtrekking dat governance inderdaad een veelbelovend perspectief op de rechtsgeleerdheid biedt dat uitdaagt de rol van private en publieke actoren en instrumenten in onderling verband te zien eerder dan als gescheiden werelden en onderscheiden terreinen van rechtsbeoefening.
Inhoudelijk is het congres een groot succes geworden. Het gedachtengoed zal nader worden uitgewerkt in een bundel. Er was maar één schaduwpuntje. Dat was een kabelbreuk boven het spoor tussen de stations Utrecht en Ede-Wageningen waardoor een tamelijk groot deel van de geïnteresseerden Wageningen niet heeft kunnen bereiken. Des te groter de waardering voor al diegenen die het wel is gelukt er te zijn.
Laatst gewijzigd: | 23 mei 2022 09:58 |