‘Huisuitzetting is een traumatische ervaring’
Jaarlijks worden er wereldwijd honderdduizenden mensen uit huis gezet. Toch is huisvesting een internationaal grondrecht. Op grond waarvan beslist een rechter of iemand op straat belandt of niet? ‘Burenprofessor’ Michel Vols kreeg een omvangrijke Europese subsidie om hier de komende vijf jaar onderzoek naar te doen.
Huisvesting is een grondrecht. Het is vastgelegd in de meeste nationale grondwetten en in het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van de VN. Recent vulde de VN het nog eens aan met een protocol waarin staat dat er bij huisuitzettingen altijd alternatieve huisvesting moet worden aangeboden. Mooi, vindt Michel Vols, maar wat betekent het nu echt in de praktijk? Vooral als je kijkt naar de vele huisuitzettingen die over de hele wereld plaatsvonden na de economische crisis in 2008. Door huurachterstanden en hypotheekschulden moesten miljoenen mensen hun woning verlaten. Corona zal dit nog meer verergeren, verwacht Vols.
Met een briefje de huur opzeggen
‘Het recht op huisvesting is vrij onbekend. Elk land gaat er ook anders mee om in zijn rechtspraak,’ vertelt Vols. In het Verenigd Koninkrijk kan een huiseigenaar volstaan met een briefje om de huur op te zeggen. Binnen een week. In Polen daarentegen lukte het een verhuurder zelfs niet een expres niet betalende huurder zijn woning uit te krijgen. Ook niet met een rechterlijk bevel. Het zijn twee uitersten in Europa. Het wettelijk grondrecht op huisvesting wordt dus heel verschillend toegepast. In Spanje moeten gemeenten altijd alternatieve woonruimte aanbieden als iemand uit zijn woning wordt gezet.
Burenoverlast
Inmiddels hoogleraar openbare-orderecht Vols kreeg in 2013 landelijke bekendheid door zijn promotieonderzoek naar problematische burenoverlast. Hieraan dankt hij zijn bijnaam ‘de burenprofessor’. Zo’n acht procent van alle mensen ervaart overlast van zijn buren, waarbij het in de helft van de gevallen geluid betreft. Vols, die indertijd overspoeld werd met mailtjes, zette in 2019 de website www.overlastadvies.nl op. ‘We hebben nu al meer dan 2500 gepersonaliseerde juridische adviezen gegeven’, vertelt hij. ‘Hiermee hebben huurders een middel in handen richting woningcorporatie. Zo van: in Amsterdam is het wel gelukt de overlast te stoppen. Waarom kan dit hier niet?’ Vols pleit voor sneller en minder drastisch ingrijpen bij overlastsituaties. ‘Dat is voor alle partijen beter. Corporaties geven huurders die overlast ervaren nu vaak het advies een overlastdagboekje bij te houden. Terwijl een opgelegde maatregel als een gedragsaanwijzing meer effect kan hebben. Dat kan bijvoorbeeld de verplichting zijn hulp te zoeken.’
Belangen kind
Voor zijn nieuwe onderzoek ontving Vols een ERC Starting Grant subsidie van 1,5 miljoen euro, bedoeld voor ‘excellente onderzoekers die baanbrekend onderzoek in Europa’ verrichten. Het doel is uit te zoeken wat rechters in Spanje, Nederland en het Verenigd Koninkrijk lieten meewegen in hun vonnis om wel of niet over te gaan tot huisuitzettingen. Wat Vols vorig jaar na onderzoek ontdekte was dat Nederlandse rechters in maar liefst negentig procent van de rechtszaken nalieten te vragen of er kinderen bij betrokken waren. ‘Terwijl het belang van het kind meegewogen moet worden op grond van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind’, onderstreept hij. Een reden kan zijn dat in het merendeel van de rechtszaken de gedaagden niet op de zitting kwamen. ‘Als er dan drie maanden huurachterstand is, besluit de rechtbank al snel dat iemand zijn huis uit moet. Maar ook dan moet er gecheckt worden of er kinderen bij betrokken zijn.’
Compassievol
Dat neemt niet weg dat huurders in Nederland relatief goed beschermd zijn, stelt Vols. Hij meent dat woningcorporaties ‘compassievol’ omgaan met huurders die hun huur niet meer kunnen betalen. ‘Ze geven de huurder die uit zijn woning mag worden gezet meestal nog een tweede kans. Je ziet dat corporaties willen voorkomen dat mensen echt dakloos raken.’ Het komt ook voor dat woningcorporaties het vonnis als stok achter de deur gebruiken om huurders tot maatregelen te manen, zoals budgetbeheer of bewindvoering.
Traumatisch
Inmiddels heeft Vols al 1.000 huisuitzettingen uit Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk in de database staan. Dat moeten er tienduizenden worden. Deze datagedreven aanpak is uniek en vernieuwend in de juridische wereld, aldus Vols. In individuele gevallen zijn oorzaken van huisuitzettingen weliswaar bekend, maar hij hoopt een rode draad te vinden waarom een rechter wel of niet tot huisuitzetting heeft besloten. Om die te achterhalen worden taalkundigen ingeschakeld die bepaalde patronen en woordencombinaties uit vonnissen in de computer zetten. Hij hoopt verder dat er door deze algoritmes ‘voorspellers’ uitrollen op grond waarvan je een huisuitzetting kunt ‘verwachten’. Vols: ‘Het hebben van kinderen van een huurder zou dat bijvoorbeeld kunnen zijn. En we kijken of we het recht op huisvesting terugzien in de vonnissen. Ik hoop dat ons onderzoek aantoont hoe de rechtbank recht op huisvesting beter kan laten meewegen. Want je huis uitgezet worden is een traumatische ervaring.’
Dit artikel is onlangs verschenen in ons alumnimagazine Broerstraat 5. Tekst: Karin de Mik
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 09 februari 2021 09:34 |
Meer nieuws
-
18 november 2024
Groter dan femicide alleen - de rol van gender in geweld
In de media en in de politiek is er steeds meer aandacht voor femicide. Zo is er een wetsvoorstel om psychisch geweld strafbaar te stellen. Martina Althoff, universitair hoofddocent Criminologie, juicht dat toe, maar is tegelijkertijd ook kritisch....
-
09 oktober 2024
Het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken automatiseren met behulp van AI
Kan het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken worden geautomatiseerd met behulp van kunstmatige intelligentie (AI)? De Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Capgemini Nederland en Scotty AI hebben vandaag een letter of intent getekend om...
-
17 september 2024
Auto's zonder bestuurder: wie is er aansprakelijk als het misgaat?
Zelfrijdende auto’s worden de komende jaren mogelijk steeds meer onderdeel van het straatbeeld. Maar wie is er aansprakelijk als het fout gaat?