Verstoorde idylle
Onder leiding van Maarten Loonen van het Arctisch Centrum van de RUG, vaart op dit moment een groep van vijftig wetenschappers en evenzoveel toeristen rond het eiland Edgeøya, op Spitsbergen. Tijdens de tweede zogeheten ‘SEES- expeditie’ (Scientific Expedition Edgeøya Svalbard) verzamelen zij informatie over het veranderende klimaat en het milieu in het Arctisch gebied.
Tekst en foto's: Rob Buiter
Strooptocht
Onder de wetenschappers is ook onafhankelijk onderzoeker Eelco Leemans. Wanneer de vaste bewoners van het gebied, de ijsberen het toelaten, gaat hij aan land en kijkt hij samen met een dozijn vrijwilligers hoeveel plastic er ligt op de stranden van het ‘maagdelijke’ Edegøya. Zijn eerste strooptocht is meteen al een ruwe verstoring van de idylle, voor eenieder die dacht dat deze eilanden boven de poolcirkel vrij van vervuiling zouden blijven.
Het stukje strand dat Leemans en zijn team vandaag afstropen, is minder dan een kilometer lang. In slagorde loopt het team tussen de waterlijn en het vloedmerk, een meter of vijftig landinwaarts over de rotsige kust. Onderweg rapen ze van alles op: scheepstouwen, afgesneden visnetten, lege flesjes en ook een gele, hard plastic ‘wokkel’ van een meter of vier lang. Aan boord van het schip wordt alle afval gesorteerd en gewogen.
Het piepkleine stukje strand waar vrijwel nooit een mens komt, blijkt met gemak een kilo of twintig afval op te leveren, voornamelijk afkomstig van de scheepvaart. “Die wokkel kostte ons nog het meeste hoofdbrekens, maar waarschijnlijk is dat bescherming die om een bundel elektriciteitskabels aan boord van een schip wordt gedraaid. Ook scheepsfaval dus”, concludeert Leemans.
Waterstromingen
Het is niet dat de mensen op en rond Spitsbergen nou bovenmatig nonchalant met hun omgeving omgaan. Een model van de waterstromingen laat zien dat afval dat in de Noordzee overboord wordt gekieperd, of achteloos op het Nederlandse strand wordt achtergelaten, maanden later zomaar eens rond Spitsbergen zou kunnen dobberen. Met enig speurwerk probeert Leemans dan ook de bronnen van het diverse afval te achterhalen. Maar behalve de Russische opdruk op enkele flesjes en de naam van een plasticproducent in Noorwegen, op een lege rol waar ooit folie op gerold heeft gezeten, zijn de aanknopingspunten in de oogst van vandaag beperkt.
Bewustwording
De bewustwording bij de opvarenden van het expeditieschip de MV Ortelius is wellicht de belangrijkste opbrengst van de strooptocht. Vrijwel zonder uitzondering zijn de wetenschappers en de toeristen verbaasd over de hoeveelheid troep die zelfs op zo’n afgelegen strandje aanspoelt.
Kwik
Bijna nog groter is de schok over het onderzoek van Frits Steenhuisen, milieukundige aan de RUG en de Wageningse milieutoxicoloog Nico van den Brink. Uit bodemmonsters die Van den Brink eerder verzamelde op Spitsbergen, blijkt dat de kwikgehalten daar aanzienlijk hoger zijn dan in onze contreien. Van den Brink: “Door het zogenoemde global condensation effect, slaan kwik en andere vluchtige gifstoffen vooral neer in koude gebieden, dus aan de polen en in het hooggebergte. Uit experimenteel onderzoek dat we enkele jaren terug hebben gedaan met jonge ganzen op Spitsbergen, bleek dat de kwikgehalten in het poolgebied ook daadwerkelijk een effect hebben op het gedrag en de afweer van de dieren. Ganzen die we lieten grazen in een gebied met meer kwik in de bodem, hadden meer dopaminereceptoren in hun brein en gedroegen zich meer geagiteerd dan ganzen die in schoner gebied graasden. Ook hun immuunrespons was minder dan bij ‘schone’ ganzen”, zag Van den Brink.
Afvalputje
“Het kwik van Spitsbergen komt voor een zeer klein deel van eigen bodem”, vertelt Steenhuisen van het Arctisch Centrum van de RUG. “Maar de hoge ‘achtergrondbelasting’ die overal in dit gebied kan worden gemeten, slaat hier toch vooral neer nadat het eerst in de geïndustrialiseerde wereld in het zuiden in de lucht is gebracht. En zeker de ‘ambachtelijke’ goudindustrie in landen als Suriname of Ghana is ook een belangrijke bron van atmosferisch kwik. Goud wordt daar met behulp van kwik geconcentreerd, waarna het kwik er gewoon met een gasbrander of boven een houtvuurtje uit wordt gebrand. Dat zijn tonnen kwik die op zo’n manier de lucht in vliegen”, aldus Steenhuisen. Het Arctisch gebied blijkt vervolgens het afvalputje van de rest van de wereld.
Dit is het derde en laatste artikel in een serie over de SEES-expeditie van Rob Buiter. Het eerste artikel ging over verdwijnend zee-ijs en de ijsbeer, gevolgd door een ‘weerbericht’ voor de permafrost
Laatst gewijzigd: | 29 augustus 2022 12:15 |
Meer nieuws
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...
-
21 mei 2024
Uitslag universitaire verkiezingen 2024
De stemmen zijn geteld en de uitslag van de universitaire verkiezingen is binnen!