VN-beginselen voor rampenbestrijding op grote schaal genegeerd na de L’Aquila aardbeving in 2009
Op 6 april 2009 werd de stad L’Aquila in de Italiaanse Abruzzen getroffen door een zware aardbeving waarbij 309 mensen omkwamen. Op basis van het paradigma voor de beperking van risico’s op rampen en de beginselen van de Verenigde Naties voor rampenbestrijding analyseerde Angelo Jonas Imperiale, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen, de maatregelen van het Italiaanse agentschap voor burgerbescherming in de nasleep van de aardbeving in L’Aquila. Imperiale: ‘Ik heb gekeken naar het optreden direct na de aardbeving van 2009, de militarisering van het gebied, de instelling van ‘rode zones’, het bieden van noodopvang en tijdelijke huisvesting en het gebruik van rampmythes. Wij zijn van mening dat de Italiaanse rampenbestrijding de VN-beginselen duidelijk niet heeft nageleefd en in plaats daarvan haar toevlucht heeft genomen tot rampmythes, een command-and-control-aanpak, noodbevoegdheden en een top-downplanning.’
De tragische en complexe gevolgen van rampen zouden rampenbestrijders ertoe moeten aanzetten de sociale aspecten zorgvuldig te analyseren en te beheren in hun planning voor rampenbestrijding. Ze zouden rampen ook moeten zien als een kans om niet alleen te zorgen voor betere huisvesting en infrastructuur, maar ook om lokale gemeenschappen te verbeteren. Imperiale: ‘We kwamen er echter achter dat besluitvormers vaak kiezen voor een commando en controle-aanpak en hun toevlucht nemen tot noodbevoegdheden. Dit soort institutionele maatregelen laten zien dat rampenbestrijders een ondoorzichtige top-downplanning toepassen zonder verantwoordingsplicht, waarin geen rekening wordt gehouden met de mensenrechten en de leefomgeving van de getroffen gemeenschappen of de ecologische gevolgen van hun maatregelen.’
Veertien beginselen
Uit het onderzoek bleek ook dat de lokale, regionale en nationale Italiaanse autoriteiten de veertien VN-beginselen voor rampenbestrijding niet hebben nageleefd en dat de Europese Unie door haar gefinancierde, op lidstaatniveau uitgevoerde maatregelen niet voldoende evalueert en monitort, met name wat betreft het behalen van wenselijke doelstellingen op het gebied van sociale ontwikkeling. Een goed voorbeeld hiervan zijn de door het Europees Solidariteitsfonds gefinancierde maatregelen van de Italiaanse overheid na de aardbeving in L’Aquila. De Italiaanse overheid heeft deze middelen niet aangewend voor humanitaire doeleinden, maar voor het bouwen van tijdelijke huisvesting tegen 158% van de gebruikelijke marktprijs. Dit creëerde een permanent probleem voor de lokale bevolking, die nu te kampen heeft met de ecologische, medische en sociale gevolgen hiervan.
Systematisch
‘Er vindt geen systematische evaluatie plaats van de ecologische en sociale gevolgen voor lokale gemeenschappen van interventies na rampen. Er is geen systematische aanpak om risico’s op rampen te beperken of om gemeenschappen mondiger en veerkrachtiger te maken. Rampenbestrijdingsmaatregelen worden beïnvloed door mythes en misvattingen en hebben geen oog voor de sociale aspecten van rampen. Ze vergroten de afhankelijkheid van steun van buitenaf, doen het potentieel van lokale gemeenschappen teniet, veroorzaken meer ecologische en sociale schade en ze schenden mensenrechten terwijl ze de kwetsbaarheid van en risico’s voor de bevolking vergroten. Dit leidt weer tot rampenkapitalisme en corruptie, wat uiteindelijk weer resulteert in een nieuwe ramp’, aldus Angelo J. Imperiale. ‘Er is geen rechtvaardiging voor rampenbestrijding op basis van een ondoorzichtige commando- en controle-aanpak zonder verantwoordingsplicht die niet is afgestemd op de behoeften en prioriteiten van de lokale gemeenschappen en waarin niet zorgvuldig wordt gekeken naar de sociale en ecologische gevolgen en mensenrechtenvraagstukken in samenhang met maatregelen na een ramp. Er moeten alternatieven worden ontwikkeld voor de commando- en controleaanpak om de betrokken lokale gemeenschappen meer macht te geven, hun welzijn en veerkracht te vergroten en te voldoen aan internationale DDR-beginselen (Disarmament, Demobilization and Reintegration)’, constateert Imperiale.
Over de ramp
De aardbeving in L’Aquila was in heel midden-Italië te voelen. Voor zover bekend zijn 309 mensen omgekomen, waarmee dit de dodelijkste aardbeving in Italië is sinds Irpinia in 1980. Na een onderzoek naar de afhandeling van de ramp werden zeven leden van de Italiaanse Nationale Commissie voor de Prognose en Preventie van Grote Risico's beschuldigd van het geven van ‘onjuiste, onvolledige en tegenstrijdige’ informatie over het gevaar van de trillingen die voorafgaand waren waargenomen. Op 22 oktober 2012 werden zes wetenschappers en één voormalige overheidsambtenaar veroordeeld voor meervoudige doodslag omdat ze zes dagen voor de aardbeving het risico op een grote aardbeving hadden afgezwakt. Ze werden veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Dit vonnis werd echter op eind 2014 vernietigd. Er was ook kritiek op de slechte bouwnormen die ertoe leidden dat veel moderne gebouwen instortten in een gebied dat bekendstond om zijn aardbevingsrisico.
Tijdelijke huisvesting
Tien jaar en 22 miljard euro later wonen in L’Aquila nog steeds tienduizenden mensen in tijdelijke huisvesting en zijn er nog overal ‘rode’ (niet-toegankelijke) zones. De tijdelijke huisvesting is een permanent probleem geworden voor de lokale bevolking, die de last draagt van de ecologische, medische en sociale gevolgen.
Aanbevelingen
Het onderzoek onderstreept dat rampenbestrijdingsmaatregelen en de gevolgen daarvan voor lokale gemeenschappen en hun omgeving zorgvuldig moeten worden geëvalueerd om een tweede ramp in de nasleep van de oorspronkelijke ramp te voorkomen, en dat er alternatieven moeten worden ontwikkeld voor het gebruik van rampmythes, een commando- en controleaanpak, noodbevoegdheden en top-downplanning. Imperiale: ‘Mijn conclusie is dat er een verschuiving moet plaatsvinden van burgerbescherming naar systemen die de gemeenschap meer macht geven. Op die manier kunnen de risico’s op rampen worden beperkt, kan het welzijn en de veerkracht van de getroffen gemeenschappen worden vergroot en kan worden voldaan aan de VN-beginselen voor rampenbestrijding.’
Laatst gewijzigd: | 30 april 2020 15:48 |
Meer nieuws
-
22 oktober 2024
De dreigende kloof op het platteland
Het valt wel mee met de veronderstelde kloof tussen stad en platteland, vindt Felix Pot. ‘Er dreigt eerder een kloof óp het platteland: tussen autobezitters en mensen die niet over eigen vervoer beschikken.'
-
25 september 2024
Slimme energietransitie vraagt om inclusieve aanpak
RUG-wetenschapper Christian Zuidema vertelt over hoe we samen kunnen overstappen naar een duurzame samenleving. Een slimme transitie vraagt om een betere verdeling van de voor- en nadelen, betoogt hij.
-
22 augustus 2024
NWO kent subsidie toe aan groot onderzoek naar relatie tussen platteland en stad
De relaties tussen platteland en stad zijn afgelopen jaren onder druk komen te staan en vragen om toekomstbestendige ruimtelijke oplossingen. Daarom onderzoekt het Fertile Soils project, waarin 10 kennisinstituten en 30 praktijkpartners...