Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Slechte lichamelijke conditie voorspelt overlijden aan hartfalen

04 december 2012

Patiënten met een slechte lichamelijke conditie die voor hartfalen in het ziekenhuis werden opgenomen, lopen een grotere kans om binnen drie jaar te overlijden dan patiënten met een goede conditie. Deze grotere kans op overlijden is onafhankelijk van de ernst van het hartfalen, stelt UMCG-onderzoeker Tialda Hoekstra. Zij promoveert op 10 december 2012 op de resultaten van haar onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hoekstra gebruikte de gegevens van een groot onderzoek met ongeveer 1000 patiënten met hartfalen dat door de Nederlandse Hartstichting is gefinancierd. Hartfalen komt in Nederland veel voor, er leven op dit moment naar schatting 180.000 mensen met hartfalen.

Seksuele problemen

Hoekstra heeft ook onderzocht hoeveel mensen met hartfalen kampen met seksuele problemen. Dit blijkt het geval te zijn bij de helft van de mensen. Zij schrijven de oorzaken voor de seksuele problemen toe aan het hebben van de ziekte hartfalen. “Juist om die reden is het belangrijk dat de dokter of een speciale hartfalenverpleegkundige met patiënten over hun seksuele problemen praten,” aldus Hoekstra. “Dit gebeurt te weinig.”

Vertalen naar beleid

In de medische richtlijnen voor hartfalen staat dat het bespreken van eventuele seksuele problemen onderdeel van de behandeling is. Toch vond Hoekstra dat dit onvoldoende vertaald is naar het behandelbeleid in ziekenhuizen. Hartfalenverpleegkundigen in heel Nederland vinden dat zij te weinig vaardigheden hebben om over deze zaken te spreken met hun patiënten. Inmiddels heeft de Hartstichting een brochure uitgegeven om het onderwerp bij behandelaars onder de aandacht te brengen. “Het bespreken van seksuele problemen kan patiënten met hartfalen helpen om hun kwaliteit van leven te verbeteren,” vertelt Hoekstra. “Dit draagt bij aan een betere prognose van hun ziekte hartfalen.”

Curriculum Vitae

Tialda Hoekstra (Heerenveen, 1979) studeerde Psychologie aan de Universiteit Leiden. Zij voerde haar onderzoek uit bij de afdeling Cardiologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) binnen het programma Zorgonderzoek, onder begeleiding van prof.dr. D.J. van Veldhuisen, prof.dr. T. Jaarsma, prof.dr. R. Sanderman en dr. G.A.T. Lesman-Leegte. Het onderzoek werd gefinancierd door de Hartstichting. De titel van het proefschrift is “Quality of life and sexual problems in patients with heart failure.”

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:49

Meer nieuws

  • 17 juli 2024

    Veni-beurzen voor tien Groningse onderzoekers

    Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euror toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...

  • 16 juli 2024

    Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man

    Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.

  • 10 juni 2024

    Om een wolkenkrabber heen zwermen

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...