Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculty of Science and Engineering Nieuws

Wat is er nodig om het Waddengebied te herstellen?

Bevindingen uit de projecten Swimway Waddenzee en Waddenmozaïek
25 maart 2025
Onderzoek naar het diverse bodemleven in de waddenzee zodat dit weer kan floreren| Beeld Laura Govers

Ooit viste men in Noord-Nederland zalm uit de kreken langs de Waddenzee en sliepen baby’s op matrassen gevuld met zeegras (vanwege de uitstekende antibacteriële werking). De Waddenzee heeft bovendien altijd al een belangrijke functie gehad voor vissen, vogels en bodemleven: het is een kraamkamer, tankstation en rustplaats. Maar het gaat niet goed met de Waddenzee. Wat is precies de stand van zaken en wat kunnen we doen om de natuur te helpen herstellen? Daarover spraken onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen op het eindsymposium van de projecten Swimway Waddenzee en Waddenmozaïek. 

FSE Science Newsroom | Charlotte Vlek 

Uit monitoring door het Koninklijk Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) blijkt dat de visstand de afgelopen vijftig jaar drastisch is gedaald. ‘Vissen hebben verschillende behoeften op verschillende momenten in hun levenscyclus,’ vertelt Britas Klemens Eriksson, hoogleraar mariene biologie. ‘In het Swimway-project keken we naar uiteenlopende leefomgevingen, hoe vissen die gebruiken en wat we kunnen doen om ze geschikter te maken.’

decoratieve afbeelding
Hoe gebruiken vissen verschillende leefomgevingen en hoe kunnen die verbeterd worden? Dat onderzoeken wetenschappers in het kader van het Swimway project onder meer met fuiken in een kwelder | Beeld Britas Klemens Eriksson

Waddenmozaïek richtte zich juist op het bodemleven in de gebieden van de Waddenzee die permanent onder water staan: de ondergedoken natuur. Daarover was eigenlijk nog maar weinig bekend. Laura Govers, adjunct hoogleraar mariene ecologie en natuurbescherming, vertelt: ‘Als je in de bodem graaft, vind je daar van alles. Er zijn schelpdieren, wormen, krabbetjes, kreeften. Deze dieren vormen de basis van het voedselweb in het gebied. Grotere dieren kunnen niet zonder dit kleine leven in de bodem.’ Doel van Waddenmozaïek was om in kaart te brengen wat er aan bodemleven te vinden is in de ondergedoken Waddenzee, en wat er nodig is om dat te laten floreren.  

decoratieve afbeelding
Binnen Waddenmozaïek is onderzocht wat er allemaal leeft in de Waddenzee | Beeld Kasper Meijer

Met de bevindingen uit de projecten doen de wetenschappers verschillende aanbevelingen voor effectiever natuurbeheer in het Waddengebied, zoals: hoe leg je een goede kwelder aan en wat is er nodig om ondergedoken zeegras, die de basis van het ecosysteem vormgeeft, terug te brengen in de Waddenzee? Hieronder lees je de belangrijkste conclusies die uit het onderzoek zijn voortgekomen.

Kwelders zijn belangrijk, zo maken we ze nog beter

‘Vroeger was de kustlijn langs de Waddenzee kronkelig,’ vertelt Eriksson. ‘Er waren geen dijken, alles was open tot aan de stad Groningen, waardoor er ook een geleidelijke overgang van zout naar zoet water was, plus een groot gebied dat met de getijden volliep en weer droogviel. Noorderlingen vingen toen gewoon nog zalm in de kreken die het land in liepen.’ Voor veel vissen is dat brakke water hun kraamkamer: ze gaan er naartoe om zich voort te planten. 

Op Schiermonnikoog zijn nog natuurlijke kwelders, waar deze kronkelige overgang van zoet naar zout te vinden is. ‘Ik had nooit gedacht dat daar zo ontzettend veel vissen zouden zitten,’ vertelt Eriksson. ‘Duizenden en duizenden jonkies hebben we daar gezien.’ Ook de vastelandskwelders, aangelegd net buiten de dijken van de waddenkust, worden door vissen gebruikt, ontdekte promovenda Hannah Charan-Dixon. Dat is goed nieuws. Toch blijven de natuurlijke kwelders favoriet. Lessen voor natuurbeheer uit dit onderzoek zijn daarom: maak de vastelandskwelders aantrekkelijker voor vissen door ze kronkeliger te maken, te zorgen dat ze niet volledig leeglopen bij eb, en een overgang van zout naar zoet water hebben. Want die overgang is er nu niet. ‘Tja, daarvoor zou je gewoon een gaatje moeten prikken in de dijk,’ concludeert Eriksson.

Visstanden bijhouden door naar ze te luisteren

Door steekproefsgewijs vissen te vangen en te tellen (en weer terug te zetten), houden onderzoekers van het NIOZ de visstand in de Waddenzee in de gaten. ‘Maar die steekproeven kunnen we alleen nemen als het weer goed genoeg is,’ vertelt Annebelle Kok, onderzoeker in de groep van Eriksson, ‘en ze zijn voor de vissen tamelijk invasief.’

Eriksson en Kok experimenteerden met een hydrofoon: een onderwatermicrofoon. ‘Dit onderzoek was vooral exploratief: kijken of we op basis van geluiden iets zinnigs over de populatie konden zeggen,’ vertelt Kok. En dat lukte: ze hebben onder andere kunnen vastleggen dat een kunstmatig aangelegd rif leidde tot meer visgeluiden, en het lukte om in de opnames zeehondengeluiden te herkennen, en een dag- en nachtritme van de aanwezige vissen. Specifieke vissen identificeren aan de hand van hun geluid lukt nu nog niet, maar dat is een vervolgproject waar Kok mee aan de slag wil gaan, met behulp van AI. 

Audio heeft dus zeker potentieel als monitoringstool,’ concludeert Eriksson. En het grote voordeel ervan is niet alleen dat je de vissen met zo’n audiometing gewoon met rust laat, maar ook dat je continu kunt meten, in elk seizoen en op elk moment van de dag. Je krijgt dus ook een indruk van het gedrag van de vissen door de dag heen. ‘Vissen zijn altijd rond zonsondergang actief. Een beetje zoals vogels die ’s ochtends zingen,’ vertellen Kok en Eriksson.

illustratie van hydrofoon en een vis
Een hydrofoon als monitoringstool kan continu metingen doen en is minder invasief voor vissen | Beeld Swimway

139 soorten in kaart gebracht

Onder leiding van postdoc Oscar Franken namen RUG-wetenschappers en NIOZ-onderzoekers 1323 bodemmonsters, op een fijnmazig raster met steeds één kilometer tussenafstand. ‘We wilden weten wat daar voor leven te vinden is, en door te kijken hoeveel soorten je in een sample vindt krijg je ook een idee over de biodiversiteit,’ vertelt Govers. In totaal vonden ze 139 soorten. ‘Het is er dus rijk aan bodemleven! Dat is goed. Maar het kan best zijn dat er nog veel meer mogelijk is als we het gebied beter beschermen. Want dat doen we nu niet erg effectief.’

decoratieve afbeelding
Bodemmonsters nemen met een 'boxcore' | Beeld Bianka Rasch

Slechts twee procent van de ecologische hotspots wordt beschermd

Door eerst in kaart te brengen wat voor bodemleven er is, en waar dat zit, kon promovendus Kasper Meijer vervolgens zogenaamde ecologische hotspots identificeren: plekken waar een hoge biodiversiteit aanwezig is. ‘We kwamen erachter dat slechts twee procent van de hotspots ligt in gebieden die beschermd worden volgens internationaal geaccepteerde standaarden,’ legt Govers uit. 

‘Momenteel worden vooral laagdynamische gebieden beschermd, de gebieden waar vrij weinig golven zijn. Terwijl wij hebben gezien dat er ook in de hoogdynamische gebieden allerlei leven is, en misschien wel bodemleven dat niet in de laagdynamische delen voorkomt.’ Daarnaast zijn er ecologische hotspots die wel gedeeltelijk beschermd worden, maar waar toch nog allerlei menselijke activiteit plaatsvindt.

‘Er was dan ook nog maar weinig kennis over wat er leeft in de ondergedoken natuur van de Waddenzee,’ stelt Govers. Natuurbeheer is altijd een afweging tussen allerlei factoren, waaronder de beschikbare kennis, visserij, en recreatie. ‘We hopen dat de natuur nu beter kan worden meegewogen in die afweging, nu er meer kennis over is.’

Ondergedoken zeegras terugbrengen in de Waddenzee: er zijn mogelijkheden.

Govers doet al jarenlang onderzoek naar zeegras, en heeft verschillende successen geboekt met droogvallend zeegras. Maar ondergedoken zeegras is een andere tak van sport. Waar ooit zo’n honderdvijftig vierkante kilometer zeegras in de Waddenzee aanwezig was, is sinds de jaren dertig van de vorige eeuw al het ondergedoken zeegras volledig verdwenen.

Met modellen onderzocht promovenda Katrin Rehlmeyer of er überhaupt geschikte omstandigheden zijn waar zeegras in de Waddenzee zou kunnen groeien. Zo is de Waddenzee tegenwoordig een stuk troebeler dan die was. ‘Maar er zijn een paar kleine plekjes die geschikt zijn,’ vertelt Govers. Zo’n zes vierkante kilometer, wat minder dan één procent van de hele ondergedoken Waddenzee is. ‘Toch geeft het hoop.’

Ook experimenteerden de onderzoekers met maatregelen om zeegras op die plekken te herstellen. Zeegras is een echte biobouwer: in een groot zeegrasveld zorgen de planten er zelf voor dat de bodem goed op z’n plek blijft (door wortelmatten te vormen, vergelijkbaar met graszoden) en dat de stromingen afgezwakt worden. Govers en collega’s probeerden dit na te bootsen door de bodem te stabiliseren met zogenaamde aardappelmatten, en met behulp van zandzakken de stroming te verminderen. 

De zandzakken hadden niet bepaald het gewenste effect, omdat er rond de muur van zakken juist allerlei wervelingen ontstonden, rapporteert Govers. ‘Maar het stabiliseren van de bodem had een positief effect: het verlengde de levensduur van de planten. Al gingen ze uiteindelijk wel dood. Maar nu weten we dat er mogelijkheden zijn, al zal het niet makkelijk zijn om ondergedoken zeegras te herstellen in de Waddenzee.’

Foto van ondergedoken zeegras
Er zijn mogelijkheden om ondergedoken zeegras terug te brengen in de Waddenzee | Beeld Laura Govers

Zowel Swimway Waddenzee als Waddenmoziek was een samenwerking van RUG-medewerkers met andere kennisinstellingen, natuurbeheerders en natuurbeschermers. Dankzij die samenwerking was het mogelijk om kleinschalig te experimenteren met maatregelen voor natuurbeheer. ‘Dat werkte heel prettig,’ vertelt Govers. ‘De natuurbeheerders stellen kritische vragen waar wij als onderzoekers soms niet aan gedacht hadden, en wij zorgen ervoor dat nieuwe maatregelen wetenschappelijk onderbouwd worden.’ 

Op 24 april spreekt Laura Govers op het Kenniscafé Een streep door de Wadden. Meer informatie en tickets via Studium Generale.

Op 26 april opent het Werelderfgoedcentrum Waddenzee (WEC) zijn deuren voor publiek. Het WEC is gevestigd in de haven van Lauwersoog, en is een voortzetting van het Zeehondencentrum Pieterburen, in een nieuwe vorm. Het WEC laat de schoonheid en kwetsbaarheid van de Waddenzee zien, en zet in op een betere balans tussen mens en natuur. In het WEC zijn ook opnames van de visgeluiden van Eriksson en Kok te horen. Meer informatie op de website van het WEC.

Laatst gewijzigd:26 maart 2025 10:40
View this page in: English

Meer nieuws