Genvarianten voor hartslag in rust in kaart gebracht
De hartslag in rust is erfelijk bepaald en is een maat voor de gezondheid van het hart en de bloedvaten. Onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en van het Erasmus MC in Rotterdam hebben in een groot samenwerkingsverband 14 nieuwe genvarianten gevonden die de hartslag in rust reguleren. De erfelijke aanleg voor een verhoogde of juist verlaagde hartslag blijkt samen te hangen met het risico op verschillende hartritmestoornissen. De bevindingen werden bevestigd in experimenten met fruitvliegen, die een goed model zijn om de genetica en functies van het hart te bestuderen. De onderzoekers publiceren hun bevindingen deze week in het gerenommeerde tijdschrift Nature Genetics.
De onderzoekers voerden een genoombrede associatiestudie uit met behulp van 180.000 deelnemers aan 65 studies. Hiertoe werkten verschillende onderzoekergroepen van het UMCG samen met een team van de Medical Research Council Epidemiology Unit in Cambridge, Engeland. Het UMCG leverde zowel met gegevens uit de PREVEND studie als uit het grootschalige bevolkingsonderzoek LifeLines een belangrijke bijdrage, terwijl het Erasmus MC bijdroeg met gegevens uit het grootschalige bevolkingsonderzoek “The Rotterdam Study” in de wijk Ommoord. De studie heeft geleid tot de ontdekking van 14 nieuwe genvarianten die verband houden met de hartslag in rust. “We hebben het hele genoom onderzocht in de hoop genvarianten te vinden waarvan niemand zelfs maar gedacht zou hebben dat ze dat ze een rol spelen bij de hartslagregulatie,” vertelt prof. dr. Harold Snieder, een van de seniorauteurs van de publicatie.
Om beter te begrijpen hoe de genvarianten de hartslag kunnen beïnvloeden hebben UMCG-onderzoekers experimenten met fruitvliegen uitgevoerd. Hiermee verifieerden zij de invloed van verschillende genen op de hartslagregulatie. Van deze genen was al bekend dat ze betrokken zijn bij de embryonale ontwikkeling van het hart en de signaalgeleiding, maar ook bij hartafwijkingen zoals een verwijde hartspier, hartfalen en plotse hartdood. “Onze studie heeft het aantal genvarianten, waarvan bekend is dat ze verband houden met de hartslag, verdrievoudigd. Van sommige varianten weten we ook dat ze weer gerelateerd zijn aan andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten en hartritmestoornissen,” zeggen de onderzoekers. “Onze bevindingen in mensen en de elegante combinatie met experimenten in fruitvliegen geven nieuwe inzichten in mechanismen die de hartslag in rust reguleren. Deze ontdekkingen vormen nog maar het begin, maar dragen hopelijk bij aan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen.”
Aan het onderzoek werkten onder andere mee vanuit het UMCG:
Prof. dr. Harold Snieder, Genetische Epidemiologie; Prof. dr. Ody Sibon, Celbiologie; Dr. Bianca Brundel, Klinische Farmacologie
Vanuit Erasmus MC:
Dr. Mark Eijgelsheim, Epidemiologie; Prof. dr. Bruno Stricker, Epidemiologie en Interne Geneeskunde
Vanuit Medical Research Council, Cambridge:
Dr. Ruth Loos, Epidemiologie; Dr. Marcel den Hoed, Epidemiologie.
Noot voor de pers
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 02:15 |
Meer nieuws
-
27 augustus 2024
UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling
Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...
-
17 juli 2024
Veni-beurzen voor tien onderzoekers
Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...
-
16 juli 2024
Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man
Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.