Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Kinderen van gescheiden ouders daten eerder

29 februari 2012

Tieners die zich afgewezen voelen door hun ouders, zoeken eerder genegenheid bij een vriendje of vriendinnetje. Zij beginnen op jongere leeftijd met daten dan tieners die een warme band met hun ouders hebben. Ook tieners van gescheiden ouders gaan eerder op zoek naar een vriendje of vriendinnetje. Dat blijkt uit onderzoek van sociologe Katya Ivanova. Zij promoveert 5 maart 2012 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor haar onderzoek analyseerde Ivanova gegevens die binnen het Nederlandse TRAILS-onderzoek werden verzameld onder meer dan tweeduizend tieners en binnen de langlopende Zweedse Solna-studie. In vragenlijsten werd onder meer de relatie tussen tieners en ouders en het date-gedrag in kaart gebracht. Tieners die zich vaker onvriendelijk behandeld of onterecht gestraft voelen door hun ouders, blijken eerder te beginnen met daten dan tieners die een warme band hebben met hun ouders. Ivanova: ‘Een sluitende verklaring hebben we niet gevonden. Maar we denken dat deze tieners compensatie zoeken voor de warmte die ze thuis missen.’

 

Gescheiden ouders

Ook kinderen van gescheiden ouders gaan eerder op zoek naar een vriendje of vriendinnetje, zo stelt Ivanova vast. Hierbij is echter de leeftijd van de kinderen van belang. Scheiden de ouders voordat hun kind 11 jaar is, of wanneer het kind ouder is dan 13 jaar, dan heeft dat weinig effect op het date-gedrag. Juist in de periode tussen 11 en 13 jaar heeft een scheiding van de ouders grote impact. Ivanova: ‘In deze fase zijn tieners enorm in ontwikkeling, zowel lichamelijk als geestelijk, en zijn ze minder goed in staat om alle veranderingen in hun leven te bolwerken. Ze zijn dan eerder geneigd om buitenshuis troost of bevestiging te zoeken, denken we.’

 

Ouderlijk toezicht

Een opmerkelijke bevinding is dat Nederlandse tieners in eenoudergezinnen minder snel beginnen met daten dan tieners uit gezinnen met twee ouders. Ivanova: ‘Eerder Amerikaans onderzoek liet juist zien dat kinderen die bij alleen hun vader of hun moeder opgroeien eerder amoureuze ervaringen opdoen. Het verschil is mogelijk te verklaren doordat veel Amerikaanse ouders, ook in eenoudergezinnen, fulltime werken. Daardoor is er minder ouderlijk toezicht en beginnen kinderen eerder te experimenteren met relaties. In Nederland wordt meer in deeltijd gewerkt en zijn tieners minder alleen thuis.’

 

Jong geleerd, oud gedaan

Hebben kinderen een slechte band met hun ouders, of hebben de ouders onderling een slechte relatie, dan is de kans groter dat de kinderen op volwassen leeftijd zelf niet gelukkig zullen zijn in hun relatie, zo ontdekt Ivanova tot slot. ‘Deze bevindingen laten zien hoe belangrijk ervaringen in onze jeugd zijn voor ons latere leven. We denken vaak dat we als volwassenen zelfstandig besluiten nemen, bijvoorbeeld ten aanzien van relaties. Maar veel van onze keuzes worden sterk bepaald door wat we in onze jeugd hebben meegemaakt.’

 

Niet onontkoombaar

Als kinderen niet van hun ouders leren harmonieus met een ander samen te leven en conflicten op te lossen, dan zullen ze daar zelf ook minder toe in staat zijn, zo verklaart Ivanova het gevonden verband. Maar helemaal onontkoombaar zijn ervaringen uit de jeugd toch ook niet, ontdekte ze. ‘Als tieners positieve ervaringen opdoen met leeftijdgenoten, zo ontdekten we, kan dat het gebrek aan warmte compenseren dat ze thuis, eerder in hun jeugd, hebben ervaren. Dat is een hoopgevende bevinding uit mijn onderzoek.’

 

Curriculum vitae

Katya Ivanova (Bulgarije, 1982) studeerde psychologie en politicologie in de VS en ontwikkelingspsychologie in Utrecht. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Sociologie van de Rijksuniversiteit Groningen, binnen de onderzoeksschool ICS. Promotores zijn prof. dr. Melinda Mills en prof. dr. René Veenstra. Inmiddels werkt Ivanova als postdoc onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg. De titel van haar proefschrift luidt: 'From parents to partners: the impact of family on romantic relationships in adolescence and emerging adulthood'.

 

Noot voor de pers

Katya Ivanova, tel. 013-4663575 (UvT), e-mail: k.o.ivanova uvt.nl

 

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:50
View this page in: English

Meer nieuws

  • 17 december 2024

    Autisme bij vrouwen: camoufleren eist zijn tol

    Vrouwen met autisme krijgen vaak later een diagnose dan mannen. Onderzoeker Yvonne Groen ontwikkelde samen met haar collega’s een screeningsinstrument om de diagnose te vergemakkelijken.

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 26 november 2024

    De angst om te eten

    Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.