‘Een vrouw als leider is al gauw een bitch’
Janka Stoker (1970) is sinds 2003 hoogleraar Leiderschap en Organisatieverandering aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, waar ze ook directeur is van het leiderschaps-expertisecentrum In the Lead. Ze studeerde sociale en arbeids- en organisatiepsychologie in Groningen en promoveerde aan de Universiteit Twente. Vrouwelijk leiderschap en machtsongelijkheid in de top van de samenleving heeft haar bijzondere interesse.
Door Loek Mulder, foto Elmer Spaargaren. Dit artikel verscheen eerder in alumnimagazine Broerstraat 5
Wat is er de voorbije jaren verbeterd rond de positie van vrouwen in de top van het bedrijfsleven, de wetenschap en de politiek?
‘Het onderwerp is hoog op de agenda gekomen. Organisaties schamen zich ervoor als ze met de billen bloot moeten.’
U denkt dat een bedrijf het wat kan schelen? Schiphol heeft juist laten weten dat de nieuwe baas sowieso geen vrouw wordt. Het zou de balans van twee om twee in de Raad van Bestuur verstoren.
‘Het bedrijfsleven loopt achter op de ontwikkelingen bij de overheid – alhoewel Schiphol dus een positieve uitzondering is met vijftig procent vrouwen in de top. Er zijn ook veranderingen te zien. Zo zijn er verschillende rolmodellen op hoge posities die we tien jaar geleden niet hadden: Een bedrijf als Shell heeft met Marjan van Loon een vrouw als leidinggevende. Bij PostNL is Herna Verhagen voorzitter van de RvB. Deze vrouwen laten zien dat het kan.’
Dat zijn enkele voorbeelden. Wat is het beeld wanneer je breder kijkt?
‘Er gebeurt veel, maar we zijn er duidelijk nog niet. Kijk naar onze eigen universiteit. Het aantal vrouwelijke wetenschappers en vrouwelijke hoogleraren stijgt. Mede dankzij het Rosalind Franklin Fellowship voor vrouwelijk toptalent, dat echt een Gronings succes is. Het gaat alleen nog niet snel genoeg.’ ‘Ik zie zowel bij de overheid als in de wetenschap en de politiek goede initiatieven. Maar de constatering dat een heleboel organisaties niet in beweging zijn te krijgen en kennelijk de noodzaak niet zien is terecht.’
Ook internationaal gezien slaat Nederland een slecht figuur. Met het aantal vrouwelijke wetenschappers bungelen we ergens onderaan het lijstje, net voor landen als Tsjechië en Cyprus.
‘Het is ongelooflijk. Onze bevolking is ontzettend hoog opgeleid in vergelijking met andere landen. Maar dat vertaalt zich niet naar posities in de top van de samenleving.’
Waar precies gaat het mis?
‘Een belangrijke verklaring ligt in de stereotiepe opvatting over wat een goede leider is. Daarbij denken we eerder aan masculiene dan aan feminiene kwaliteiten. Een leider associëren we met daadkracht, dominantie en risicobereid. Die eigenschappen dichten we eerder toe aan een man dan aan een vrouw. Het gaat bovendien niet alleen over hoe we een goede leider zien, maar ook wat een stereotiepe ‘goede’ man of vrouw is. Een goede vrouw is zorgzaam, kan goed luisteren, wil niet op de voorgrond treden, is niet dominant, maar wil samenwerken en de boel bij mekaar houden. Dat soort stereotypen hebben we in ons hoofd, vrouwen net zo goed als mannen. Maar het wordt ingewikkeld wanneer je mensen gaat selecteren of bevorderen in een bepaalde positie. Dan worden die stereotiepe beelden op mensen geplakt. De eigenschappen die we toedichten aan een leider passen dus slecht op het beeld dat we in ons hoofd hebben van een vrouw. Niet alleen is het daardoor voor een vrouw moeilijker dan voor een man een leidinggevende positie te bereiken, ook zichzelf handhaven op die plek is een taaie klus, legt Stoker uit. Vrouwen belanden erdoor in een Catch22-situatie: ‘Ben je een goede leider, dan ben je al gauw een bitch. Kijk maar naar de kwestie rond president-commissaris bij ABN Amro Olga Zoutendijk. Die kreeg allerlei verwijten: ze was een manwijf en veel te dominant. Maar stelt een vrouw zich meer vrouwelijk op, dan is ze geen goede leider. Dus kiezen vrouwen er vaak voor om dan maar een goede leider te zijn en nemen ze voor lief dat ze een dominant type gevonden worden. Daar moet je wel tegen kunnen.’
Een quotum dan maar? In Scandinavische landen en in Duitsland en België is het ingevoerd en is het aantal vrouwelijke leidinggevenden toegenomen.
‘Het is een zwaktebod. Niemand wil het eigenlijk. Je wilt dat organisaties zelf inzien dat ze niet goed wijs zijn om geen gebruik te maken van het potentieel. In Nederland hebben we een streefcijfer vastgesteld van dertig procent vrouwen in de top in 2019. Dat gaat dus op deze manier niet lukken. De vraag is wat de minister gaat doen.’ Niet alleen is het kapitaalvernietiging wanneer slechts mondjesmaat gebruik gemaakt wordt van het reservoir goed opgeleide vrouwen. Ook organisaties hebben er voordeel van wanneer ze vrouwen een belangrijker rol toekennen, benadrukt Stoker. ‘Mij zul je overigens niet horen zeggen dat vrouwen zo anders leidinggeven. Nee, ieder méns geeft anders leiding. Er zijn wel wat verschillen tussen mannen en vrouwen, maar die zijn klein.’ Wat telt is dat diversiteit in de top in brede zin betere besluitvorming en teamprestaties oplevert. Dat is wetenschappelijk aangetoond. Alleen maar witte mannen met eenzelfde opleiding herbergt het gevaar van groepsdenken en tunnelvisie. Een organisatie die creatief wil zijn en wil vernieuwen, doet zichzelf tekort met een homogene groep die denkt aan een half woord genoeg te hebben.
Ondertussen zien we wel meer vrouwen dan mannen afstuderen aan universiteiten, neemt het aantal bèta meiden-toe en is de loonkloof tussen jonge vrouwen en mannen bijna verdwenen. Kunnen we niet gewoon wachten tot de verhoudingen vanzelf gelijktrekken, zonder het paardenmiddel van een quotum?
’Toen ik 25 jaar geleden in de studiebanken zat, dachten we ook dat de verschillen tussen mannen en vrouwen in organisaties snel zouden zijn opgelost. Dat is niet gebeurd. Sommige processen zijn hardnekkig en moet je doorbreken. Je bereikt pas een normale vijftig - vijftig situatie wanneer je eerst over een drempel heen bent, vandaar dat percentage van dertig procent. Anders blijven de vooroordelen over mannen en vrouwen en leiderschap in het selectieproces dominant.’
Man/vrouw in de top van de RUG
Het College van Bestuur van de RUG bestaat uit drie mannen. Dat zal moeten veranderen, vindt Janka Stoker. Met het vertrek van voorzitter Sibrand Poppema in september en rector magnificus Elmer Sterken in 2019 ontstaat daarvoor ruimte. ‘Minstens een van de drie zal een vrouw moeten zijn, dat vindt ook de minister van OCW. Over de benoemingsprocedure heersen wat zorgen. De Sleutelvrouwen, een groep Groningse wetenschappers (naar Café De Sleutel aan de Noorderhaven) waar Stoker deel van uitmaakt, schetsten daarom alvast een profiel van een vrouwelijke bestuursvoorzitter. Daarmee vestigden zij op een elegante manier de aandacht op hun opvatting over een vrouw hoog in de universiteitsgelederen.
Zie ook de portretpagina van Stoker
Laatst gewijzigd: | 21 april 2020 14:46 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...