Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Kans op langdurige rouwstoornis bij vermissing lijkt vijf keer groter dan bij natuurlijk overlijden

17 mei 2018
In Nederland worden gemiddeld tachtig mensen per dag opgegeven als vermist. Copyright: Nationale Beeldbank

Vermissing van een dierbare leidt in ongeveer de helft van de gevallen tot langdurige psychologische klachten bij achterblijvers. De kans op ontstaan van een langdurige rouwstoornis bij vermissing lijkt vijf keer groter dan na een natuurlijk overlijden van een dierbare. Kenmerkend is de aanhoudende onzekerheid voor achterblijvers. Dat blijkt uit onderzoek van promovenda Lonneke Lenferink, dat werd gefinancierd door het Fonds Slachtofferhulp.

Lonneke Lenferink
Lonneke Lenferink

Lenferink bestudeerde psychologische effecten op 137 achterblijvende verwanten bij langdurige vermissing in Nederland en België. Het is het eerste grote onderzoek naar de psychologische effecten van vermissing die niet wordt veroorzaakt door oorlog of politieke onderdrukking. Lenferink promoveert op 24 mei aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Aantal langdurige vermissingen onduidelijk

In Nederland worden gemiddeld tachtig mensen per dag opgegeven als vermist. Het leeuwendeel van die meldingen wordt binnen 48 uur opgelost. In ongeveer honderd gevallen per jaar is er sprake van langdurige vermissing zonder een duidelijke verklaring. Niet altijd stelt de politie een onderzoek in, bijvoorbeeld bij aanwijzingen dat mensen vrijwillig verdwijnen. Lenferink: ‘Mede door de manier waarop onze systemen verdwijning registeren weten we niet precies hoe groot het aantal langdurige vermissingen echt is.’

Vergeten groep achterblijvers

Het aantal achterblijvers is een veelvoud van het aantal vermisten en betreft volgens Lenferink een vergeten groep. Ze benadrukt dat de term achterblijvers bewust is gekozen. ‘Je kunt deze mensen geen nabestaanden noemen, dan doe je een uitspraak over wat er is gebeurd en dat is nu juist onduidelijk.’ Deze achterblijvers worden behalve emotioneel vaak ook financieel of juridisch geconfronteerd met tal van gevolgen van de vermissing.

Behandeling van ambigu verlies

Lenferink keek eerst naar de impact van ambigu verlies: een dierbare is fysiek afwezig maar psychisch aanwezig. Vervolgens onderscheidde ze factoren die samenhangen met de manier waarop achterblijvers omgaan met de verdwijning en geschikt lijken voor beïnvloeding door bijvoorbeeld therapie. Tenslotte stelde ze de haalbaarheid en mogelijke effectiviteit vast van cognitieve gedragstherapie met elementen van mindfulness voor het verminderen van psychische klachten in een pilotstudie.

Kans op langdurige rouwstoornis

Er zijn aanwijzingen dat het rouwproces bij verdwijningen verschilt van dat na een overlijden van een dierbare, zegt Lenferink. Klachten zoals piekeren of depressie kunnen bijvoorbeeld langdurig aanhouden wanneer achterblijvers bezig blijven met de omstandigheden waarin iemand vermoedelijk vermist is geraakt. Een interviewstudie onder achterblijvers zonder langdurige psychische klachten onderstreepte het belang van een effectieve omgang met de aanhoudende onzekerheid.

Suggesties voor behandeling

Op basis van haar onderzoek is Lenferink betrokken bij de ontwikkeling van methodes om langdurige rouwklachten te behandelen. Te denken valt dan aan bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie in combinatie met elementen van mindfulness. Lenferink benadrukt evenwel dat het gaat om een nog weinig onderzocht terrein en dat meer internationaal onderzoek hard nodig is om met meer zekerheid uitspraken te doen over mogelijke effectieve behandelmethoden voor achterblijvers na vermissing.

Meer informatie

Psychologe Lonneke Lenferink promoveert 24 mei op het proefschrift The disappearance of a significant other: Consequences and care . Promotoren zijn prof.dr. Jos de Keijser (Rijksuniversiteit Groningen), prof.dr. Paul Boelen (Universiteit Utrecht en Arq Pschotrauma Expert Groep) en dr. Ineke Wessel (Rijksuniversiteit Groningen).

Laatst gewijzigd:12 april 2021 13:39
View this page in: English

Meer nieuws

  • 17 december 2024

    Autisme bij vrouwen: camoufleren eist zijn tol

    Vrouwen met autisme krijgen vaak later een diagnose dan mannen. Onderzoeker Yvonne Groen ontwikkelde samen met haar collega’s een screeningsinstrument om de diagnose te vergemakkelijken.

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 26 november 2024

    De angst om te eten

    Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.