In memoriam Eric Bleumink
Bedroefd en met grote verslagenheid heeft het College van Bestuur van de RUG kennisgenomen van het overlijden van emeritus hoogleraar en oud-bestuurder prof. dr. E. Bleumink, op vrijdag 31 januari 2025.
Eric Bleumink (Dieren, 1935) studeerde cum laude af in natuur- en scheikunde aan de Universiteit Utrecht. In 1967 promoveerde hij, eveneens in Utrecht, op het proefschrift Isolering en chemische karakterisering van de atopische allergenen uit enkele voedingsmiddelen. Als biochemicus werd hij in 1977 aangesteld bij de afdeling Dermatologie van het Academisch Ziekenhuis Groningen, de voorloper van het UMCG. In 1980 werd hij benoemd tot hoogleraar Dermatologie aan de Groningse medische faculteit, waar hij ook bestuurssecretaris was.
Velen zullen zich Bleumink vooral herinneren als bestuurder. Daarvoor toonde hij al in zijn jeugd talent: hij was geregeld klasse-oudste en werd hopman bij de padvinderij. In Groningen had hij een aaneengesloten periode van bijna 16 jaar zitting in het College van Bestuur (CvB), het hoogste bestuursorgaan van de RUG. Van 1984 tot 1988 was hij rector magnificus en van 1988 tot zijn emeritaat in 2000 was hij voorzitter van het College van Bestuur. Als zodanig heeft hij de universiteit door roerige tijden geloodst.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw moesten aan de universiteit grote bezuinigingen worden doorgevoerd. Een uitvloeisel daarvan was de opheffing van de toenmalige Faculteit der Tandheelkunde. Bleumink zag van meet af aan de onzinnigheid van dit plan, vanwege het dreigende tekort aan tandartsen. In de woorden van Marius Kooyman, collega-bestuurder en vicevoorzitter: ‘Het heeft ons aan de rand van ons bestuurlijke incasseringsvermogen gebracht. Eric heeft hemel en aarde bewogen om het onheil te keren.’ Met succes.
In de jaren negentig heeft Bleumink de RUG geleid door een ingrijpende verandering van de universitaire reorganisatie (de WUB: Wet Universitaire Bestuurshervorming 1997). Deze leidde ertoe dat het accent van de bestuurlijke inrichting verschoof van een voornamelijk democratisch naar een meer bedrijfsmatig model. Als gevolg daarvan kon het CvB meer dan voorheen een persoonlijk stempel drukken op het universitaire beleid. Het is mede aan Bleumink te danken dat het Groningse Harmoniemodel gehandhaafd werd. Verder zag hij dat het belangrijk was dat de RUG een brede universiteit bleef, met opleidingen in het hele wetenschappelijke spectrum, ook vanwege haar functie voor de Noord-Nederlandse regio. Ook zag hij het belang in van de RUG als research-universiteit, met een sterke samenhang tussen onderzoek en onderwijs.
De bestuursstijl van Bleumink vertoonde kenmerken van de CHU (Christelijk-Historische Unie), de politieke partij waaraan hij in de jaren zestig en zeventig als ‘een van de jonge honden’ verbonden was: ondogmatisch, zoekend naar harmonie, wars van antagonisme. De CHU ging later op in het CDA, een proces waarvoor ook Bleumink zich had ingezet. Uit deze tijd kende hij ook Wim Deetman, later minister van Onderwijs en nog later voorzitter van de Raad van Toezicht van de RUG. Misschien speelde ook zijn afkomst uit een boerenfamilie in Dieren mee in zijn optreden als bestuurder. Bleumink zei eens dat een boer in de Achterhoek twaalf zegswijzen kent om ‘ja’ te zeggen. Vriendelijk, beleefd, correct.
Zijn grote bestuurlijke ervaring heeft Bleumink ook buiten de RUG ingezet, onder meer als voorzitter van de VSNU (de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten). In de tijd dat hij lid was van het College van Bestuur bleek al zijn grote maatschappelijke betrokkenheid. Ook toonde hij zich zeer geïnteresseerd in Life Long Learning en in het Hoger onderwijs voor Ouderen (HOVO). Na zijn pensionering leidde hij 15 jaar de Senioren Academie Groningen-Friesland-Drenthe met vaste hand.
Bleumink nam een voortrekkersrol op zich in het bevorderen van samenwerking met internationale universiteiten. Daarbij hoorde ook aandacht voor de Global South. Het is terecht dat het Eric Bleumink Fonds, dat masterbeurzen beschikbaar stelt aan getalenteerde jongeren uit niet-westerse landen, zijn naam draagt. Voor zijn vele verdiensten werd hem in 1995 de koninklijke onderscheiding van Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw verleend. Bij zijn afscheid als Collegevoorzitter in 2000 ontving Bleumink de erepenning van de stad Groningen voor zijn uitnemende bijdrage aan de Groninger samenleving. Ook heeft de Rijksuniversiteit Groningen haar eigen erepenning aan hem toegekend.
Laatst gewijzigd: | 05 februari 2025 11:53 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...