Le droit de rêver. Samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting-btw
Promotie: dhr. J.T. Sanders, 16.15 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Le droit de rêver. Samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting-btw
Promotor(s): prof.dr. B.G. van Zadelhoff
Faculteit: Rechtsgeleerdheid
Pleidooi voor wijzigen samenloopregeling overdrachtsbelasting-btw
Jan Sanders onderzocht de belangrijkste elementen van de zogenoemde samenloopregeling. Hij geeft aan dat deze in de Wet op belastingen van rechtsverkeer neergelegde regeling veroordeeld is tot de uitleg en de invulling van begrippen en bepalingen van een volstrekt anders gekarakteriseerde en gestructureerde Wet op de omzetbelasting 1968 en op tal van punten de aansluiting met die btw-bepalingen mist. De elementen die ten grondslag liggen aan de beslissing omtrent toepassing van de samenloopregeling lopen steeds meer uiteen en zijn reeds lang onwerkbaar, concludeert Sanders.
Sanders onderzocht de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting-btw. Bij de overgang van in Nederland gesitueerde onroerende zaken is er sprake van heffing van overdrachtsbelasting én van omzetbelasting (btw). De uitgangspunten van deze heffingen maken het mogelijk dat bij één transactie beide belastingen verschuldigd zijn. Ter voorkoming van deze dubbele heffing is destijds in de Wet op de belastingen van rechtsverkeer een vrijstelling opgenomen, ingevolge welke de nationaal en civielrechtelijk ingerichte overdrachtsbelasting terugtreedt, wanneer is voldaan aan voorwaarden op omzetbelastinggebied met een gemeenschapsrechtelijk gestructureerde betekenis en invulling.
Uit Sanders’ onderzoek blijkt dat er fricties bestaan voor de uitvoering van de samenloopregeling. Deze worden niet weggenomen of opgelost door het uitvaardigen van een beleidsbesluit van de verantwoordelijke bewindsman dat ‘pour besoin de la cause’ rijkelijk is bedeeld met goedkeuringen. Wanneer wordt voortgeborduurd op dit te beperkte en daardoor onwerkbare stramien, wordt de regeling nodeloos ingewikkelder en uiteindelijk volledig onuitvoerbaar, aldus Sanders. Dit is versneld door Europese jurisprudentie in een geschil over de heffing van overdrachtsbelasting dat wordt beslist door de uitleg van de btw. Het vervolgen van de reeds lang geleden ingeslagen weg is weinig efficiënt en niet productief. Sanders pleit ervoor om dit te veranderen. De veranderingen moeten worden gezocht in het opruimen van de dwingende verwijzingen in de Wet op belastingen van rechtsverkeer naar begrippen of bepalingen uit de Wet op de omzetbelasting 1968. Voor de door de wetgever beoogde vrijstelling moet een eigen en betere wet worden gecreëerd. Dat kan volgens Sanders op een relatief eenvoudige wijze.
Jan Sanders (Amsterdam, 1951) studeerde rechten aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij is vicepresident van het Gerechtshof te Den Haag en docent belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:10 |
Meer nieuws
-
09 oktober 2024
Het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken automatiseren met behulp van AI
Kan het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken worden geautomatiseerd met behulp van kunstmatige intelligentie (AI)? De Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Capgemini Nederland en Scotty AI hebben vandaag een letter of intent getekend om...
-
17 september 2024
Auto's zonder bestuurder: wie is er aansprakelijk als het misgaat?
Zelfrijdende auto’s worden de komende jaren mogelijk steeds meer onderdeel van het straatbeeld. Maar wie is er aansprakelijk als het fout gaat?
-
20 augustus 2024
Landen aansprakelijk stellen voor cyberaanvallen nog lastig
Evgeni Moyakine onderzoekt of landen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor cyberaanvallen door hackersgroepen. Volgens hem stelt het internationaal recht te hoge eisen aan de bewijslast.