Walvissen op de korrel
Genetica, daar had hij als student een hekel aan. En walvissen waren ook niet direct zijn lievelingsdieren. Toch is Per Palsbøll nu een wereldwijd expert in de genetica van walvissen. De man die genetische tagging introduceerde om individuele walvissen te kunnen herkennen houdt van precisie, ook in de wetenschap. ‘Er wordt vaak te overhaast gepubliceerd.’
Tekst: Annemieke van der Kolk, afd. Communicatie / Foto’s: Daniël Houben
Gedoopt door een walvis
De eerste walvis die hij ooit zag, viel ten prooi aan zijn kruisboog, vertelt Palsbøll, hoogleraar mariene biologie met een expertise in de genetica van zeezoogdieren en leider van een grootschalig onderzoeksprogramma. Zijn onderzoeksbegeleider van destijds, Finn Larsen, ontwierp een systeem met een kruisboog en pijlen om huidbiopten te verzamelen van solitaire walvissen zonder ze kwaad te doen. ‘Toen bekend werd dat mijn grootvader me vroeger altijd meenam op jacht, vroegen ze mij dit verder te ontwikkelen.’ Palsbøll laat me twee pijlen zien: ‘Dit is een vroeg prototype plus de definitieve versie, die nu door walvisonderzoekers over de hele wereld wordt gebruikt. Je kunt het een vorm van doop noemen, dat ik een huidbiopt moest nemen van de eerste walvis die ik ooit in mijn leven zag. Een bultrug in Groenland, tussen de ijsbergen.’
Mutaties in DNA
Vanuit zijn moderne kantoor met uitzicht op het groene Groningse landschap, kilometers verwijderd van zijn onderzoeksobjecten, legt hij uit hoe hij in Denemarken tot bioloog werd opgeleid. Palsbøll - een rustige, bebrilde man, vaak relativerend met een lach in zijn ogen - vertelt hoe hij als biologiestudent een oudere studiegenoot ontmoette: ‘Dat was een nogal provocerend type, die mij suggereerde te kijken naar een nieuwe methode waarmee we rechtstreeks mutaties in het DNA zelf konden bestuderen. Tot dan toe stond genetica voor mij gelijk aan het bestuderen van gist in petrischaaltjes en vond ik het saai. Dit daarentegen was nieuw en opwindend.'
Walvisidentificatie
‘De theorie van populatiegenetica is zeer goed ontwikkeld en is stevig gebaseerd op logica, wat goed bij mij past.’ Als promovendus slaagde Palsbøll erin de nieuwste methodes voor laboratoriumonderzoek te implementeren, iets wat andere onderzoekers nog niet gelukt was. Ook ontwikkelde hij nieuwe genetische “markers” om individuele walvissen en hun geslacht te kunnen herkennen: een veelbelovend alternatief voor de traditionele identificatiemethodes. Palsbøll’s laboratorium heeft een grote collectie monsters van zeezoogdieren, waaronder 9.000 huidmonsters van bultrugwalvissen in de Noord-Atlantische Oceaan, afkomstig van een populatie die wordt geschat op ongeveer 12.000 dieren.
Genetische tagging
Monsters van bultrugwalvissen vormden zijn onderzoeksobject voor een omvangrijk project in de hele Noord-Atlantische Oceaan. Vlak na zijn promotie werd Palsbøll gevraagd de genetische analyse van de monsters te begeleiden. Het werd hem duidelijk dat hij die analyse van de huidbiopten kon gebruiken om individuele dieren te herkennen en met die gegevens kon bepalen hoeveel walvissen er in dat gebied waren. ‘Wij waren de eerste onderzoeksgroep die deze genetische tagging gebruikte om het aantal dieren te bepalen.’ Deze CSI-achtige DNA-identificatie was een belangrijke doorbraak en tegenwoordig wordt deze methode voor allerlei diersoorten gebruikt, ook voor landdieren. ‘Een daaropvolgende publicatie in Nature was een geweldige stimulans voor mijn carrière en resulteerde feitelijk in een tenure-track positie aan de University of California in Berkeley.’
Klimaatverandering
Hoe zit het met het effect van klimaatverandering? ‘Momenteel doen de walvissen het erg goed en misschien profiteren ze zelfs van bepaalde aspecten van de opwarming van de aarde. Maar dat is waarschijnlijk alleen het geval zolang er ijs is, want de jaarlijkse algenbloei en krill zijn afhankelijk van het ijs dat smelt in de lente. Zodra het ijs verdwijnt, wordt die jaarlijkse cyclus verbroken en zal het de walvissen veel slechter vergaan. Als ik een weloverwogen gok moet doen, denk ik dat we binnen 30 tot 50 jaar de cyclus te gronde zien gaan.’ Hij grinnikt ironisch en voegt eraan toe: ‘Maar je hoeft geen raketwetenschapper te zijn om dat te zien aankomen.'
Meer cellen, geen kanker
Kanker is een ziekte waar walvissen nauwelijks aan lijden, hoewel ze groot zijn, lang leven en dus veel celdelingen hebben: risicofactoren bij de ontwikkeling van kanker. Hoe zit dat? Palsbøll en zijn collega's ontdekten dat sommige sleutelgenen meerdere keren zijn gekopieerd in het walvisgenoom. Sommige daarvan zijn dezelfde genen die mensen beschermen tegen kanker. Palsbøll trekt echter geen overhaaste conclusies over nieuw verworven inzichten in kanker: ‘We zijn nu van plan opnieuw huidmonsters te verzamelen, celculturen van de huid te laten groeien en vervolgens die huidcellen uit te dagen. Dan kunnen we zien of de kanker inderdaad minder is door toedoen van die herhaalde genen. Maar tot nu toe zijn dit slechts werkhypotheses die we nog moeten toetsen.'
Uit de heup schieten
‘De immense druk om veel te publiceren zorgt ervoor dat er vaak overhaast wordt gepubliceerd en resultaten die eigenlijk nog hypotheses zijn, worden gepresenteerd als bewijs. Dit zie je vooral in mijn veld, de genomica. Maar nieuwe onderzoeksgebieden hebben tijd nodig om te “rijpen”. Immers, vaak zien we later dat eerdere resultaten gebaseerd waren op naïeve of verkeerde veronderstellingen.’ Uit de heup schieten, is hoe hij het ziet en de rustige man met zijn kalme stem raakt wat geïrriteerd. Hij weigert eraan mee te doen: ‘Dit klinkt misschien niet sexy, maar ik ben trots op onze zorgvuldige analyses. Wij nemen de tijd om onderzoeksvragen grondig te bestuderen. In de genomica werken we met gigantische hoeveelheden data en moeten we zoveel aannames toetsen om ervoor te zorgen dat onze conclusies betrouwbaar zijn. Dit kan betekenen dat we langzaam publiceren. We streven niet naar sensationele uitkomsten: we willen gewoon weten wat er aan de hand is.'
Vogels in de oceaan
Palsbøll’s andere zorg is dat wetenschap meer en meer wordt beïnvloed door politieke factoren, waardoor academici kunnen neigen naar politiek wenselijke uitkomsten omwille van publiciteit en financiering. ‘Ik maak me wel eens zorgen over de betrouwbaarheid van wetenschap. In deze snelle en vluchtige samenleving moeten we zeer serieus met ons onderzoek blijven omgaan.’ Dan relativeert hij lachend: ‘Om meer Nederlandse financiering te genereren, moet ik mijn walvissen misschien presenteren als vogels in de oceaan. Omdat Nederlanders zo van hun vogels houden, helpt dat misschien.’
Lees de nieuwste publicatie van de Palsbøll-groep over de oorzaak van de sterk verminderde genetische diversiteit in Mexicaanse vinvissen.
Ga naar de webpagina van Per Palsbøll
Laatst gewijzigd: | 11 mei 2020 11:05 |
Meer nieuws
-
20 december 2024
NWO M1-subsidie voor drie FSE-onderzoekers
Dr. Antonija Grubišić-Čabo, dr. Robbert Havekes en prof. dr. ir. Jan Komdeur ontvangen een NWO M1-subsidie.
-
19 december 2024
NWO ENW-XL-miljoenenbeurzen voor onderzoeksprojecten RUG
Vier onderzoekers van de Faculty of Science and Engineering (RUG) ontvangen NWO beurzen van 3 miljoen euro voor hun onderzoeksprojecten.
-
19 december 2024
Jacquelien Scherpen geëerd met Hendrik W. Bode Lecture Prize 2025
Vanwege haar verdiensten voor de wetenschappelijke ontwikkelingen van regelsystemen en -techniek heeft Rector Magnificus Jacquelien Scherpen de 2025 Hendrik W. Bode Lecture prijs ontvangen van de IEEE Control Systems Society (CSS).