Hoe worden mensen aardbevingsbestendig?
Hoe kunnen mensen met zingevingsvragen in het Gronings-Drentse aardbevingsgebied worden begeleid? Dit was een van de centrale vragen tijdens het symposium ‘De Zin van Welzijn’ eind 2018. Het symposium markeerde de lancering van het Centrum voor Religie, Gezondheid en Welzijn van de Rijksuniversiteit Groningen. De belangrijkste vraag van het centrum is hoe het geestelijk en lichamelijk welzijn van mensen verbonden is met zingeving, levensbeschouwing, religie en cultuur. Het aardbevingsgebied is een van de onderzoeksterreinen.
Tekst: Elske Kroondijk, Afd. Communicatie RUG
Om een beetje aardigheid te hebben in het leven moet je niet alleen een reden hebben om uit je bed te komen, je moet er ook een beetje zin in hebben. Het gevoel hebben dat het zinvol en betekenisvol is wat je doet en meemaakt. Dat is soms knap lastig voor mensen in het bevingsgebied. Hun dagelijkse realiteit lijkt op een surreëel circus waarnaar je alleen maar met grote verbijstering kunt kijken. Waarom zit het proces zo vast? Waarom komen we niet verder? Niemand kan het bevatten. Zingeving betekent een plek vinden in deze ontnuchterende realiteit.
Mensen in hun fundament aangetast
Dat dit zingevingsproces voor veel mensen speelt, is evident. 15.000 woningen moeten geïnspecteerd worden, dus uitgaande van een gemiddelde van twee bewoners per huishouden zitten er circa 30.000 mensen in onzekerheid over hun woning. Dat betekent echter niet dat mensen direct op geestelijke bijstand zitten te wachten. Sociologisch onderzoek toont aan dat 10.000 mensen zichzelf niet ‘ziek’ vinden: zij bezoeken dus geen huisarts. Ze slapen echter wel degelijk slechter. Ze lijden echt, maar labelen ichzelf niet als slachtoffer of patiënt en worden dus niet geholpen.
Geestelijk verzorger Melissa Dales, werkzaam in het bevingsgebied, herkent dit. Wat de situatie volgens haar lastig maakt, is de diversiteit van de problematiek. Waar het ene huis helemaal moet worden afgebroken, is er met het huis van de buren niks aan de hand en vechten ze een straat verderop weer voor erkenning van schade. Bewoners hebben vaak genoeg aan zichzelf, waardoor ze snel geïsoleerd raken. Zo ontstaan er heel veel eilandjes van individuele schadegevallen, van bewoners die er voor hun gevoel alleen voorstaan. Daarnaast is het de duur van de problematiek die mensen opbreekt. Bewoners zitten lang in onzekerheid, zonder dat ze een reëel perspectief op verbetering hebben.
Chronische ramp
Het woord klinkt misschien wat onwennig groot, maar je kunt wel degelijk stellen dat de aardbevingsproblematiek een langdurige, chronische ‘ramp’ is. Ook al hebben veel partijen, zoals de NAM, er geen belang bij om van een ‘ramp’ te spreken; liever houden ze het klein. Voor het verwerkingsproces is het echter wel degelijk belangrijk om de grootte en omvang van de feiten wél te erkennen. Om te zeggen dat we inderdaad voor een hele grote opgave staan; de grootste ter wereld in z’n soort. Om dus wél van een ramp te spreken: geen acute, maar een langdurige, stille ramp.
In de geestelijke begeleiding van aardbevingsgedupeerden wordt daarom ook een vergelijking gemaakt met geestelijke bijstand in grote Nederlandse rampsituaties zoals de MH17- en de vuurwerkramp in Enschede. Wat opvalt is dat geestelijk begeleiders in rampgebieden nogal verschillende visies hebben op wat mensen nodig hebben. Door onderzoek te doen naar de geestelijk verzorgers in het aardbevingsgebied wordt gemonitord waar mensen nou écht behoefte aan hebben, om zo meer inzicht te krijgen in wat goede geestelijke zorg bij rampsituaties is.
Mensen aardbevingsbestendig maken
De kerntaak van de geestelijk verzorger in dit proces is om mee te kijken naar iemands draaglast en draagkracht: wat speelt er allemaal in iemands leven? welke fundamenten in het leven zijn aangetast? kan iemand de situatie het hoofd bieden? zijn er mogelijkheden om zelf aardbevingsbestendiger te worden? Met behulp van metaforen, beelden en verhalen helpt de geestelijk verzorger iemands eigen situatie onder woorden te brengen en wellicht nieuwe perspectieven op de zaak te ontdekken.
Overigens zijn geestelijke verzorgers niet de enigen die zich met zingeving bezig kunnen houden. Er wordt op dit moment gekeken of het zingevingsaspect meegenomen kan worden in bijvoorbeeld de communicatietrainingen van EPI-kenniscentrum voor mensen die werkzaam zijn in het aardbevingsgebied. Van bouwvakker tot huisarts: als zingeving vanzelfsprekend op hun radar zit, is er meer oog voor de situatie van bewoners en kunnen er meer worden geholpen en bijgestaan.
‘Ik frame mijn activisme als spel’
Tijdens het symposium vertelde een bewoner hoe zij ‘zin’ geeft aan de achtbaan nieuwe levenservaringen waar ze door de gaswinning in terechtgekomen is. Zelf gaat ze te rade bij de wijsheid van oude filosofen als Seneca. Hij heeft geschreven: ‘Dingen waar je geen invloed op hebt, moet je ook geen invloed op jou laten hebben.’ Ze deelt deze wijsheden als docent op een school in het bevingsgebied en merkt dat de leerlingen het waarderen. Ook deelt ze haar ervaringen op blogs van Vereniging Eigen Huis.
Daarnaast merkt deze bewoonster dat ze soms haar eigen zingeving ‘verzint’. Het helpt haar bijvoorbeeld haar activisme in de strijd tegen de NAM te labelen als ‘hobby’ en als ‘spel’. Hoe ernstig de situatie ook is, haar humor helpt haar deze absurde omstandigheden het hoofd te bieden. Een voorbeeld: ze heeft de NAM om een reddingsboot gevraagd, omdat de dijken door de bevingen beschadigd waren. Ook al weet ze wel dat zo’n verzoek weinig zin heeft, stuurt ze het tóch. Waarom? ‘Omdat ik en andere mensen vrolijk worden van zo’n actie.’ Hoe het afliep met de reddingsboot? Die mocht ze aanschaffen van de NAM, maar de kosten moesten gedeclareerd worden bij het waterschap.
Centrum voor Religie, Gezondheid en Welzijn
Er komt steeds meer erkenning voor het belang van goede geestelijke zorg. Vanaf 2019 wordt geestelijke verzorging niet langer alleen in ziekenhuizen, gevangenissen en verpleeghuizen vergoed, maar ook voor mensen die geestelijke bijstand nodig hebben en thuis wonen, zoals mensen in het bevingsgebied. Het Centrum voor Religie, Gezondheid en Welzijn onderzoekt op welke manier deze specifieke groep ondersteund kan worden bij hun zingevingsvragen. Binnen het centrum werken religiewetenschappers, antropologen, psychologen, theologen en filosofen samen met maatschappelijke partners zoals de GGZ, ziekenhuizen, religieuze gemeenschappen, welzijnsorganisaties en de overheid. Het centrum is verbonden met de Aletta Jacobs School of Public Health van de Rijksuniversiteit Groningen.
Laatst gewijzigd: | 04 juli 2022 16:07 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...