Auto's zonder bestuurder: wie is er aansprakelijk als het misgaat?
Zelfrijdende auto’s worden de komende jaren mogelijk steeds meer onderdeel van het straatbeeld. In China rijden ze al rond. Maar wie is er aansprakelijk als het fout gaat? Nynke Vellinga (Faculteit Rechtsgeleerdheid) ziet nog veel drempels: ‘Het verkeersrecht is gebaseerd op de bestuurder. Dit stort bij zelfrijdende auto’s in elkaar.’
Tekst: Thomas Vos, Corporate Communicatie RUG / Foto's: Henk Veenstra
KITT, de auto van Michael Knight in Knight Rider, de batmobiel van Batman of de robottaxi uit Total Recall: we dromen al decennia van autonome auto’s. De laatste jaren wordt het ook echt werkelijkheid dankzij merken als Google en Tesla. Er is echter een groot gat als het op wetgeving aankomt. Vellinga, senior onderzoeker bij Rechtsgeleerdheid, onderzoekt hoe dit goed geregeld kan worden. Ze schreef mee aan diverse adviezen aan de overheid en andere instanties.
Promoveren
In 2016 begon ze met haar promotieonderzoek: ‘Bedrijven als Google deden in die periode veelbelovende experimenten met zelfrijdend vervoer, maar er was nog geen enkele vorm van wetgeving voor zelfrijdende auto’s in Nederland. Terwijl zelfrijdende auto’s in theorie verkeersongevallen kunnen terugdringen. In meer dan 90 procent van de gevallen is de mens namelijk de veroorzaker,’ aldus Vellinga. ‘Al maken zelfrijdende auto’s natuurlijk ook fouten.’
Wakkere bestuurders
Haar proefschrift verscheen drieëneenhalf jaar later. Vellinga: ‘De conclusie was dat er van alles op de schop moest, omdat er nog geen wetten waren waarop we konden terugvallen. En nu ben ik bezig hoe we dat vorm kunnen geven, haha. Ondertussen zet de EU stappen. Er mogen nu auto’s in de EU rijden die steeds meer rijtaken van de bestuurder overnemen. Daarom hebben die auto’s systemen die jou als bestuurder in de gaten houden, om te kijken of je wakker bent.’
Verkeersrecht stort in elkaar
Voor deze experimenten zijn verschillende autonome rijsystemen noodzakelijk. Vellinga: ‘Dat is nog niet heel geavanceerd. Het is niet zo dat je instapt en wakker wordt aan de Costa del Sol. Maar het gaat wel zo ver dat ik als jurist op een gegeven moment zeg: “Deze auto heeft geen bestuurder meer.” En dan stort het hele verkeersrecht in elkaar, want dat is gericht op de bestuurder. Een bestuurder moet voorrang verlenen aan iemand die van rechts komt… een zelfrijdende auto hoeft dat volgens de wet niet. Zelfrijdende auto’s worden door fabrikanten natuurlijk wel gemaakt met de huidige verkeersregels in het achterhoofd, maar als het fout gaat, is het moeilijk om iemand aansprakelijk te stellen.’
Scheemda
In Nederland wordt er ook al getest op de openbare weg. Een paar jaar geleden reed er in Scheemda een busje van een bushalte naar het ziekenhuis en weer terug. Vellinga: ‘Dat was een hele beperkte proef en het werd niet breed aangekondigd. Het beste test je in een normale verkeersomgeving. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bepaalt samen met onder meer de RDW of en waar je mag testen aan de hand van allerlei eisen. Die voorwaarden moeten ervoor zorgen dat er geen ongevallen gebeuren, maar ook hier kan het toch betekenen dat er geen strafvervolging komt als het toch fout gaat.’
Multidisciplinair
Omdat het nog een nieuw fenomeen is waarvoor geen wetgeving bestaat, begeeft Vellinga zich in een niche. Bovendien is verkeersrecht uniek. Vellinga: ‘Bij verkeersrecht komt van alles samen, zoals privaatrecht en technologierecht. Het past niet in een vastomlijnd gebied en is multidisciplinair. Dat kan best weleens lastig zijn, maar ik en mijn collega’s kunnen elkaar daardoor juist ook goed wijzen op nieuwe ontwikkelingen. En ik probeer naar veel congressen te gaan over techniek, om zo op de hoogte te zijn van de mogelijkheden en beperkingen. Daar kom ik in contact met ingenieurs. Die zijn soms wel wat argwanend, want ze zijn bang dat ik ze op de regels kom wijzen. Maar uiteindelijk ontstaan er goede gesprekken en beseffen ook zij dat we elkaar nodig hebben.’
Oplossingen
Uiteindelijk wil Vellinga een belangrijke bijdrage leveren aan wetgeving bij zelfrijdende auto’s door de overheid te adviseren. Ze ziet al oplossingsrichtingen: ‘Je kunt bijvoorbeeld kijken naar hoe het verkeersrecht voor schepen in elkaar zit, waar het gebruikelijk is dat de schipper niet altijd achter het roer kan zitten. Dat biedt inspiratie voor nieuwe verkeerswetgeving. Als het gaat om schadevergoeding voor een ongeluk veroorzaakt door een zelfrijdende auto, zijn er mogelijkheden om de verplichte motorrijtuigenverzekering aan te passen. In gevallen waarin een zelfrijdende auto door een defect schade veroorzaakt, kan de schade dan alsnog vergoed worden.’
Geduld
Het is een kwestie van geduld. Vellinga: ‘Ik denk dat we al gauw uit moeten gaan van minimaal vijf jaar. Op internationaal vlak is het nog behoorlijk rudimentair, al worden er pogingen gedaan. In Nederland is de minister nu zover dat er een proces komt om het verkeersrecht te herzien. Maar pas in december geeft hij daar meer informatie over. We zijn nog amper begonnen, dus. Een wetgevingsproces kost altijd veel tijd, dus je bent zo vijf jaar verder. Gelukkig ben ik nog lang niet op het onderwerp uitgekeken. Het is een heel tastbaar onderwerp, want iedereen krijgt te maken met verkeersregels.’
Young Academy
Ook op andere vlakken wil Vellinga graag invloed uitoefenen. Op 18 september wordt ze geïnstalleerd als nieuw lid van de Young Academy Groningen (YAG). Vellinga: ‘Ik kende de YAG van een aantal lunches voor jonge onderzoekers die ik erg nuttig vond. Maar wat mij vooral aansprak, is dat de YAG zich inzet voor nieuw beleid binnen de RUG op verschillende vlakken. Ik wil daar graag een bijdrage aan leveren.’
Gezondheidsuitdagingen
Dat wil Vellinga met name doen op het gebied van diversiteit en inclusie: ‘Binnen mijn faculteit heb ik al een groep opgezet voor mensen met gezondheidsuitdagingen. Zelf ben ik chronisch ziek waardoor ik zelf ook gezondheidsuitdagingen heb. Zo moet ik op vaste tijden medicijnen nemen. In pauzes van hoorcolleges doe ik dat dan. Ik heb altijd met ziekte te maken gehad. Tijdens mijn studie kon ik daardoor soms niet bij alle colleges aanwezig zijn, waardoor ik niet aan de aanwezigheidsverplichting voldeed en daarom een lager cijfer kreeg. Dat is geen gebrek aan welwillendheid van docenten, maar zo was de organisatie ingericht.’
Beursaanvragen
Ook als docent en jonge onderzoeker loopt ze tegen problemen aan: ‘Bij het schrijven van een voorstel voor bijvoorbeeld een beurs van de NWO merk ik het. Voor mensen met een burn-out of gebroken been is compensatie geregeld, maar ik krijg als chronisch zieke geen compensatie of extra tijd. Terwijl ik die tijd wel nodig heb.’
Draaiboek
Volgens Vellinga kan haar rol binnen de YAG helpen om dit beter aan te kaarten: ‘Je hebt dan toch meer gezag en kunt hierover beter de discussie aangaan. Het hoeft niet allemaal in een keer opgelost te zijn, maar hoe dichter we bij een punt komen waarbij het normaal is om een persoon met een chronische ziekte, een beperking of wat dan ook terug kunt vallen op een draaiboek bij bijvoorbeeld beursaanvragen, dan zou dat heel mooi zijn. Er zijn nog veel hobbels te overwinnen, maar gelukkig kom ik veel mensen tegen die heel graag helpen en zich inzetten voor een inclusievere faculteit en universiteit.’
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 17 september 2024 16:57 |
Meer nieuws
-
18 november 2024
Groter dan femicide alleen - de rol van gender in geweld
In de media en in de politiek is er steeds meer aandacht voor femicide. Zo is er een wetsvoorstel om psychisch geweld strafbaar te stellen. Martina Althoff, universitair hoofddocent Criminologie, juicht dat toe, maar is tegelijkertijd ook kritisch....
-
09 oktober 2024
Het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken automatiseren met behulp van AI
Kan het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken worden geautomatiseerd met behulp van kunstmatige intelligentie (AI)? De Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Capgemini Nederland en Scotty AI hebben vandaag een letter of intent getekend om...
-
20 augustus 2024
Landen aansprakelijk stellen voor cyberaanvallen nog lastig
Evgeni Moyakine onderzoekt of landen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor cyberaanvallen door hackersgroepen. Volgens hem stelt het internationaal recht te hoge eisen aan de bewijslast.