Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Moeten we dat wel willen, een slimme stad?

04 september 2024

De Europese Nacht van de Onderzoekers, een wetenschapsfestival met mini-colleges, experimenten, muziek en dans, keert op vrijdag 27 september terug naar Groningen. In de aanloop naar het evenement lichten deelnemende onderzoekers alvast een tipje van de sluier op. Vandaag vertellen RUG-wetenschappers Oskar Gstrein en Joëlle Swart over ‘smart cities’. Volgens hen ontbreekt tot op heden een scherpe visie voor zo’n slimme stad. Het verlies van autonomie en uitsluiting liggen op de loer.

Tekst: Jelle Posthuma

In een smart city, oftewel slimme stad, wordt informatie en communicatie technologie (ICT) gebruikt om de stad te beheren en te besturen. Dataverzameling aan de hand van sensoren en camera’s is een cruciaal én heikel onderdeel van de slimme stad. Tijdens de Europese Nacht van de Onderzoekers willen Gstrein en Swart bezoekers bewust maken van deze informatieverzameling.

Oskar Gstrein
Oskar Gstrein
Joëlle Swart
Joëlle Swart

Oskar Josef Gstrein is universitair hoofddocent bij de vakgroep Governance and Innovation van de interdisciplinaire faculteit Campus Fryslân. Hij is tevens themacoördinator ‘data autonomie’ bij de Jantina Tammes School of Digital Society, Technology and AI. Lees ook zijn recente onderzoek over smart cities.
--
Joëlle Swart is universitair docent Journalism Studies bij de faculteit Letteren. Ze is daarnaast themacoördinator ‘digitale geletterdheid en inclusie’ bij de Jantina Tammes School.

Fundamentele vragen

Swart wijst op de slimme deurbellen. ‘Deze camera’s verzamelen continu beelden, die worden opgeslagen in de cloud van een groot bedrijf. Het is een voorbeeld van hoe publiek en privaat door elkaar beginnen te lopen.’ Volgens de twee onderzoekers is het van groot belang om goed na te denken over een slimme stad, voordat we daadwerkelijk de transitie inzetten. Gstrein: ‘Er is wel degelijk winst te behalen op het gebied van efficiëntie en veiligheid, bijvoorbeeld in het verkeer, maar er zijn ook belangrijke kanttekeningen en een scherpe visie daarop ontbreekt.’

Volgens de onderzoekers spelen er tal van vragen. Welke informatie wordt er verzameld, waar wordt het voor gebruikt en waar wordt het opgeslagen? Wat betekent de dataverzameling voor onze privacy? En wat is de rol van grote, private bedrijven? Deze vragen zijn volgens de onderzoekers nog onvoldoende beantwoord. ‘Het gaat niet over leuke toepassingen en bijzondere tools; het is veel fundamenteler: we moeten nadenken waar we naartoe willen als samenleving’, aldus Gstrein.

Volgens de universitair hoofddocent heeft de slimme stad grote invloed op de publieke ruimte. Aan de hand van vergaarde data worden algoritmes getraind. ‘Door deze training kunnen algoritmes bijvoorbeeld voorspellen hoeveel mensen er over twee weken op de Grote Markt zullen staan en wat ze doen. Dit neemt de spontaniteit weg, precies hetgeen wat de publieke ruimte leuk en interessant maakt. Ook is er minder ruimte voor persoonlijke autonomie en alternatieve leefwijzen.’

Digitale gentrificatie

Een slimme stad heeft daarnaast invloed op de toegankelijkheid, betoogt Swart. Bepaalde ‘slimme’ diensten, zoals het online melden van een volle vuilcontainer, moeten ook gebruikt kunnen worden door mensen zonder laptop of smartphone, of door mensen met een beperking. ‘Er zijn veel mensen die digitaal niet meedoen, die digitaal laaggeletterd zijn. We moeten nadenken waar de ‘smart city’ precies een oplossing voor is en voor wie het ‘slim’ is. Wat leidt tot een verbetering van de publieke diensten, en waar is digitalisering helemaal niet nodig en leidt het zelfs tot uitsluiting?’

Volgens Gstrein kan de (on)toegankelijkheid van een digitale samenleving zelfs leiden tot technologische gentrificatie: mensen met digitale vaardigheden bepalen wat er gebeurt in de wijk. ‘In Google Maps hebben ze onlangs de ‘buurt-vibe’ geïntroduceerd. Mensen kunnen met deze tool een wijk ‘raten’. Het idee is dat gebruikers, bijvoorbeeld bij een trip naar Parijs, direct weten wat leuke wijken zijn en waar de hoogtepunten zoals een fontein of een leuk café zitten. Maar het bepaalt ook heel sterk het perspectief op een wijk.’

Dit digitale perspectief beïnvloedt bijvoorbeeld de huizenprijzen of de reputatie van scholen en andere voorzieningen in een wijk. ‘Een negatief perspectief leidt tot vooroordelen en dat heeft grote gevolgen voor de bewoners.’ Dergelijke vooroordelen zijn er nu ook al, maar de dataficering voegt er een schijnbare objectiviteit aan toe. ‘Terwijl data nooit objectief zijn’, benadrukt Swart. ‘Het is altijd een keuze wat er gemeten wordt. Data geven alleen ons gedrag weer, terwijl er een hele context omheen zit. Je interesses en motivaties worden niet meegenomen. Dat kan een heel vertekend beeld geven.’

Wetgeving en politieke keuzes

Een belangrijke recente ontwikkeling op het gebied van wetgeving is de EU Act, vertelt Gstrein. In deze Europese wet wordt onder meer bepaald waarvoor camera’s met gezichtsherkenning precies mogen worden gebruikt. ‘Bijvoorbeeld bij het opsporen van vermiste personen, of criminelen. Nu ligt de grens bij tenminste vier jaar celstraf. Maar in de praktijk kun je deze systemen daardoor op ieder groot station of vliegveld installeren.’

Met andere woorden: de infrastructuur komt er hoe dan ook. ‘Hoe gaan we daar toezicht op houden, zodat het niet wordt misbruikt?’, vraagt Gstrein zich hardop af. ‘In Nice zijn na de terreuraanslag heel veel hoge resolutie camera’s geïnstalleerd. De kosten daarvoor zijn enorm. Meer meten wordt altijd als oplossing aangedragen. Maar lost meer data de problemen daadwerkelijk op?’ Swart voegt toe: ‘Misschien zit de oplossing wel in meer menselijk contact, in plaats van verdere digitalisering en dataficering.’

Volgens haar is het uiteindelijk een democratisch besluit hoe we met de ‘slimme stad’ omgaan. ‘Mensen moeten dan wel een politieke keuze kunnen maken. Ik vind het stuitend dat de partijprogramma’s van politieke partijen nauwelijks standpunten over digitalisering bevatten, terwijl er veel politieke vraagstukken zijn. Daar is nog een wereld te winnen in Nederland.’

Europese Nacht van de Onderzoekers

De vier Schools voor Wetenschap en Samenleving van de RUG houden samen met Forum Groningen en andere partners de Europese Nacht van de Onderzoekers op vrijdagavond 27 september. Een wervelend wetenschapsfestival met ruim 40 programmaonderdelen. Stadjers, Ommelanders, studenten, niet-studenten, onderzoekers of niet-onderzoekers: alle nieuwsgierigen zijn welkom. Er zijn nog kaarten beschikbaar.
--
De European Researchers’ Night / Europese Nacht van de Onderzoekers (ERN) is een jaarlijks festival op de laatste vrijdag van september in verschillende Europese steden, met het doel om wetenschap naar een breed publiek te brengen. De Europese Nacht van de Onderzoekers wordt mede gefinancierd door de Europese Commissie, onder het Horizon Europe Onderzoek en Innovatie programma, grant agreement No.101162172.
Laatst gewijzigd:17 september 2024 15:09
View this page in: English

Meer nieuws

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 10 juni 2024

    Om een wolkenkrabber heen zwermen

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...

  • 24 mei 2024

    Lustrum 410 in beeld

    Lustrum 410 in beeld: Een fotoverslag van het lustrum 2024