Niets is wat het lijkt…

Oratie: mw. prof.dr. P.F. Roodbol, 14.00 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Titel: Niets is wat het lijkt…

Leeropdracht: Verplegingswetenschappen

Faculteit: Medische Wetenschappen

De oratie van prof.dr. Petrie Roodbol gaat over de opleiding van verpleegkundigen, die volgens de bijzonder hoogleraar een sleutelpositie innemen bij het streven naar Healthy Ageing; het gezond en actief ouder worden. Voorwaarden voor die sleutelpositie zijn een goede opleiding en meer autonomie in het werk. Een fundamenteel herontwerp van de gezondheidszorg is daarbij onontbeerlijk. Een hypothese die volgens Roodbol alleen met onderzoek kan worden bewaarheid, want: ‘niets is wat het lijkt’.

Over de opleiding tot verpleegkundige wordt tot op de dag van vandaag gedebatteerd. In vergelijking met discussies over de opleiding tot arts wordt het debat over de opleiding van verpleegkundigen vooral gedomineerd door ‘buitenstaanders’.

Een functiegericht opgeleide verpleegkundige is een uitstekende kracht voor een omschreven groep patiënten in een vaste setting, goed passend in een machine bureaucratische benadering van de verpleging met het accent op geneeskundige assistentie. Alleen, die praktijk bestaat niet meer. De huidige praktijk wordt gekenmerkt door de snelle ontwikkeling van de wetenschap en de techniek, door hoge kwalitatieve eisen, transparantie, individualisering, demografische ontwikkelingen, patiënt empowerment, multi-morbiditeit, en zerotolerance op het gebied van fouten.

Het aloude adagium ‘Rust, Reinheid en Regelmaat’ heeft al lang plaats gemaakt voor ‘Heisa, Hectiek en Haast’. De praktijk vraagt om verpleegkundigen die zó opgeleid zijn, dat zij tred houden met de evolutie van de medische wetenschap. Dat betekent dat verpleegkundigen in staat moeten zijn de problemen van patiënten en de zorg die zij verlenen, te beschrijven, te onderbouwen en te verantwoorden.

De praktijk is een krachtige leeromgeving waarin de student uitgedaagd wordt tot betekenisvol leren. Niet het werken, maar het leren moet dan voorop staan, met de theorieaanbieder en de praktijk in een educatief partnerschap, gekenmerkt door een open dialoog, intensieve samenwerking en een wederzijdse verantwoordelijkheid voor goede resultaten.