Weg met die systeemplafonds
Als Zuidlarens jongetje vond hij al die oude gebouwen in de stad Groningen maar niks. De interesse in historische panden kwam pas later, tijdens zijn studie Bouwkunde. Als bouwkundige is René Bosscher nu verantwoordelijk voor de buitenkant van de gebouwen van de Rijksuniversiteit Groningen. Maar hij zit ook graag met z’n neus bovenop de verbouwingen aan de binnenkant.
Tekst: Bineke Bansema, afd. Communicatie / Foto's: Elmer Spaargaren
Bij de RUG zit je goed, met al die historische panden.
‘Ja, klopt! We beheren zo’n achttien gemeentelijke monumenten en zeventien rijksmonumenten, dus ik kan mijn hart hier wel ophalen. En gelukkig heb ik het tij mee want monumentaal erfgoed staat volop in de belangstelling. Ook bij de RUG is steeds meer aandacht voor het in oude staat terugbrengen van haar bezit. Zo is de Grote Vergaderzaal in het bestuursgebouw kortgeleden prachtig gerestaureerd, evenals het Van Swinderen Huys en nog meer panden in de Oude Boteringestraat. Maar ook zijn de betonnen pannen op het dak van het gebouw van de Universiteitskrant in de Oude Kijk in ’t Jatstraat vervangen door de authentieke dakpannen. Het valt niet gelijk op, maar is toch echt veel mooier.’
Maar waarom zou een universiteit zo z’n best doen om die oude panden op te knappen? Dat kost wel wat natuurlijk.
‘Het is toch veel leuker om je buitenlandse gasten in een ruimte vol historische grandeur te ontvangen dan in een kamer met een systeemplafond? Monumenten voegen iets toe aan de uitstraling van een universiteit die ruim 400 jaar oud is. De medewerkers zelf die in zo’n mooi, oud gebouw werken voelen zich daar ook erg prettig. Ze zijn zeer begaan met het pand en zijn geschiedenis. En we doen ook iets terug voor de stad, waar we als universiteit veel aan te danken hebben, door het erfgoed te restaureren. Zo gaan stad en straten er mooier uit zien. Dat vinden we als instelling belangrijk.’
Was je als kind al zo geïnteresseerd in geschiedenis?
‘Als ik vroeger als klein jongetje met mijn ouders vanuit Zuidlaren naar de stad kwam, wezen ze me soms op mooie, oude gebouwen. Ik vond er niks aan. Geschiedenis heeft me altijd wel getrokken, maar de interesse in oude gebouwen kwam pas later, tijdens mijn studie Bouwkunde. Nu vind ik al die oude gebouwen in stad en provincie Groningen even boeiend, omdat ik in de buurt ben opgegroeid en ook de context ken. Een grachtenpand in Amsterdam: ook mooi. Maar dat zegt me toch veel minder.’
(Tekst gaat verder onder de afbeeldingen.)
Je woont natuurlijk zelf ook in een mooi oud huis?
‘Ehm, nee. Ik woon in een nieuwbouwhuis in Hoogezand. Maar ik hoop nog weleens te verhuizen naar een huis met glas-in-loodramen en een kamer-en-suite. Misschien een opknapper, die ik met mijn zoon aan ga pakken. Maar Thijs is nog geen half jaar, dus dat duurt nog even.’
Je werkt nu vier jaar bij de RUG. Wat is het leukste project dat je in die tijd hebt gedaan?
‘De restauratie van de Grote Vergaderzaal die ik al noemde is wel mijn favoriet. Die zaal werd vorig jaar opgeknapt met behulp van ambachtslieden uit zo’n 25 disciplines. Glazenier, timmerman, decorateur, schilder, parketlegger, stoffeerder... Nu ziet hij er weer uit als de balzaal zoals hij in 1904 bedoeld was. Trouwens, verder is dat pand, Oude Boteringestraat 44, waar nu het College van Bestuur zit, ook een heel interessant gebouw. Het werd gebouwd door een in Indië rijk geworden arts. Later was het onder meer de ambtswoning van de Gouverneur des Konings. Koningin Wilhelmina overnachtte hier in die tijd weleens, in wat nu de kamer van de voorzitter van het college is. Wat ik hier ook bijzonder vind is dat de kamer van het secretariaat van de rector, links van de voordeur, vroeger de doorgang van de koets was. Hierlangs reed de koets naar het koetshuis achter in de huidige binnentuin. Nu bijna niet meer voor te stellen.’
En waar zijn jullie nu aan het werk?
‘In een van de oudste gebouwen van de binnenstad, het pand van de Faculteit Wijsbegeerte, ook aan de Oude Boteringestraat. Hier knappen we de zolder op. Over een tijdje hebben veertien PhD-studenten daar onder de eikenhouten kap een prachtige werkplek. Het gebouw is van oorsprong een middeleeuws steenhuis en stamt uit ongeveer 1300. Er is daar nog veel moois te ontdekken, zoals een prachtig plafond (vroeg 19e eeuw), dat nog onder een systeemplafond verstopt zit, een oude plavuizenvloer (18e/19e eeuw) en laatmiddeleeuwse vloerbalken. Ook uit andere periodes zijn er prachtige voorbeelden te vinden, zoals een kamer uit 1914, die nog helemaal intact is.’
Je kunt hier nog wel tot aan je pensioen vooruit, zo te horen.
‘Misschien, maar ik denk niet dat dat gaat gebeuren. Het lijkt me wel wat om bij een organisatie te werken waar monumentenzorg een speerpunt is. Bijvoorbeeld bij het Groninger Landschap, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed of de Groningse adviesorganisatie Libau. Ik hoop dat we over een jaar of tien een goed beleids- en onderhoudsplan op poten hebben gezet, ook voor de monumentale gebouwen en historische interieurs. Kan ik tegen die tijd met een gerust hart vertrekken.’
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 16 maart 2020 11:00 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...