Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Dysfunctional automatic associations in anxiety and depression

21 juni 2012

Promotie: mw. K.A. Glashouwer, 14.30 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: Dysfunctional automatic associations in anxiety and depression

Promotor(s): prof.dr. P.J. de Jong, prof.dr. B.W.J.H. Penninx

Faculteit: Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Disfunctionele automatische associaties lijken angst en depressie in stand te houden

Disfunctionele automatische associaties lijken bij te dragen aan de instandhouding van angststoornissen en depressie. Behandelingen voor angst en depressie zouden zich daarom niet alleen moeten richten op de verandering van ‘expliciete overtuigingen’, maar ook op disfunctionele automatische associaties. Dit concludeert GZ-psycholoog Klaske Glashouwer in haar proefschrift.

Angststoornissen en depressie vormen een groot maatschappelijk probleem. Maar liefst een op de vijf mensen lijdt aan deze stoornissen en zelfs na succesvolle behandeling blijven de symptomen voor veel mensen terugkomen. Daarom is het van belang om meer te weten te komen over waarom depressie en angststoornissen zo hardnekkig zijn. Klaske Glashouwer onderzocht of automatische associaties hierbij wellicht een belangrijke rol spelen. Automatische associaties kunnen worden geactiveerd zonder dat iemand daar direct invloed op uit kan oefenen. Dit is vaak functioneel, omdat het mensen helpt snel te handelen in allerlei situaties. In sommige gevallen zijn automatische associaties mogelijk disfunctioneel, zoals bij depressie en angststoornissen. De promovenda maakte voor haar onderzoek gebruik van gegevens van de grootschalige longitudinale Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (www.nesda.nl). Kenmerkend voor mensen met een angststoornis of depressie bleken inderdaad disfunctionele automatische associaties te zijn. Zij vertoonden bijvoorbeeld sterkere associaties tussen ‘ik’ en ‘hopeloos’ of ‘ik’ en ‘angstig’. Ook bleken disfunctionele automatische associaties samen te hangen met suïcidale gedachten, klachten die vaak voorkomen bij depressie. Verder vonden we dat sterkere disfunctionele automatische associaties samenhangen met een kleinere kans om te herstellen van depressie en angststoornissen en met een grotere kans om een angststoornis te ontwikkelen. De uitkomsten van dit proefschrift sluiten aan bij het idee dat disfunctionele automatische associaties bijdragen aan de hardnekkigheid van angststoornissen en depressie. Behandelingen voor angst en depressie moeten zich daarom niet alleen richten op de verandering van ‘expliciete overtuigingen’, maar ook op de verandering van disfunctionele automatische associaties.

Klaske Glashouwer (Kootstertille, 1982) studeerde klinische psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze werkt als GZ-psycholoog en onderzoeker bij Accare, kinder- en jeugdpsychiatrie (Centrum voor Eetstoornissen) en is daarnaast verbonden aan de afdeling klinische psychologie van de RUG als docent/onderzoeker. Haar onderzoek voerde ze uit bij de leerstoelgroep experimentele psychopathologie binnen de afdeling klinische psychologie van de RUG. Deze afdeling is onderdeel van de Nederlands-Vlaamse onderzoekschool "Experimentele Psychopathologie" (EPP). Het werd gefinancierd door Psy-opleidingen Noord Oost.

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 00:58
View this page in: English

Meer nieuws

  • 17 december 2024

    Autisme bij vrouwen: camoufleren eist zijn tol

    Vrouwen met autisme krijgen vaak later een diagnose dan mannen. Onderzoeker Yvonne Groen ontwikkelde samen met haar collega’s een screeningsinstrument om de diagnose te vergemakkelijken.

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 26 november 2024

    De angst om te eten

    Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.