Muziektoerisme: van Abbey Road tot Zoutelande
Abbey Road, Graceland, Père-Lachaise. Het zijn plekken die meteen gedachten oproepen aan muziek of muzikanten. Als door muziek plekken en gevoelens elkaar innig omarmen en een intieme dans aangaan, ontstaat muziektoerisme, een groeiende industrie. En zo werd ‘Zoutelande’ van Bløf niet alleen een hit, maar ook een spotje voor Zeeland.
Cultureel geograaf Leonieke Bolderman onderzoekt hoe muziek de verbeelding prikkelt en daarmee een plaats een gezicht en een gevoel kan geven. En andersom, hoe het bezoeken van een plaats de beleving van muziek kan verrijken. Muziektoerisme is zo een groeiende industrie met economische waarde, maar daarbij ook van betekenis in de persoonlijke levens van mensen. Muziektoerisme kan een manier zijn om de complexe wereld waarin we leven te duiden en betekenis te geven, zodat we ons letterlijk en figuurlijk meer op onze plek voelen als mensen.
Waarom vinden mensen het interessant plekken te bezoeken die ze kennen vanwege muziek?
‘Mensen die naar specifieke plekken reizen vanwege een verband met muziek, zoals de plek waar een muzikant geboren is, geleefd heeft of gestorven is, of de plek uit een liedje, doen dat vaak omdat de muziek een speciale betekenis heeft voor hen. Socioloog Tia DeNora (University of Exeter) heeft heel mooi laten zien hoe muziek het verhaal kan vertellen van wie je bent – mensen die van muziek houden hebben de neiging om bepaalde sleutelmomenten in hun leven te koppelen aan bepaalde muziek. Denk aan het liedje waar je op je bruiloft op danste; voor mijzelf was dat ‘Sunny’ van Bobby Hebb. Of een song waar je vaak naar luisterde toen je ouders gingen scheiden of toen je liefdesverdriet had. Muziek wordt op die manier heel bepalend voor het verhaal van wie je bent, dus voor je identiteit. Wat ik in mijn onderzoek veel zie, is dat mensen behoefte hebben om de plekken op te zoeken die ze koppelen aan deze voor hen zo belangrijke muziek.’
Hoe kan muziektoerisme van belang zijn voor steden of regio’s? Kun je een paar voorbeelden noemen?
‘Een van de meest in het oog springende succesvolle voorbeelden van muziektoerisme is het Liverpool van de Beatles. In de jaren 80 was het stadscentrum van Liverpool vervallen en onveilig, geen goede plek om te zijn, en al zeker niet om als toerist te bezoeken. Vanuit privé-initiatieven heeft zich in Liverpool een levendige industrie ontwikkeld rond het muzikale erfgoed van The Beatles, in een later stadium opgepikt en versterkt door de gemeente Liverpool. Met zo’n succes dat Liverpool nu bekend staat als de stad van The Beatles, met musea, tours, concerten, een aantrekkelijk en levendig stadscentrum, en evenementen zoals volgend jaar het Eurovisie Songfestival. Liverpool is nu een toeristische trekpleister van jewelste, uitermate geschikt voor een citytrip. Muziek en muzikaal erfgoed spelen overduidelijk een centrale rol in de aantrekkingskracht van de stad, en in het huidige economische succes van Liverpool. Een ander voorbeeld is New Orleans, waar muziek een grote rol heeft gespeeld in de wederopbouw van de stad na orkaan Katrina in 2005. The French Quarter werd na Katrina relatief snel hersteld, want de dollars van het muziektoerisme waren hard nodig om de stad weer op te bouwen.’
Is muziektoerisme een verschijnsel van recente datum of iets van alle tijden?
Dit hangt er een beetje vanaf hoe je muziektoerisme definieert – reizen waarin muziek een rol speelt zijn al heel oud, denk bijvoorbeeld aan rondreizende troubadours, of zelfs nog ouder, religieuze festivals waarin muziek ook aanwezig was. Toerisme ontstaat wanneer er een onderscheid komt tussen betaald werk en vrije tijd. De grote groei zien we in de jaren 50 en 60, toen toerisme mogelijk werd voor de massa door de komst van grotere welvaart en de uitbreiding van de commerciële luchtvaart. Muziektoerisme zoals ik het beschrijf in mijn onderzoek zie je verschijnen als toerisme verder diversifieert: vanaf grofweg de jaren 90 willen mensen geen eenheidsworst meer, maar hebben ze geld en tijd voor verschillende soorten vakanties, zoals wintersport, een citytrip en een familievakantie. Daar kan tegenwoordig ook een muziekreis bij horen. Bijvoorbeeld dat je naar een concert van je favoriete band gaat in een lekker warm land of in een leuke stad in het buitenland die je altijd al eens wilde zien.’
Hoe is het economische belang van muziektoerisme te duiden?
‘Voor het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld wordt geschat dat de bijdrage van muziektoerisme voor de economie in de miljarden loopt. De vraag is wel altijd wat daarbij meetelt: wat behoort nog tot toeristische uitgaven, en hoe direct moeten die uitgaven en opbrengsten aan muziek te linken zijn? Valt een festival bijvoorbeeld onder muziektoerisme, en tel je alleen de winst van het festival mee, of ook de werkgelegenheid en de ‘spillover effects’ van zo’n festival voor de lokale en regionale economie? En hoe zit het met de manier waarop zo’n festival de regio een identiteit geeft, hoe kun je dat in economische waarde vatten? Er zitten kortom nogal veel haken en ogen aan het duiden van het economisch belang.’
Wanneer leidt muziek tot toerisme? Wat is daarvoor nodig?
‘Mijn eerste boek gaat over de vraag hoe muziek überhaupt tot toerisme kan leiden. Muziek is namelijk in essentie onzichtbaar, terwijl toerisme draait om beZIENSwaardigheden – het welbekende sightseeing. In mijn onderzoek laat ik zien dat er vier manieren zijn waarop je muziek aan een specifieke plaats kunt koppelen: via muziekinstrumenten of kenmerkende ritmes/klanken, door middel van tekst of beeld, door (de biografie van) de maker en ten slotte via de plekken waar muziek gemaakt, verkocht of opgevoerd wordt (zoals platenzaken, opnamestudio’s of concertzalen). Omdat muziek heel sterk een lokale identiteit vorm kan geven, is het mogelijk om muziek in te zetten voor plaatspromotie. Er ontstaan dan zogenaamde ‘music cities’ – steden die bekend staan om en zich afficheren met hun lokale muziekcultuur.’
Kan elke stad een ‘music city’ worden?
‘Dat is precies een vraag waar ik nu mee bezig ben: kan dat of verwatert daarmee de aantrekkingskracht van het concept ‘music city’? Heb je een minimum aan bijvoorbeeld muzikaal erfgoed of al bestaande muziekindustrie nodig om geloofwaardig te zijn als muziekstad? In mijn huidige onderzoek kijk ik naar de stad Detroit, ik heb er zelf 3 jaar gewoond: een stad met een hele rijke muziekgeschiedenis. Denk natuurlijk aan Motown, maar ook aan artiesten als Madonna en Eminem en aan Techno. Op basis daarvan zou je verwachten dat het een enorm succesvolle muziektoerisme bestemming is. Maar dit valt in de praktijk tegen. Wat is hier aan de hand? Ten eerste staat Detroit ook symbool voor het failliet van grote Amerikaanse steden. Er is simpelweg weinig geld voor marketing van de muziek en de muziekgeschiedenis. Daardoor liet bijvoorbeeld een uitbreiding van het Motown-museum heel lang op zich wachten. Komt bij dat de overheid in de Verenigde Staten hier traditioneel geen erg actieve rol in speelt. En een muzieksoort als techno spreekt niet iedereen aan. Bovendien speelt bij alles in Detroit etniciteit en vooroordelen een grote rol, bijvoorbeeld rond techno en Motown. Kortom. vele factoren kunnen een rol spelen, het is geen simpele optelsom. Een populaire ‘music city’ word je niet zomaar!’
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 19 december 2022 12:12 |
Meer nieuws
-
19 december 2024
Lessen voor adaptieve benadering voor de inrichting van Nederland
Waar komen nieuwe woningen en welke veranderingen in de landbouw heeft de overheid voor ogen? Hoe maken we ruimte voor klimaatadaptatie? In de Nationale Omgevingsvisie maakt de rijksoverheid belangrijke keuze over de ruimtelijke inrichting van...
-
12 december 2024
Onderwijs bevorderen door innovatie: VR Experience Days bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
Hoe kun je virtual reality gebruiken om de effecten van bouwhoogte op het landschap van Lauwersoog te bestuderen, of de toegankelijkheid van een woonwijk wanneer het dichter bebouwd wordt? Om technologie te integreren in het onderwijs, organiseerde...
-
22 oktober 2024
De dreigende kloof op het platteland
Het valt wel mee met de veronderstelde kloof tussen stad en platteland, vindt Felix Pot. ‘Er dreigt eerder een kloof óp het platteland: tussen autobezitters en mensen die niet over eigen vervoer beschikken.'