Afschaffen dividendbelasting: leuk voor Shell, onnodig voor Nederland
Het nieuwe kabinet is van plan de dividendbelasting af te schaffen. Dat kost onze schatkist 1,4 miljard, maar daar staat tegenover dat bedrijven het hierdoor aantrekkelijker zouden vinden om zich in Nederland te (blijven) vestigen. Die extra bedrijvigheid en werkgelegenheid moet aldus opwegen tegen het verlies aan belastinginkomsten. Premier Rutte liet vorige week bij de regeringsverklaring zelfs weten de afschaffing van de dividendbelasting van cruciaal belang te vinden voor de internationale concurrentiepositie van Nederland. Zwaar geschut dus van het kabinet om deze maatregel te verdedigen.
Prof. dr. Harry Garretsen
Het bewijs dat juist het afschaffen van deze belasting veel zoden aan de dijk zet voor de economie als geheel ontbreekt echter. Desgevraagd lieten bijvoorbeeld de officiële rekenmeesters van het Centraal Planbureau weten geen positief werkgelegenheidseffect te zien van deze maatregel. Gevraagd naar de reden van de maatregel hulde de regering zich in stilzwijgen totdat gisteren plots bleek dat hoogstwaarschijnlijk enkele van onze grote multinationals, onder aanvoering van Shell, hierop tijdens de kabinetsformatie hadden aangedrongen. Voor internationale beleggers in aandelen Shell of Unilever geldt dat hun behaalde dividend op aandelen verhandeld in het Verenigd Koninkrijk tegen 0% dividendbelasting wordt afgerekend omdat het VK in tegenstelling tot Nederland geen dividendbelasting kent . Shell denkt dat als de dividendbelasting tussen het VK en ons land gelijk wordt getrokken, dus bij ons ook naar 0%, aantrekkelijker te worden voor beleggers en zo gemakkelijker aan financiering voor haar investeringen te kunnen komen. Tegen deze redenering valt in te brengen dat aandelenfinanciering een relatief onbelangrijke financieringsbron voor bedrijfsinvesteringen vormt. Voldoende eigen middelen zijn veel belangrijker, zo bezien verschilt Shell niet van het eerste beste MKB. Onderzoek toont aan dat het verlagen van de dividendbelasting weinig tot geen effect op de investeringen van een bedrijf. Maar goed, vanuit het particuliere bedrijfsbelang van Shell of Unilever, bedrijven met grote belangen in het VK, valt nog wel te begrijpen waarom men onze dividendbelasting liever kwijt dan rijk is.
Waar de schoen wringt voor Rutte is dat in het regeerakkoord natuurlijk niet staat dat we bereid zijn 1,4 miljard aan belastinginkomsten op te geven om het Shell of Unilever naar de zin te maken. De door het kabinet bij herhaling genoemde reden is dat afschaffing van deze belasting goed, ja zelfs van levensbelang zou zijn voor de nationale economie, dus voor ons allemaal. Vasthouden aan de dividendbelasting zou Nederland onaantrekkelijk maken als vestigingsplaats voor internationale bedrijven. De bewijsvoering voor dit doemscenario ontbreekt helaas. Sterker nog, het kabinet wekt ten onrechte de indruk dat bedrijven bij het kiezen van hun vestigingsplaats zich in de eerste plaats door de hoogte van zaken als dividend- of de vennootschapsbelasting laten leiden. Nederland is een aantrekkelijk vestigingsland blijkt keer op keer omdat we een goede infrastructuur hebben, een goed opgeleide beroepsbevolking en meer algemeen een naar internationale maatstaven bovengemiddeld goed werk- en leefklimaat hebben. Allemaal zaken die (grotendeels) met belastingopbrengsten worden gefinancierd en waarvoor bedrijven (en burgers) best willen betalen zolang de belastingtarieven niet te hoog zijn of teveel uit de pas lopen met andere landen. Economisch sterke landen in de EU, zoals Nederland of Duitsland, kunnen zich dus ook relatief hogere belastingen veroorloven omdat daar deels met belastinggeld gefinancierde voordelen tegenover staan.
Vestigingskwaliteit mag en kan dus wat kosten. Landen die op dit vlak minder bieden, zullen zich eerder gedwongen voelen met hun belastingtarieven te gaan concurreren in de hoop bedrijven aan te trekken. De Nederlandse economie zal het internationaal niet redden als we vooral gaan voor een strategie van lage kosten, zoals het afschaffen van de dividendbelasting .
Zo bezien kan die 1.4 miljard beter worden besteed aan verbetering en versterking van het onderwijs omdat dat op termijn wel uitmaakt voor de economische kracht van ons land. Kortom, wat mogelijk mooi meegenomen is voor Shell, is daarmee nog niet goed voor Nederland.
Harry Garretsen is hoogleraar 'International Economics & Business' aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Laatst gewijzigd: | 12 maart 2020 21:33 |
Meer nieuws
-
24 maart 2025
RUG 28e in World’s Most International Universities 2025 ranglijst
De Rijksuniversiteit Groningen is door Times Higher Education gerangschikt op de 28e plek in de World’s Most International Universities 2025 ranglijst. Daarmee laat de RUG instellingen als MIT en Harvard achter zich. De 28e plek betekent een stijging...
-
05 maart 2025
Vrouwen in de wetenschap
De RUG viert Internationale Vrouwendag met een bijzondere fotoserie: Vrouwen in de wetenschap.
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. In de podcast gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden...