Towards a programme-oriented planning approach
Promotie: | T. (Tim) Busscher, MSc |
Wanneer: | 19 juni 2014 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotor: | prof. dr. E.J.M.M. Arts |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Ruimtelijke Wetenschappen |
Onderzoek naar toepassen van programma’s in infrastructuurplanning
De planning en realisatie van nieuwe infrastructuur wordt steeds complexer. Met de traditionele projectgerichte aanpak leidt dit vaak tot tijd en kostenoverschrijdingen. In de wetenschappelijke literatuur wordt het toepassen van programma’s in infrastructuurplanning aangedragen als een geschikte methode om de complexiteit het hoofd te bieden. Promovendus Tim Busscher onderzocht deze programmatische benadering, en in het bijzonder hoe die benadering zou kunnen omgaan met de complexiteit in infrastructuurplanning, om zo richtingen aan te geven voor het ontwerp en de ontwikkeling van programma’s in de infrastructuurplanning.
Op basis van theoretische en praktische inzichten schetst Busscher enkele richtingen die belangrijk zijn bij het ontwerp en de ontwikkeling van toekomstige programma’s in de infrastructuurplanning. Ten eerste blijkt het zeer belangrijk om de juiste sturingsmix te vinden. Ten aanzien van de sturingsmix doet Busscher de volgende aanbevelingen: de juiste balans in de sturingsmix is afhankelijk van de omstandigheden en met samenwerken komen risico’s die moeten worden meegenomen in de sturingsmix.
Ten tweede blijken monitoringstools en feedback van essentieel belang in een programma. Deze stellen het programma niet alleen in staat om in te spelen op veranderingen in de omgeving, maar monitoring blijkt tevens een belangrijke managementtool die betrokken actoren kan stimuleren om actie te ondernemen waar nodig. Busscher beveelt aan dat programma’s moeten functioneren als platform waarop stakeholders data kunnen duiden en gezamenlijk leren te begrijpen. Daarnaast is het belangrijk om te onderkennen dat monitoringresultaten niet vanzelfsprekend tot actie leiden. Dat is namelijk ook sterk afhankelijk van het politiek-bestuurlijke klimaat waarbinnen een programma moet worden gerealiseerd.
Tot slot maakt Busscher het belang van leiderschap duidelijk, daar waar het gaat om het omgaan met verandering. Met betrekking tot leiderschap stelt hij dat gezamenlijke actie medeafhankelijk is van partijen die leiderschap tonen. Daarnaast lijkt het er op dat bij het opstellen van een programma ‘sense of urgency’ de belangrijkste drijfveer voor gezamenlijke actie is. Na de vaststelling van het programma verandert dat echter, en wordt het tonen van leiderschap van fundamenteel belang. Daarnaast is leiderschap noodzakelijk om ervoor te zorgen dat exploitatie – het gebruik maken van bestaande kennis en kunde – in balans wordt gebracht met exploratie – het ontwikkelen van nieuwe kennis en innovatieve aanpakken. Alleen met een uitgebalanceerde aanpak kan een programmatische benadering zorgen voor de adaptiviteit en stuwkracht om de complexiteit in infrastructuurplanning succesvol het hoofd te bieden.
Tim Busscher studeerde Planologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek bij het Urban and Regional Studies Institute van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Het onderzoek werd gefinancierd door Rijkswaterstaat.
Laatst gewijzigd: | 26 september 2022 16:47 |
Meer nieuws
-
19 december 2024
Lessen voor adaptieve benadering voor de inrichting van Nederland
Waar komen nieuwe woningen en welke veranderingen in de landbouw heeft de overheid voor ogen? Hoe maken we ruimte voor klimaatadaptatie? In de Nationale Omgevingsvisie maakt de rijksoverheid belangrijke keuze over de ruimtelijke inrichting van...
-
12 december 2024
Onderwijs bevorderen door innovatie: VR Experience Days bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
Hoe kun je virtual reality gebruiken om de effecten van bouwhoogte op het landschap van Lauwersoog te bestuderen, of de toegankelijkheid van een woonwijk wanneer het dichter bebouwd wordt? Om technologie te integreren in het onderwijs, organiseerde...
-
22 oktober 2024
De dreigende kloof op het platteland
Het valt wel mee met de veronderstelde kloof tussen stad en platteland, vindt Felix Pot. ‘Er dreigt eerder een kloof óp het platteland: tussen autobezitters en mensen die niet over eigen vervoer beschikken.'