Onderzoek naar oude scheepswrakken in oostelijke Waddenzee
Het Instituut voor Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen gaat onder water archeologisch onderzoek uitvoeren in de oostelijke Waddenzee, de Eems en de Dollard. Dit is tot dusver niet gebeurd. Het doel van het project Buitendijks erfgoed Oostelijke Waddenzee is om samen met de inwoners onder andere oude scheepswrakken in kaart te brengen.
Onderzoek onder water
Het project loopt van september 2013 tot september 2015. De Rijksuniversiteit Groningen wil allereerst de meldingen van vondsten van oude scheepswrakken, sporen van verdronken dorpen en resten van oude dijken controleren en in kaart brengen. De informatie is afkomstig van bijvoorbeeld wadlopers, sportduikers, vissers en inwoners. Vanaf de tweede helft van 2014 gaan onder andere duikers de vindplaatsen onderzoeken en vastleggen. Na afloop van het onderzoek worden de resultaten bekend gemaakt.
De Rijksuniversiteit Groningen (RUG), de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Erfgoedcentrum Nieuw Land in Lelystad en de provincies Fryslân en Groningen nemen deel aan het project.
Voor meer informatie
Prof.dr. André van Holk, hoogleraar Maritieme Archeologie
Laatst gewijzigd: | 03 september 2021 15:41 |
Meer nieuws
-
25 november 2024
Liekuut | Geef jongeren een culturele hangplek én een stem
Jongeren weten heel goed wat ze op cultureel gebied zouden willen zien en horen, alleen vertaalt zich dat nog niet altijd naar de programmering door culturele instellingen. Volgens Johan Kolsteeg, universitair docent kunstwetenschappen en bestuurslid...
-
08 oktober 2024
Passie voor duurzame mode
De Chileense journalist María Pilar Uribe Silva wijdde al haar halve leven aan het verduurzamen van de kledingindustrie. Deze zomer startte ze haar PhD aan de RUG. ‘Ik denk dat het kán, een duurzamere en rechtvaardigere kledingsector. Wat we nodig...
-
08 oktober 2024
De tong volgen
Thomas Tienkamp en Teja Rebernik leggen uit hoe fundamenteel onderzoek naar articulatie kan helpen om spraakstoornissen te verklaren en in de toekomst mogelijk kan bijdragen aan het herstel van mensen met spraakstoornissen.