‘Onderschat oudere werknemers niet!’
Zijn oudere werknemers traag en minder competent? Moeten we de oude dag zien als een grauwe toekomst? Van dergelijke stereotypen wil Susanne Scheibe niets weten. ‘Mijn vakgebied toont aan dat deze negatieve beelden niet terecht zijn. Ouder worden heeft juist veel voordelen.’
Tekst: Gert Gritter, afd. Communicatie RUG / Foto’s: Hesterliena Wolthuis
Paradox
Het onderzoek van Scheibe, adjunct-hoogleraar Lifespan Development and Organizational Behavior, toont aan dat oudere werknemers beter met dagelijkse stress omgaan, emotioneel stabieler zijn en meer welzijn ervaren dan hun jongere collega’s. Scheibe: ‘Dat vertaalt zich in meer werktevredenheid en een betere balans tussen werk en privé. Het is de “wellbeing paradox of ageing”. Toch is het belangrijk oudere en jongere werknemers niet over één kam te scheren. Door mijn onderzoek hoop ik handreikingen te bieden om werkomgevingen optimaal in te richten voor alle generaties.’
Leeftijdsdiscriminatie
Wanneer ben je oud? Scheibe: ‘In de VS is “anti-ageism” - het verzet tegen leeftijdsdiscriminatie - heel sterk. Daarin is de leeftijdsgrens van 40 jaar gebruikelijk. Maar de grens is aan het verschuiven en het “subjective age” komt meer in beeld: hoe oud of jong je je voelt. De bevolking in westerse landen blijft langer gezond en mentaal scherp dan vroeger. De opleiding duurt langer en we gaan later met pensioen, ook omdat we langer leven. Door de vergrijzing stijgt het aandeel ouderen in de maatschappij met het jaar. Wat vroeger “oud” was is tegenwoordig “middelbare leeftijd”. Niettemin bepaalt leeftijd in sterke mate hoe mensen zich onderscheiden van anderen en groepen vormen. Soms meer nog dan factoren als sociale klasse, religie, geslacht of etnische achtergrond. Vooral de kansen op de arbeidsmarkt zijn sterk leeftijdsgebonden.’
Sterke kanten
Scheibe heeft zowel de sterke als de kwetsbare kanten van de oudere werknemer onderzocht. Ze onderscheidt drie voordelen die oudere medewerkers voor hun werkomgeving meebrengen. In de eerste plaats hebben ze meer mentale veerkracht dan jongere collega’s. Ze kunnen beter met stress omgaan, zijn minder snel uit het lood geslagen bij tegenslagen en kunnen beter concentratie opbrengen als ze iets naars meemaken. Ten tweede beschikken ze uiteraard over meer kennis en ervaring en kunnen ze zaken vanuit meer perspectieven beoordelen. Als derde zijn ze in het algemeen sociaal dienstbaar en hebben ze een pro-sociale oriëntatie. Ze investeren meer in relaties op de werkvloer dan jongeren, voor wie alles doorgaans vluchtiger is en als van voorbijgaande aard wordt beleefd.
Emigranten in de virtuele wereld
Daarentegen kleven er ook bezwaren aan de oudere werknemer, tenminste geredeneerd vanuit de werkgever. Ten eerste vermindert het leervermogen met de tijd. Ouderen nemen minder snel nieuwe kennis en vaardigheden op dan hun jeugdiger collega’s. Ten tweede is hun fysieke veerkracht minder geworden. Over het algemeen zijn ze minder vaak ziek dan jongeren, maar als dat het geval is, is het veelal langduriger van aard. Ten slotte is digitale competentie bij oudere werknemers vaak een probleem. Jongeren zijn opgegroeid - soms zelfs geboren - in een digitale omgeving en gelden als ‘digital natives’. Ouderen zijn meestal slechts ‘emigranten’ in de virtuele wereld en bereiken op technologisch gebied zelden het niveau van jongeren.
Uniciteit
Scheibe wijst op een belangrijk punt bij de inzetbaarheid van oudere werknemers. ‘Een mens is nooit “af”. Hij of zij is nooit “uitontwikkeld”. In de loop der tijd wordt men steeds “heterogener” en “unieker”, door een opeenvolging van ervaringen die alleen de betreffende persoon meemaakt. Het gevolg is een set van eigenschappen en kenmerken die niemand anders heeft. Aan de ene kant leidt het ertoe dat een ouder iemand niet meer overal inzetbaar is. Aan de andere kant kan die persoon een speciale combinatie van eigenschappen en vaardigheden ontwikkeld hebben waarover weinig anderen beschikken.’
Belang van sociale interactie
Welk soort banen past beter bij ouderen dan bij jongeren? Scheibe: ‘Belangrijk is wat we “emotional job demands” noemen. Neem politieagenten. Zij krijgen te maken met veel negatieve emoties. Denk aan crime scenes, agressie, ernstige problematiek. Dat maakt het werk in eerste instantie interessant, maar op den duur moet iemand mentaal afstand nemen, ook uit zelfbescherming. En de werktevredenheid zal daardoor afnemen. De jongere garde is in het algemeen beter in hectische werkomstandigheden, zoals callcenters of horeca. Jongeren zijn toleranter en stellen minder eisen. Voor de oudere werknemer zijn juist goede sociale interacties op het werk heel belangrijk, net als het samenwerken in een team.’
Leeftijdsdiversiteit
Scheibe benadrukt het belang van leeftijdsdiversiteit in teams, zodat oudere en jongere medewerkers van elkaar leren. Bijvoorbeeld bij complexe problemen, waar elke groep vanuit eigen perspectief oplossingen kan aandragen. Verder heeft ze adviezen: ‘Ga in gesprek met elkaar. Als je jong bent, praat met oudere collega’s. Verdiep je in de voordelen van het ouder zijn en bereid je daarop voor. Ben je er als jongere van bewust dat je ooit zelf een oudere werknemer zult zijn. Je denkbeelden daarover hebben invloed op je ontwikkeling. Als je denkt dat oudere werknemers niets meer kunnen bijdragen, werkt dat als een selffulfilling prophecy. Dat geldt ook voor ouderen. Vermijd rigide ideeën over 70-, 80-, 90-jarigen, want je gaat die denkbeelden makkelijk internaliseren en je ernaar gedragen. Terwijl de situatie in de toekomst ongetwijfeld anders zal zijn dan nu.’
Relativeren
Heeft Scheibe de bevindingen van het wetenschappelijk onderzoek van zichzelf en anderen kunnen gebruiken voor haar eigen leven? ‘Ha, ha, slechts ten dele. Ik zit in een stormachtige tijd door de combinatie van een drukke academische carrière met de zorg voor mijn kinderen. Maar wat mij wel geholpen heeft is het levensloopbaanperspectief. Vooral in de tropenjaren toen mijn kinderen heel klein waren, heb ik me steeds voorgehouden: dit is slechts een korte fase van zo’n vijf jaar op een totaal leven van – statistisch gezien – misschien wel negentig jaar. Dat is slechts 5,55%...’
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 02 juni 2021 16:06 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...