Family, friends and fertility
Promotie: mw. N.F.G. Balbo, 9.00 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Family, friends and fertility
Promotor(s): prof.dr. M.C. Mills
Faculteit: Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Familie en vrienden beïnvloeden kinderwens
Familie, vrienden en kennissen beïnvloeden de keuze van partners om wel of geen kinderen te nemen. Als een goede vriend, collega, broer of zus een kind krijgt is de kans groter dat men zelf ook kinderen wil en daartoe binnen twee jaar actie onderneemt. Ook bij de keuze voor tweede, derde en meer kinderen is de invloed van de sociale omgeving groot. Dit concludeert Nicoletta Balbo in haar proefschrift.
Balbo onderzocht met behulp van sociale netwerkanalyse of familie, vrienden en kennissen de keuze van partners beïnvloeden op om wel of geen kinderen te nemen. Ze bekeek tevens of het sociale netwerk aan de wieg staat van de keuze voor een tweede of derde kind, wat zo blijkt te zijn. Balbo maakte gebruik van gegevens uit diverse landen, zoals de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland en Bulgarije. Afgezien van ‘besmetting’ door familie en vrienden die een kind krijgen, zijn er ook andere invloeden van het sociale netwerk voor de keuze om (meer) kinderen te nemen. Van belang is bijvoorbeeld ook de sociale steun van familie en vrienden en hun meningen over het hebben van kinderen.
Dit proefschrift bestaat uit vijf artikelen, geschreven met het doel te voorzien in een veelzijdige, methodologisch innovatieve benadering voor het onderzoek naar hoe sociale netwerken van individuen hun besluitvorming over het krijgen van kinderen beïnvloeden. Tot nog toe is onderzoek hiernaar grotendeels gericht geweest op het effect van individuele factoren op micro-niveau of instituties op macro-niveau. Het proefschrift wil sociale netwerkfactoren op meso-niveau integreren in bestaande benaderingen. Verschillende aspecten van sociale netwerken worden onderzocht, waaronder hun gebruik als bron van relevante informatie en als plaats van interacties waarin men wordt blootgesteld aan en beïnvloed door meningen en gedrag van anderen. Bovendien bekijkt deze studie sociale relaties met verschillende typen actoren (bijv. familie, vrienden, collega’s), met de bedoeling om bestaand onderzoek, dat vooral op familienetwerken gericht was, uit te breiden. Het onderzoek omvat de drie fasen van het proces van besluitvorming: de totstandkoming van het voornemen een kind te nemen, de verwezenlijking van dat voornemen en het uiteindelijke gedrag. Daarbij wordt de verhouding onderzocht tussen beslissingen over het huwelijk en het nemen van kinderen. Door het gebruik van verschillende databronnen en methoden verschaft dit proefschrift nieuwe inzichten over het belang van de rol van sociale netwerken in de besluitvorming over het krijgen van kinderen.
Nicoletta Balbo (Brazilië, 1982) studeerde economische en sociale wetenschappen in Italië. Zij deed haar promotieonderzoek bij de afdeling Sociologie van de RUG, Interuniversity Center for Social Science Theory and Methodology (ICS). Het werd gefinancierd uit het Rosalind Franklin fellowship van haar promotor prof.dr. Melinda Mills. Sinds oktober is zij postdoc bij het Dondena Centre van Bocconi University in Milaan, Italië.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:02 |
Meer nieuws
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...
-
09 september 2024
Mensen met psychose vaak slachtoffer van geweld
Mensen met een psychose worden veel vaker slachtoffer van geweld en criminaliteit dan de algemene bevolking. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Bertine de Vries, dat zij op 19 september verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen.
-
04 september 2024
Segregatie op de werkvloer groeit: Topverdieners werken steeds meer samen
Topverdieners werken steeds vaker uitsluitend samen met andere hoogbetaalde collega’s, terwijl het contact met werknemers met een middeninkomen verder afneemt.