De stad moet op de schop
Onze steden staan op een kantelpunt, stelt planoloog Ward Rauws. Klimaatverandering, het verlies aan biodiversiteit en het enorme energieverbruik dwingen ons om steden anders in te richten. Dat is in de geschiedenis vaker gebeurd. Denk aan de opkomst van de stad als centrum van productie, ten tijde van de industriële revolutie. De wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog leidde tot de moderne stad met auto’s, hoogbouw en een planmatige opzet. Daarna volgde de stad met het suburbane wonen. Steeds is de manier waarop we de stad gebruiken en inrichten fundamenteel veranderd.
Tekst: Martin Althof, afd. Communicatie, foto's Rauws: Elmer Spaargaren
Wat is er nu aan de hand? Rauws constateert dat de balans in veel steden zoek is. ‘Door de manier waarop we bouwen, wonen en ons verplaatsen is de ecologische voetafdruk van steden gigantisch en brengen we iedere dag bergen afval de stad uit. Ondertussen groeit op sociaal vlak het verschil tussen arm en rijk, waarbij goede huisvesting en een fijne buurt niet voor iedereen vanzelfsprekend zijn. Kortom, de bloei van steden heeft een te hoge prijs.’
Continu sleutelen
Rauws is van mening dat de stad toe is aan een grote verbouwing. Voor hem is een belangrijke vraag hoe planologen hier sturing aan kunnen geven. ‘Steden zijn in mijn visie complexe en adaptieve systemen. Zeer complex, vanwege het ontbreken van strakke centrale sturing. Het gedrag van alle bewoners en gebruikers bepaalt de koers, zoals bij een mierennest. Adaptief omdat het een open systeem is en zeer gevoelig voor invloeden van buitenaf. Of dat nu gaat om technologische ontwikkelingen, verschuivende maatschappelijke voorkeuren of om COVID 19. De stad moet zich aanpassen en zal zich ook elke keer weer aanpassen aan de veranderende omstandigheden. De stad is dus geen bouwpakket, maar eerder een pakket aan mogelijkheden en dat vraagt om continu sleutelen en bijstellen.’
De factor tijd
Rauws nodigt eenieder uit om stadsontwikkeling te zien als een organisch proces, waar bewoners, ondernemers, investeerders en ontwikkelaars bewust of onbewust aan bijdragen. De overheid heeft wel een unieke rol. Ze bepaalt de kaders, maar heeft geen volledige controle. Rauws illustreert dat aan de hand van een paar Groningse voorbeelden. ‘Aan de komst van de tram in Groningen is jarenlang gewerkt. Hij stond al op de Grote Markt. Maar de politieke context veranderde en de tram is nooit gaan rijden. Meerstad was op de tekentafel al helemaal uitgewerkt. Een zeer ambitieus plan, met 600 nieuwe woningen per jaar. Een economische crisis gooide roet in het eten. Aanpassing bleek noodzakelijk en Meerstad wordt nu in fases gerealiseerd.’ De factor tijd speelt bij dit soort plannen een essentiële rol, constateert Rauws. ‘Daar zou bij het ontwerp meer rekening mee moeten worden gehouden. Met het verstrijken van de tijd kan van alles gebeuren. Neem de ontwikkeling van de Eemshaven, van absolute flop tot top vestigingslocatie. Of Blauwestad, een origineel idee, mislukt in de uitvoering en nu, vele jaren later, toch op weg een succes te worden.’
Vertalen van een visie
Blauwestad kwam voort uit een visie: riant wonen, aan het water, in het groen, veel huis en veel ruimte voor relatief weinig geld. In eerste instantie gericht op mensen met geld uit andere delen van het land, om zo een impuls te geven aan de regio. De beoogde bewoners kwamen niet en Blauwestad bleef leeg. Blauwestad was een bouwpakket. Alles lag tot in detail vast: infrastructuur, kavels, soort huizen en strikte eisen voor het ontwerp en de uitstraling. Rauws: ‘Begrijp me niet verkeerd, een verleidende visie is nodig. Al was het maar om mensen te verbinden en een gewenste verandering in gang te zetten. Maar de grote vraag is hoe je die visie gaat vertalen. Zorg er daarbij voor dat je ruimte hebt om te bewegen in een richting met perspectief. En dat hoeft niet altijd de richting te zijn die je in eerste instantie voor ogen had.’
Denk vanuit spelregels
Nederland kent een traditie van geloof in de maakbaarheid van de samenleving en van gedetailleerde bestemmingsplannen. Rauws stelt vast dat die ons veel hebben gebracht, maar ook dat we inmiddels in een andere tijd leven, waarin veranderingen snel kunnen plaatsvinden. Hij pleit er daarom voor om regels zo te formuleren dat het meer gaat om de uiteindelijke kwaliteiten en effecten. Bijvoorbeeld dat een buurt geluidsarm is. Of een groene uitstraling krijgt. Of zo is ingericht dat ze ontmoetingen stimuleert. De antwoorden op de vraag hoe je deze doelen bereikt, zijn volgens Rauws niet in beton gegoten. ‘Dat stimuleert de creativiteit, en laat ruimte voor zaken die je aan het begin niet voorziet. Mijn advies is dan ook: denk minder vanuit een eindplaatje, maar meer vanuit spelregels. Stel bijvoorbeeld vast dat een nieuwe woonwijk zelf haar energie opwekt. Hoe en met wie bouwers en bewoners dat regelen, mogen ze zelf bepalen.’
Bouw meer voor de tijdelijkheid
Rauws benadrukt dat onze wensen en behoeftes over waar en hoe we werken, wonen en recreëren fluïde zijn. Daarom roept hij stadsplanners en architecten op meer te bouwen voor de tijdelijkheid. Rauws: ‘De containerwoning is wellicht een schrikbeeld, maar de flexibiliteit is enorm. Nieuwe technieken laten zien dat flexibiliteit niet langer ten koste hoeft te gaan van de kwaliteit. Kijk naar de pop-up wijk op het Suikerunieterrein; circulair bouwen met hout, waarbij je materialen hergebruikt.’
Corona: bizar en verhelderend
Rauws heeft de coronacrisis met verwondering gadegeslagen. Een soort laboratoriumsituatie, waarin plotsklaps andere zaken veel belangrijker werden, zoals de kwaliteit van de publieke ruimte. Een blokje om in de eigen wijk en een verjaardag in het park. De rust vanwege de afname van het verkeer. Tegelijkertijd lege theaters, geen festivals, dichte kroegen, voetbal zonder publiek. Minder ontmoetingen ook, minder uitwisseling van ideeën, een verschraling van het maatschappelijk leven.
Versnelde omvorming
Wat beklijft is moeilijk te voorspellen. Na de Spaanse griep van 1918 werden rioleringen versneld aangelegd, 9/11 leverde ons blijvende veiligheidsmaatregelen op. Rauws denkt dat COVID 19 ons er blijvend op wijst hoe belangrijk het is om op een prettige manier buiten te kunnen verblijven, juist ook dicht bij huis. Rauws: ‘Dat kan de omvorming van de stad in een wandel- en fietsvriendelijke omgeving versnellen. Ook hoop ik op meer aandacht voor de leefkwaliteit in de wijken en de buurten. Die verdienen dezelfde aandacht als de Grote Markt. De actieradius van met name kinderen en ouderen is beperkt, de wijk is hun wereld. Ook ontdekten we het gemak van het thuis laten bezorgen van allerlei producten. Met als gevolg nieuwe opgaven in de sfeer van het vernieuwen en verduurzamen van de stadslogistiek.’
Groen in Groningen
Rauws signaleert dat er veel onzekerheid is over wat er op ons af komt. We moeten alert zijn en bereid zijn om ons aan te passen. Zo vindt hij de staat van het groen in de stad Groningen zorgelijk. Zeker met het oog op de zich doorzettende klimaatverandering, die leidt tot hittestress en wateroverlast. Rauws: ‘Op de Grote Markt is het op warme dagen 8 graden warmer dan op het Martinikerkhof!’ Op dit thema zien we volgens hem de kracht van bewonersinitiatieven: buurttuinen, meer groen in de straat, gezamenlijk opknappen van de publieke ruimte. Deze activiteiten zorgen bovendien voor onderling contact. ‘Het laat zien dat ook bewoners het voortouw kunnen nemen in het aanpassen van de stad. Dit mag overigens geen vrijbrief zijn voor de overheid om zich dan maar terug te trekken. Het vraagt juist om proactief partnerschap, om zo Groningen klaar te maken voor de toekomst.’
Contact
Laatst gewijzigd: | 30 september 2020 11:05 |
Meer nieuws
-
22 oktober 2024
De dreigende kloof op het platteland
Het valt wel mee met de veronderstelde kloof tussen stad en platteland, vindt Felix Pot. ‘Er dreigt eerder een kloof óp het platteland: tussen autobezitters en mensen die niet over eigen vervoer beschikken.'
-
25 september 2024
Slimme energietransitie vraagt om inclusieve aanpak
RUG-wetenschapper Christian Zuidema vertelt over hoe we samen kunnen overstappen naar een duurzame samenleving. Een slimme transitie vraagt om een betere verdeling van de voor- en nadelen, betoogt hij.
-
22 augustus 2024
NWO kent subsidie toe aan groot onderzoek naar relatie tussen platteland en stad
De relaties tussen platteland en stad zijn afgelopen jaren onder druk komen te staan en vragen om toekomstbestendige ruimtelijke oplossingen. Daarom onderzoekt het Fertile Soils project, waarin 10 kennisinstituten en 30 praktijkpartners...