Volksverhalen, barometers van de samenleving
Broodje-aapverhalen, sagen, legenden, sprookjes en moppen, hoogleraar volksverhalen en vertelcultuur Theo Meder weet er alles van. Maar naast het bestuderen van oude volksverhalen gaat hij ook op zoek naar nieuwe geschiedenissen.
Tekst: Bineke Bansema / Foto's: Jeroen van Kooten
Theo Meder blijft achter zijn bureau zitten als hij bezoek krijgt, want veel ruimte is er niet. Zijn werkkamer moet een van de kleinste van het Harmoniegebouw zijn. Niet heel gek want hij is maar een dag in de week in Groningen. De rest van de week is hij werkzaam bij het Meertens Instituut in Amsterdam, het instituut dat in de jaren negentig bekend werd door de romancyclus van J.J. Voskuil, ‘Het Bureau’. Op de vraag of hij nog met Voskuil heeft samengewerkt antwoordt hij ontkennend. Meder maakte nog wel veel van Voskuils collega’s mee. ‘Ik herkende ze allemaal in zijn boeken’, zegt hij lachend, ‘sommigen waren er trots op een romanpersonage te zijn geworden. Ook al waren ze niet altijd sympathiek weergegeven.’
Trijntje Soldaats
Wie een kijkje neemt op Meders eigen website kan vervolgens tot de ontdekking komen dat het opeens uren later is. Zo kun je er doorklikken naar de Nederlandse Volksverhalenbank van het Meertens Instituut, met meer dan 46.000 volksverhalen. Of lezen hoe het nou zit met die beroemde Nederlander Hans Brinker, die vooral Amerikanen kennen. Voor onderweg is er www.sagenjager.nl, een serie toeristische wandel- en fietsroutes gebaseerd op volksverhalen. Wie de verhalen van het Noorden wil leren kennen, kan een fietstocht dwars door het Groningse Hogeland maken. Of bij Ezinge wandelen in het spoor van Trijntje Soldaats, die tussen 1800 en 1804 sprookjes vertelde aan haar jonge dorpsgenoot Gerrit. Hij tekende alles op in een schriftje, dat later werd uitgegeven als Het boek van Trijntje Soldaats, een van de oudste mondeling overgeleverde sprookjesverzamelingen, ontstaan vóór de gebroeders Grimm hun sprookjes optekenden.
- Meders eigen website: www.theomeder.nl
Studie Nederlands
De uit Vlaardingen afkomstige Meder deed zijn studie in Leiden. ‘Ik ging, net als veel van mijn studiegenoten, Nederlands studeren omdat ik een roman wilde schrijven. Het is er nog niet van gekomen. Misschien als ik met pensioen ben, al lijkt het me ook wel wat om een handboek over volksverhalen te schrijven. Dat is er nog steeds niet in Nederland. Of een cursus verhalen vertellen volgen om in praktijk te brengen waar ik me jarenlang mee heb beziggehouden.’ Tijdens zijn studie raakte Meder geboeid door de Nederlandse literatuur in de Middeleeuwen, de Middelnederlandse Letterkunde. Toen hij na zijn afstuderen en een post-doc positie van drie jaar werkloos dreigde te worden, raadde zijn familie hem aan om bij het Meertens Instituut te solliciteren, naar een baan waarvoor ze een antropoloog zochten. Hij werd aangenomen als onderzoeker volksverhalen.
Barometers
Sinds 2015 is Meder hoogleraar in Groningen. Een dag in de week doet hij er onderzoek, begeleidt promovendi en scripties van masterstudenten, vergadert én geeft college. De internationale studenten van het programma Dutch Studies volgen bij hem het vak Dutch Folktales, waarbij ze alles te horen krijgen over volksverhalen. ‘Oude verhalen die vooral mondeling zijn doorgegeven en veel vertellen over leven, angsten en dromen, geloof en mentaliteit van een volk. Door de geschiedenis heen zijn volksverhalen de barometers van stemmingen in de samenleving’, aldus Meder. In de Utrechtse wijk Lombok interviewde hij autochtone en allochtone bewoners, hij schreef een boek over de graancirkel-hype uit de vorige eeuw en begaf zich in New Age-kringen. Moderne varianten van de vertelcultuur zijn tegenwoordig te vinden op internet, Twitter of in de eigen mailbox. Zoals de scam mails uit Nigeria, waarin bedriegers te-mooi-om-waar-te-zijn verhalen ophangen met het doel de lezer geld afhandig te maken.
Wilhelmus
Meder geeft met plezier college, vooral over moderne ontwikkelingen, zoals bij de collegereeks over e-humanities in de neerlandistiek. Bij dit vak leren studenten tools te gebruiken waarmee je kunt zoeken in oude bestanden van bijvoorbeeld de Koninklijke Bibliotheek. Ook leren ze werken met Stylo, een softwarepakket waarmee je teksten stilistisch kunt onderzoeken. Meder, enthousiast: ‘Dankzij stylometrische tools hebben collega-onderzoekers onlangs nog de meest waarschijnlijke auteur van het Wilhelmus kunnen aanwijzen: de psalmberijmer Datheen. Door naast de tekst van het Wilhelmus ook teksten van alle in aanmerking komende auteurs in het programma te laden en bijvoorbeeld te vergelijken hoe vaak en op welke wijze lidwoorden en voorzetsels gebruikt worden, kun je achterhalen wie de auteur was.’ De studenten van de toekomst zullen met deze moderne tools het vak nog een heel stuk verder brengen.
Laatst gewijzigd: | 21 september 2021 12:57 |
Meer nieuws
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...
-
21 mei 2024
Uitslag universitaire verkiezingen 2024
De stemmen zijn geteld en de uitslag van de universitaire verkiezingen is binnen!